2010
De waarheid zal zegevieren
September 2010


Hoe ik het weet

De waarheid zal zegevieren

Moet ik op zending? Het antwoord dat ik kreeg, liet geen twijfel.

Ik ben grootgebracht in een actief mormoons gezin in Engeland, het achtste van tien kinderen. Onze getrouwe ouders onderwezen ons in het evangelie en gaven het goede voorbeeld. Maar toen ik een jaar of veertien was, begon ik het moeilijk te vinden om naar het ochtendseminarie te gaan, verschillende lessen en haardvuuravonden bij te wonen en de jongerenactiviteiten te bezoeken. De meeste van mijn vrienden waren geen lid van de kerk en hielden er heel andere normen op na dan waarmee ik was grootgebracht.

Ik begon verkeerde keuzes te maken omdat ik heel graag net als mijn vrienden wilde zijn en de zogenaamde pleziertjes wilde hebben die zij hadden. Toen ik vijftien was, was ik volledig inactief geworden. Naarmate ik ouder werd, ging ik nog wereldser leven.

Tegelijkertijd begon ik echter ergens diep in mijn ziel iets gewaar te worden. Ik begon mij bezig te houden met vragen over de zin van het leven en het lot van de mens. De wereld die ik kende en dacht lief te hebben, was een hele donkere, koude en eenzame plek geworden. Mijn ziel kon zich niet vinden in wat de wereld te bieden had. Ik had het gevoel dat ik ergens anders moest zijn dan in mijn woonplaats, een gevoel dat ik wat anders met mijn leven moest doen.

Na weken met die gevoelens en gedachten te hebben rondgelopen, besloot ik voor het eerst in lange tijd te bidden en om hulp te vragen. Ik wachtte er tot ’s avonds laat mee, als iedereen sliep. Na mijn gebed luisterde ik en dacht na, maar er kwam niets. Ik hield dit weken vol totdat het tot mij doordrong dat God mij misschien niet meteen antwoord gaf omdat ik in het evangelie was grootgebracht maar het niet echt ten volle had gewaardeerd.

Op een avond veranderde ik van tactiek. In plaats van een antwoord te eisen en van de Heer te verwachten dat Hij meteen antwoord gaf, beloofde ik de Heer dat ik, als Hij mij antwoord gaf, op zending zou gaan. Voor het eerst bad ik om te weten te komen of het Boek van Mormon, Joseph Smith en de leringen van de kerk waar waren. Ik kreeg een heel sterk maar vredig gevoel dat me zo raakte dat ik ervan moest huilen.

Ik ging naar mijn bisschop, die toevallig mijn oudste broer was, en vertelde hem dat ik op zending wilde. Ik was nerveus, maar ik wist dat de Heer Zich aan de afspraak had gehouden en dat ik dat ook moest doen. Er stroomden tranen over de wangen van mijn bisschop terwijl ik mijn verhaal deed.

Toen begon ik met Kelly uit te gaan, een vriendin die geen lid van de kerk was. Ik vertrouwde haar toe dat ik op zending wilde gaan. Kelly zag dat ik veranderd was en vroeg zich af waarom. Dat leidde ertoe dat Kelly de zendingslessen volgde en lid van de kerk werd. Ik mocht haar dopen en bevestigen. Toen begon ik mij af te vragen of ik met dat zendingswerk wellicht aan mijn deel van de afspraak had voldaan. Ik piekerde mij suf of ik moest gaan en ik beet mij vast in het gebed om te weten te komen of het juist was dat ik Kelly achterliet en op zending ging.

Ik koos een plek uit in de heuvels van de Moors, Saddleworth Dovestones genaamd, waar ik helemaal alleen kon zijn. Ik nam mijn lunch, Schriften en dagboek mee en ging op pad, op weg naar de heuvels om daar de verlangens van mijn hart aan mijn Vader in de hemel op te zenden. Terwijl ik bad, luisterde ik aandachtig of ik antwoord kreeg, misschien een vredig gevoel of een brandend gevoel in de boezem, maar ik voelde niets.

Toen ik terugging, viel mijn oog op een rij stenen die zorgvuldig aan elkaar waren gelegd en de woorden ‘De waarheid zal zegevieren’ vormden. Merkwaardig, dacht ik, maar meer ook niet. Toen ik het echter aan mijn moeder vertelde, zei ze zonder omwegen: ‘Dat is je antwoord.’

Want toen de zendelingen van de kerk in 1837 voor het eerst in Engeland aankwamen, begonnen ze hun arbeid in Preston. In die tijd vierde de stad een groot feest ter gelegenheid van de troonsbestijging van koningin Victoria. Toen de zendelingen uit hun koets stapten, zagen ze boven hun hoofd een banier met de tekst ‘De waarheid zal zegevieren’ in goudbrokaatletters hangen.

Het werd een veel gebruikte slogan in de kerk en verscheen in verschillende publicaties. Een ouderling schreef in een brief over zijn zending in Indiana, die in 1841 in de Times and Seasons, de krant in Nauvoo, werd opgenomen: ‘Hoewel de Heer ervoor heeft gekozen zijn evangelie door de zwakke dingen van deze wereld te laten prediken, zal de waarheid zegevieren en gedijen.’1

Ik vertrouwde op de Heer en stuurde mijn zendingsformulieren in. Op mijn 21ste verjaardag viel, tegelijk met de felicitatiekaarten, mijn zendingsoproep naar het zendingsgebied Engeland-Zuid op de mat. Doordat ik jaren inactief was geweest, voelde ik mij toch nog wel zwak en onvoorbereid. Pas later ben ik gaan begrijpen wat die zendeling in Indiana al wel begreep: de Heer mag er dan voor kiezen om zijn evangelie te laten prediken door de zwakke dingen van deze wereld, maar de waarheid zal zegevieren en zal gedijen.

Ik ging in geloof naar de tempel om mijn begiftiging te ontvangen. Toen ik uit de tempel kwam, zag ik twee zendelingen die in mijn thuiswijk werkzaam waren geweest. Ik bracht mijn ervaring bij Saddleworth Dovestones ter sprake. Een van de zendelingen glimlachte breed en legde uit dat hij en zijn collega op een bepaalde voorbereidingsdag een wandeltocht naar de Moors hadden gemaakt en de ingeving hadden gekregen om met stenen de bekende frase ‘De waarheid zal zegevieren’ op de heuvel aan te brengen.

We lieten onze tranen de vrije loop toen we beseften wat het gevolg was geweest. Wie een beetje bekend is met de Moors weet dat er kilometers aan paden in de Moors zijn. Toch had ik dezelfde plek gekozen waar de zendelingen hun stenen hadden gelegd. Ik wist toen dat de Heer mijn gebed die dag in de heuvels had beantwoord.

Noot

  1. Jacob Gates, Times and Seasons, 1 december 1841, p. 621.

Illustratie Brian Call