2005
Het Boek van Mormon: eveneens een testament aangaande Jezus Christus — duidelijke en waardevolle dingen
Mei 2005


Het Boek van Mormon: eveneens een testament aangaande Jezus Christus — duidelijke en waardevolle dingen

Het Boek van Mormon is een eindeloze schat vol wijsheid en inspiratie, met instructie en correctie.

Joseph Smith heeft gezegd: ‘Ik vertelde de broeders dat het Boek van Mormon het nauwkeurigste boek op aarde en de sluitsteen van onze godsdienst is, en dat de mens dichter bij God komt door zich aan de leringen daarin te houden, dan door welk ander boek ook’ (Inleiding van het Boek van Mormon; zie ook History of the Church, deel 4, p. 461).

De eerste uitgave van het Boek van Mormon: eveneens een testament aangaande Jezus Christus is in maart 1830 in Palmyra (New York, VS) van de persen gerold. Joseph Smith — een ongeletterde boerenzoon — was net 24 jaar geworden. In het jaar daaraan voorafgaand had hij 65 dagen aan de vertaling van de platen gewerkt. Bijna de helft van dat werk deed hij nadat hij het priesterschap had ontvangen. De druk had zeven maanden in beslag genomen.

Toen ik het Boek van Mormon voor het eerst in zijn geheel doorlas, kwam ik bij de belofte dat ik, als ik ‘God, de eeuwige Vader, in de naam van Christus [vroeg] of [datgene wat ik gelezen had] waar [was]; en indien [ik vroeg] met een oprecht hart, met een eerlijke bedoeling en met geloof in Christus, (…) Hij de waarheid ervan aan [mij zou] openbaren door de macht van de Heilige Geest’ (Moroni 10:4). Ik probeerde die aanwijzingen zo goed mogelijk op te volgen.

Zo ik al gehoopt had op een onmiddellijke, alles overtreffende hemelse manifestatie, dan heb ik die niet gekregen. Ik had niettemin een goed gevoel en ik begon te geloven.

In het volgende vers staat een nog veel grotere belofte: ‘Door de macht van de Heilige Geest kunt gij de waarheid van alle dingen weten’ (Moroni 10:5; cursivering toegevoegd). Ik wist niet precies hoe de Heilige Geest werkte, ofschoon dat een paar keer in het Boek van Mormon wordt uitgelegd.

Ik studeerde en leerde dat ‘engelen spreken door de macht van de Heilige Geest; daarom spreken zij de woorden van Christus.’ Ook stond erin dat iemand zich ‘aan de woorden van Christus [diende te vergasten; met de belofte dat] de woorden van Christus […] u alle dingen zeggen die gij behoort te doen’ (2 Nephi 32:3).

En er staat duidelijk dat ‘indien gij (…) niet kunt begrijpen, [dat komt] doordat gij vraagt noch klopt’ (2 Nephi 32:4).

Ook las ik: ‘Indien gij langs de weg binnengaat en de Heilige Geest ontvangt, [zal] Hij u alle dingen […] tonen die gij behoort te doen’ (2 Nephi 32:5). Dat had ik al gedaan toen ik als lid van de kerk was bevestigd door ‘handoplegging voor de gave van de Heilige Geest’ (Geloofsartikelen 1:4).

Misschien dat ik in mijn jeugdige onschuld een bijzondere geestelijke ervaring had verwacht, maar ik heb die niet gekregen. Door de jaren heen luisterde ik naar toespraken en lessen en bleef in het Boek van Mormon lezen, en toen begon het tot me door te dringen.

Nephi werd heel slecht door zijn broers behandeld en herinnerde hen eraan dat zij door een engel waren toegesproken, waarna hij zei: ‘(…) maar gij waart gevoelloos geworden, zodat gij zijn woorden niet hebt kunnen voelen’ (1 Nephi 17:45). Toen het mij duidelijk werd dat de Heilige Geest via gevoelens kon communiceren, begreep ik waarom de woorden van Christus, of die nu in het Nieuwe Testament, in het Boek van Mormon of in andere Schriftuur stonden, zo’n goed gevoel teweegbrachten. Na verloop van tijd kwam ik erachter dat er in de Schriften antwoorden stonden die ik goed kon gebruiken.

Ik las: ‘Welnu, dit zijn de woorden en gij kunt ze op uzelf en op alle mensen toepassen’ (2 Nephi 11:8, cursivering toegevoegd; zie ook 1 Nephi 19:23–24; 2 Nephi 6:5; 11:2). Volgens mij hield dat in dat de Schriften op mij persoonlijk konden worden toegepast en dat dit voor iedereen gold.

Als ik een vers een paar keer las en het betekenis voor mij kreeg, vond ik dat de schrijver van het vers een wel heel diepgaand inzicht in mij en mijn gevoelsleven had.

