2005
De tedere barmhartigheden des Heren
Mei 2005


De tedere barmhartigheden des Heren

Ik getuig dat de tedere barmhartigheden des Heren voor iedereen beschikbaar zijn en dat de Verlosser van Israël die gaven maar al te graag aan ons wil verlenen.

Zes maanden geleden stond ik als jongste lid van het Quorum der Twaalf Apostelen voor het eerst op dit podium. Zowel toen als nu voel ik het gewicht van die roeping op mijn schouders drukken, de verantwoordelijkheid om duidelijk onderricht te geven en met gezag te getuigen. Ik bid dat de Heilige Geest mij bijstaat nu ik tot u spreek.

Vanmiddag wil ik een geestelijke indruk beschrijven die ik tijdens de zondagochtendbijeenkomst van de afgelopen algemene oktoberconferentie had, enkele momenten voordat ik zou spreken. Ouderling Dieter F. Uchtdorf had net gesproken en een krachtig getuigenis van de Heiland gegeven. We stonden allemaal op om de tussenlofzang te zingen die president Gordon B. Hinckley had aangekondigd. De tussenlofzang was die ochtend ‘Verlosser van Israël’. (Lofzang 6.)

De muziek voor de verschillende bijeenkomsten was al weken van tevoren bepaald — kennelijk lang voordat ik mijn roeping ontving. Maar als ik een tussenlofzang voor die bijeenkomst had mogen uitzoeken — een lofzang die voor mij en de aanwezigen zowel opbouwend als geestelijk kalmerend zou zijn voordat ik mijn eerste toespraak in het Conferentiecentrum zou houden — dan had ik mijn lievelingslofzang ‘Verlosser van Israël’ uitgezocht. Mijn ogen vulden zich met tranen toen ik samen met u opstond om die inspirerende lofzang van de herstelling te zingen.

Tegen het eind van de lofzang kwam de volgende tekst uit het Boek van Mormon in mijn gedachten: ‘Maar zie, ik, Nephi, zal u tonen dat de tedere barmhartigheden des Heren zich uitstrekken over allen die Hij wegens hun geloof heeft uitverkoren om hen machtig te maken, zelfs tot de macht ter bevrijding toe’ (1 Nephi 1:20).

Mijn gedachten gingen onmiddellijk naar die zinsnede van Nephi uit, ‘de tedere barmhartigheden des Heren’, en ik wist dat ik op dat moment zo’n tedere barmhartigheid ervoer. Een liefdevolle Heiland stuurde me een zeer persoonlijke en gepaste boodschap van troost en zekerheid door een lofzang die al weken eerder was uitgezocht. Sommigen zullen dat als een aardige toevalligheid beschouwen, maar ik getuig dat de tedere barmhartigheden des Heren echt zijn en dat zij niet willekeurig of slechts bij toeval plaatsvinden. Vaak is de timing van de tedere barmhartigheden een hulpmiddel om ze zowel te onderscheiden als te erkennen.

Wat zijn de tedere barmhartigheden des Heren?

Sinds vorig jaar oktober heb ik herhaaldelijk over de woorden ‘de tedere barmhartigheden des Heren’ nagedacht. Door studie, waarneming, overweging en gebed ben ik volgens mij beter gaan begrijpen dat de tedere barmhartigheden des Heren de persoonlijke en geïndividualiseerde zegeningen, kracht, bescherming, zekerheid, leiding, tedere zorg, troost, steun en gaven van de Geest zijn die we van en door de Heer Jezus Christus ontvangen. De Heer past inderdaad ‘zijn barmhartigheden (…) aan de omstandigheden der mensenkinderen’ aan (LV 46:15).

