2019
Toen mijn vader zong
April 2019


Toen mijn vader zong

Maria Oka (Californië

VS)

Afbeelding
watching choir singing

Illustratie Allen Garns

Ik was vier en een halve maand op zending in Honolulu (Hawaï, VS) toen ik een epileptische aanval kreeg. De diagnose luidde dat ik epileptie had. De daaropvolgende maanden moest ik vaak naar het ziekenhuis. Ik kreeg allerlei onderzoeken en medicijnen met akelige bijwerkingen.

Tot op dat moment had ik me volledig op het zendingswerk geconcentreerd en geen last van heimwee gehad. Maar vanaf het moment van mijn aanval deed mijn hart zeer. Ik miste mijn ouders en voelde me eenzaam, hoewel ik door geweldige, zorgzame mensen werd omringd. Ik wilde niet naar huis, ik wilde gemoedsrust.

Met toestemming van mijn zendingspresident sprak ik aan de telefoon met mijn ouders over mijn medicijnen. Mijn vader, van wie net een levenslange droom in vervulling was gegaan om in het Tabernacle Choir at Temple Square te zingen, beloofde dat hij gedurende de algemene conferentie, die de volgende dag zou beginnen, voor mij de ziel uit het lijf zou zingen.

De volgende ochtend bad ik vurig om de gemoedsrust die ik zo hard nodig had. Ik had tijdens eerdere algemene conferenties antwoord op specifieke vragen ontvangen, en ik vertrouwde erop dat ik opnieuw hulp zou krijgen. Toen de conferentie begon, zong het koor ‘Dierb’re kind’ren, God is met u’ (Lofzangen, nr. 61). Binnen een minuut zag ik mijn vader op het scherm. De camera zoomde vrij lang op zijn gezicht in.

Ik kreeg tranen in mijn ogen toen ik een enorm gevoel van gemoedsrust ontving. Ik wist dat God mij liefhad. Hij wist precies wat ik die dag nodig had – een eenvoudige geruststelling dat Hij nabij was en om me gaf. Ik voelde Gods liefde, en in het verlengde daarvan de liefde van familieleden, mijn collega’s en mijn zendingspresident. Ik voelde me niet meer belast, maar ik zag een kans om dichter bij de Heer te komen.

Mijn gezondheidsproblemen verdwenen niet. Ik moest toch eerder van mijn zending naar huis, maar ik wist dat God bij me was en dat Hij me liefhad. Die geruststelling is me in veel beproevingen bijgebleven en heeft me op de donkerste momenten hoop gegeven. Anderen noemen het misschien toeval, maar ik weet dat het in mijn tijd van nood een klein wonder was dat ik mijn vader zag zingen.