2008
Lofzang in een kathedraal
Augustus 2008


Lofzang in een kathedraal

In september 2004 reisde ik met twee van mijn kleinkinderen, Jim en Arianne, naar Nederland, om de zestigste herdenking van de Nederlandse bevrijding aan het eind van de Tweede Wereldoorlog mee te maken. We waren uitgenodigd door een historische groep om aan de herdenking deel te nemen omdat mijn broer Evan, co-piloot in een B-24 bommenwerper, tijdens de bevrijding in 1944 was gesneuveld.

Toen we daar waren, gingen we ook naar Hommersum, vlak over de grens in Duitsland, om een ceremonie bij te wonen op de plek waar het vliegtuig van mijn broer was neergestort. Pastoor Gerard Thuring, een van de organisatoren van het evenement, en ik spraken tijdens de ceremonie, waarna Arianne, die toen 17 was, het Amerikaanse volkslied zong, en Jim, die toen 15 was, met het hijsen van de vlag hielp.

Naderhand zei ik tegen pastoor Thuring dat we de volgende dag graag de speciale bevrijdingsmis in zijn kerk in Oosterhaus wilden bijwonen. Hij was blij met onze belangstelling en nodigde ons uit. Ik verzamelde de moed om te vragen of Arianne, met wie ik van tevoren had overlegd, tijdens de mis zou mogen zingen.

Verrast vroeg hij: ‘Wat gaat ze dan zingen?’

‘“Ik ben een kind van God”’1, zei ik.

Deze goede en aardige man dacht even na en zei toen: ‘We zijn allemaal kinderen van God. Dat is goed.’

Toen we de volgende ochtend naar de bevrijdingsmis gingen, zat de kerk vol. Op een gegeven ogenblik nodigde pastoor Thuring Arianne uit om naar voren te komen en te zingen. Nadat hij haar had voorgesteld, zei hij: ‘We luisteren nu naar een lied van een mormoons meisje uit Utah.’

Zonder muzikale begeleiding begon Arianne te zingen. Terwijl haar stemgeluid tegen het hoge plafond van de kerk weerkaatste, kregen de parochianen tranen in hun ogen toen ze de vertroostende boodschap van de lofzang hoorden.

Na de dienst spraken veel aanwezigen hun waardering en liefde uit omdat Arianne die lofzang had gezongen. De ervaring was een krachtige herinnering dat wij allemaal kinderen van God zijn, ongeacht ras, godsdienst of taal.

Noot

  1. Lofzang 195.