Bedenk hoe de Heiland tegen zijn apostelen zei dat Hij hen niet troosteloos zou achterlaten. Niet alleen zou Hij in de vorm van de Heilige Geest ‘een andere Trooster geven’ (Johannes 14:16), maar de Heiland zei dat Hij bij hen zou komen (Johannes 14:18). Ik wil graag aanvoeren dat de Heiland onder meer door middel van zijn overvloedige en tedere barmhartigheden bij eenieder van ons komt. Als u en ik bijvoorbeeld problemen en beproevingen hebben, kunnen de gave van geloof en een gepast vertrouwen dat onze eigen vermogens te boven gaat, twee voorbeelden van de tedere barmhartigheden des Heren zijn. Ook bekering, vergeving van zonden, en gemoedsrust zijn voorbeelden van de tedere barmhartigheden des Heren. En de volharding en vastberadenheid waardoor wij in staat worden gesteld om opgewekt lichamelijke beperkingen en geestelijke problemen te doorstaan, zijn ook voorbeelden van de tedere barmhartigheden des Heren.

Tijdens een recente ringconferentie waren de tedere barmhartigheden des Heren duidelijk waar te nemen in het ontroerende getuigenis van een jonge vrouw en moeder met vier kinderen van wie de man in december 2003 in Irak was gesneuveld. Deze dappere zuster vertelde dat ze na het bericht van haar mans dood zijn kerstkaart en boodschap ontving. Te midden van de plotselinge realiteit van een dramatisch veranderd leven, kreeg deze goede zuster op het juiste moment een tedere herinnering dat gezinnen inderdaad eeuwig kunnen zijn. Met haar toestemming citeer ik uit die kerstkaart:

‘Aan het beste gezin ter wereld! Ik hoop dat jullie samen een gezellige tijd zullen hebben en aan de ware betekenis van Kerstmis zullen denken. De Heer heeft het voor ons mogelijk gemaakt om eeuwig samen te zijn. Dus ook nu we niet samen zijn, horen we als gezin bij elkaar.

‘Ik bid dat God jullie zal zegenen en beschermen, en dat deze kerst een gave van liefde van ons aan Hem daarboven zal zijn!!!

‘Veel liefs van papa en je liefhebbende echtgenoot!’

Het is duidelijk dat de echtgenoot in zijn kerstkaart de tijdelijke scheiding door zijn militaire opdracht bedoelde. Maar deze zuster ontving een noodzakelijke geestelijke geruststelling en een getuigenis, als de stem van een overleden partner en vader die roept uit het stof. Zoals ik al eerder zei, de tedere barmhartigheden des Heren vinden niet willekeurig of toevallig plaats. Door getrouwheid, gehoorzaamheid en nederigheid krijgen we tedere barmhartigheden in ons leven, en het is vaak de timing van de Heer waardoor wij deze belangrijke zegeningen herkennen en waarderen.

Enige tijd geleden sprak ik met een priesterschapsleider die het gevoel kreeg dat hij de namen van alle jongeren in zijn ring in de leeftijd van 13 tot 21 uit het hoofd moest leren. Met foto’s van de jongemannen en jongevrouwen maakte hij systeemkaartjes die hij tijdens zijn zakenreizen en op andere momenten bestudeerde. De priesterschapsleider leerde al snel alle namen van de jongeren.

Hij droomde een keer over een jongeman die hij alleen van zijn foto herkende. In de droom zag hij de jongeman in een wit overhemd met een naamplaatje van een zendeling. Samen met een collega was hij een gezin aan het onderwijzen. De jongeman had een boek-van-mormon in zijn hand, en het leek wel of hij van de waarheid van het boek getuigde. Toen werd de priesterschapsleider wakker.

Tijdens een priesterschapsbijeenkomst benaderde de leider de jongeman die hij in zijn droom had gezien. Hij vroeg of hij even met hem mocht praten. Na een korte introductie noemde de leider de jongeman bij naam en zei: ‘Ik ben geen dromer. Ik heb nog nooit een droom over een lid van de ring gehad, behalve over jou. Ik zal je vertellen wat ik gedroomd heb en dan moet je mij helpen begrijpen wat de betekenis ervan is.’

