Wist ik het wel zeker?
Na een veelbewogen avond in Australië in 1998 vroeg mijn beste vriend me of ik hem een lift kon geven. Onderweg naar zijn huis spraken we over onze geloofsovertuiging. Hij was atheïst en ik heilige der laatste dagen. Ik had altijd geweten dat er een God was. Hij had altijd geloofd dat er geen God was.
Die avond deed ik iets wat ik nog nooit gedaan had. Vlak voordat ik mijn vriend afzette, vertelde ik hem dat ik wist dat God leeft, dat Jezus onze Heiland is en dat Joseph Smith ze in een visioen had gezien.
Ik had al vaker met hem over die onderwerpen gesproken, maar ik had hem nog nooit verteld dat ik wist dat ze waar zijn. Ik besefte echter dat ik alleen een blijvende indruk bij hem kon achterlaten als ik mijn getuigenis van die dingen gaf.
Toen hij uit de auto stapte, schudde hij mij de hand en zei: ‘Nou zeg, dat is prima. We moeten allemaal standvastig zijn in onze eigen overtuiging.’
Het probleem is echter dat ik het niet zeker wist — niet echt tenminste. Op dat moment voelde het goed om die dingen te zeggen, maar ik had nooit een bevestiging van de Geest gekregen dat ze waar zijn.
Ik moest nog twintig minuten naar huis rijden. In die twintig minuten veranderde mijn leven. Toen ik over ons gesprek nadacht, begon ik over mijn leven na te denken en over de richting die ik opging. Ik dacht aan de lofzang ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft.’ De woorden drongen tot diep in mijn ziel door. Ik begon hardop te zingen:
Ik weet dat mijn Verlosser leeft.
niets dat mij zoveel troost hier geeft!
Hij leeft, van ’t leven eens beroofd,
Hij leeft, mijn immer levend Hoofd.1
Terwijl ik zong, kreeg ik tranen in mijn ogen toen de Geest tot mij getuigde van de waarheid van die woorden en bevestigde dat mijn getuigenis waar is. Ik besefte toen dat een getuigenis gevonden kan worden door het te geven.2
Ik zal nooit vergeten dat de Geest tot mij getuigde van de waarheid van mijn getuigenis. Ik weet dat mijn Verlosser leeft omdat de Geest dat tot mijn ziel heeft getuigd — een getuigenis dat ik vlak daarna als voltijdzendeling kon verkondigen.