De priesterschapsleider vertelde zijn droom en vroeg de jongeman wat de betekenis zou kunnen zijn. De jongeman snakte naar adem en antwoordde eenvoudig: ‘Het betekent dat God weet wie ik ben.’ De rest van het gesprek tussen deze jongeman en zijn priesterschapsleider was van grote betekenis. Zij spraken af om de komende maanden geregeld met elkaar te praten.

Die jongeman ontving door middel van een geïnspireerde priesterschapsleider de tedere barmhartigheden des Heren. Ik herhaal nogmaals dat de tedere barmhartigheden des Heren niet willekeurig of toevallig plaatsvinden. Door getrouwheid en gehoorzaamheid worden we in staat gesteld om deze belangrijke gaven te ontvangen. En door de timing van de Heer kunnen we ze meestal herkennen.

We mogen de macht van de tedere barmhartigheden des Heren niet onderschatten of over het hoofd zien. Door de eenvoud, heerlijkheid en bestendigheid van de tedere barmhartigheden des Heren kunnen wij versterkt en beschermd worden in de moeilijke tijden waarin we leven en nog moeten leven. Als woorden niet de troost kunnen bieden die we nodig hebben of de vreugde kunnen uiten die wij voelen, als het gewoon zinloos is om te proberen iets uit te leggen wat niet uit te leggen valt, als we door logica en redelijkheid niet voldoende begrip over de onrechtvaardigheid en oneerlijkheid van het leven kunnen krijgen, als we door ervaring en evaluatie niet het verwachte resultaat bereiken, en als het erop lijkt dat we helemaal alleen zijn, dan worden we gezegend door de tedere barmhartigheden des Heren en worden we machtig gemaakt, zelfs tot de macht der bevrijding toe. (Zie 1 Nephi 1:20.)

Wie zijn door de Heer uitverkoren om zijn tedere barmhartigheden te ontvangen?

Het woord uitverkoren in 1 Nephi 1:20 is essentieel om het denkbeeld van de tedere barmhartigheden des Heren te begrijpen. In het woordenboek staat dat uitverkoren betekent dat iemand verkozen is uit, boven anderen. Het kan ook gebruikt worden om te verwijzen naar Gods uitverkoren volk. (Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse taal, 13de uitgave, ‘uitverkoren’.)

Sommige mensen die deze boodschap horen of lezen, kunnen de tedere barmhartigheden des Heren ten onrechte onderwaarderen of verwerpen, in de veronderstelling dat ‘ik zeker niet iemand ben die ooit uitverkoren is of zal worden’. We kunnen ten onrecht denken dat dergelijke zegeningen en gaven voorbehouden zijn aan andere mensen die rechtschapener lijken of opvallender taken in de kerk hebben. Ik getuig dat de tedere barmhartigheden des Heren voor iedereen beschikbaar zijn, en dat de Verlosser van Israël die gaven maar al te graag aan ons wil verlenen.

Te zijn of te worden uitverkoren is geen exclusief recht dat wij kunnen ontvangen. Maar u en ik bepalen zelf of we al dan niet uitverkoren zijn. Zie hoe het woord gekozen in deze teksten in de Leer en Verbonden gebruikt wordt:

‘Zie, er worden velen geroepen, maar weinigen worden gekozen. En waarom worden zij niet gekozen?

‘Omdat hun hart zozeer op de dingen van deze wereld is gezet en naar de eer van mensen streeft’ (Leer en Verbonden 121:34–35; cursivering toegevoegd).

Ik ben van mening dat de betekenis van deze teksten vrij duidelijk is. God heeft geen lijst met gunstelingen. En wij hoeven dan ook niet te hopen dat we ooit op zo’n lijst komen te staan. Hij beperkt het aantal ‘uitverkorenen’ niet. Maar ons hart, onze verlangens en onze gehoorzaamheid bepalen uiteindelijk of we al dan niet bij de uitverkorenen van God horen.

Henoch kreeg instructies van de Heer over dit onderwerp. Let op het woord kiezen in deze verzen. ‘Zie dezen uw broeders; zij zijn het maaksel van mijn eigen handen, en Ik heb hun kennis aan hen gegeven ten dage dat Ik hen schiep; en in de hof van Eden heb Ik de mens zijn keuzevrijheid gegeven;

‘en tot uw broeders heb Ik gezegd, en hun ook het gebod gegeven, dat zij elkander moeten liefhebben en dat zij voor Mij, hun Vader, moeten kiezen’ (Mozes 7:32–33; cursivering toegevoegd).

Zoals we in deze teksten kunnen lezen, zijn de fundamentele doelen van de keuzevrijheid dat wij elkaar liefhebben en voor God kiezen. Aldus worden we Gods uitverkorenen en ontvangen we zijn tedere barmhartigheden naarmate wij onze keuzevrijheid gebruiken om voor God te kiezen.

Een van de bekendste en veelvuldig geciteerde teksten is in Mozes 1:39 te vinden. In dit vers wordt het werk van onze eeuwige Vader duidelijk en beknopt weergegeven: ‘Want zie, dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ (cursivering toegevoegd).

Een soortgelijke tekst in de Leer en Verbonden beschrijft even duidelijk en beknopt ons voornaamste werk als zoons en dochters van onze eeuwige Vader. Het is interessant dat dit vers niet zo bekend is en niet zo vaak wordt geciteerd. ‘Zie, dit is uw werk: mijn geboden te onderhouden, ja, met geheel uw macht, verstand en kracht’ (LV 11:20; cursivering toegevoegd).

Aldus is het werk van onze Vader om de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van zijn kinderen tot stand te brengen. En het is ons werk om met geheel onze macht, verstand en kracht zijn geboden te onderhouden. Daardoor worden we gekozen en erkennen en ontvangen we door de Heilige Geest de tedere barmhartigheden des Heren.

De conferentie waar we tijdens dit weekend aan deelnemen, is nog een voorbeeld van de tedere barmhartigheden des Heren. We zijn gezegend om geïnspireerde raad van de leiders van de kerk van de Heiland te ontvangen — gepaste raad voor onze tijd, onze omstandigheden en onze problemen. Wij zijn geïnstrueerd, verheven, opgebouwd, tot bekering geroepen en versterkt. De geest van deze conferentie heeft ons geloof versterkt en ons verlangen aangewakkerd om ons te bekeren, gehoorzaam te zijn, ons te verbeteren en te dienen. Ik voel mij net als u klaar om gevolg te geven aan de vermaningen, raad en persoonlijke inspiratie die we tijdens deze conferentie hebben ontvangen. En over enkele minuten zullen we gezegend worden met een van de tedere barmhartigheden des Heren als we naar de slotwoorden en het getuigenis van president Gordon B. Hinckley luisteren. Waarlijk, ‘de Here is voor allen goed, en zijn barmhartigheid is over al zijn werken’ (Psalmen 145:9).

Ik ben dankbaar dat het evangelie van Jezus Christus door de profeet Joseph Smith is hersteld en dat we kennis van de tedere barmhartigheden des Heren hebben. Door onze verlangens, getrouwheid en gehoorzaamheid kunnen we zijn barmhartigheden herkennen. Als een van zijn dienstknechten, geef ik u mijn getuigenis dat Jezus de Christus is, onze Verlosser en onze Redder. Ik weet dat Hij leeft en dat wij zijn tedere barmhartigheden kunnen ontvangen. Eenieder van ons kan de tedere barmhartigheden des Heren duidelijk zien en horen die ons in deze laatste dagen sterken en helpen. Moge ons hart altijd vervuld zijn met dankbaarheid voor zijn overvloedige en tedere barmhartigheden. In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.