Ik las bijvoorbeeld dat de profeet Lehi van de vrucht van de boom des levens nam en zei: ‘Daarom begon ik ernaar te verlangen dat mijn gezin er ook van zou nemen; want ik wist dat ze boven alle vruchten begerenswaardig was’ (1 Nephi 8:12). Ik had dat vers al vaak gelezen. Het zei me eigenlijk niet zo veel.

De profeet Nephi had ook gezegd dat hij ‘de dingen van mijn ziel’ had geschreven ‘tot lering en nut van mijn kinderen’ (2 Nephi 4:15). Ook dat had ik al eens eerder gelezen, en ook dat zei mij niet zo gek veel. Maar toen we later kinderen hadden, zag ik in dat zowel Lehi als Nephi net zo begaan waren met hun kinderen als wij met onze kinderen en kleinkinderen.

Ik vind deze teksten duidelijk en waardevol. Ik heb me afgevraagd hoe de jonge Joseph Smith zoveel inzicht kon hebben gehad. Ik geloof echter niet dat dat het geval is geweest. En dat was ook niet nodig. Hij heeft gewoon vertaald wat er op de platen geschreven stond.

Het Boek van Mormon staat vol met dergelijke duidelijke en waardevolle inzichten. En ze weerspiegelen grote wijsheid en diep inzicht die een 23-jarige vreemd zijn.

Ik kwam erachter dat iedereen waar dan ook in het Boek van Mormon kon lezen en inspiratie kon ontvangen.

Een vers werd mij soms pas duidelijk na het twee of drie keer gelezen te hebben en bleek dan ‘van toepassing’ te zijn op mijn dagelijks leven.

Ik noem nog een duidelijk en waardevol inzicht dat het Boek van Mormon pas na een paar keer lezen aan mij prijsgaf. Toen ik 18 was, moest ik in militaire dienst. Hoewel ik mij er niet eerder druk over had gemaakt, wilde ik opeens toch wel weten of het juist was dat ik de oorlog inging. Na een tijdje kreeg ik mijn antwoord uit het Boek van Mormon:

‘Zij [de Nephieten] vochten niet voor monarchie of macht, maar zij vochten voor huis en haard, voor hun vrijheid, hun vrouwen en hun kinderen en hun alles, ja, voor hun aanbiddingsriten en hun kerk.

‘En zij deden hetgeen volgens hen de plicht was die zij hun God verschuldigd waren; want de Heer had hun gezegd, en ook aan hun vaderen: Omdat gij niet schuldig zijt aan de eerste ergernis, noch aan de tweede, zult gij niet toelaten dat gij wordt gedood door de hand van uw vijanden.

‘En voorts heeft de Heer gezegd: Gij zult uw gezin tot bloedvergietens toe verdedigen. Om die reden dus streden de Nephieten tegen de Lamanieten om zichzelf en hun gezinnen en hun landerijen en hun land en hun rechten en hun godsdienst te verdedigen’ (Alma 43:45–47).

Met die kennis was ik bereid te dienen en mijn best te doen.

Nog een voorbeeld: we moesten op een keer een zwaarwegende beslissing nemen. Toen we na gebed nog geen zekerheid hadden, sprak ik er met ouderling Harold B. Lee over. Zijn raad was ermee verder te gaan. Toen hij zag dat ik er nog niet gerust op was, zei hij: ‘Weet je wat jouw probleem is? Dat je al aan het begin wil weten hoe het afloopt.’ Toen citeerde hij dit vers uit het Boek van Mormon: ‘Betwist niet omdat gij niet ziet, want gij ontvangt geen getuigenis dan na de beproeving van uw geloof’ (Ether 12:6).

Hij voegde eraan toe: ‘Je moet leren een paar stappen het duister in te lopen, en dan zal het licht aangaan en je pad verlicht worden.’ Die ervaring naar aanleiding van een vers uit het Boek van Mormon veranderde mijn leven ingrijpend.

Heeft u zich zo nu en dan ook niet zoals Nephi gevoeld, die zei: ‘Ik werd door de Geest geleid, van tevoren niet wetende wat ik moest doen’? (1 Nephi 4:6.) Heb u zich bij tijden ook niet zwak gevoeld?

Moroni voelde zich zwak en was bang dat ze ‘de spot [zouden] drijven met onze woorden [vanwege onze zwakheid].

De Heer sprak tot hem en zei: ‘Dwazen spotten, doch zij zullen treuren; en mijn genade is genoeg voor de zachtmoedigen, zodat zij geen misbruik zullen maken van uw zwakheid;

‘En indien de mensen tot Mij komen, zal Ik hun hun zwakheid tonen. Ik geef de mensen zwakheid, opdat zij ootmoedig zullen zijn; en mijn genade is genoeg voor alle mensen die zich voor mijn aangezicht verootmoedigen; want indien zij zich voor mijn aangezicht verootmoedigen en geloof hebben in Mij, zal Ik zwakke dingen sterk voor hen laten worden’ (Ether 12:25–27; cursivering toegevoegd).

Het leven is jachtig. Als u zich zwak voelt, of ontmoedigd, of gedeprimeerd, of angstig, sla dan het Boek van Mormon open en lees erin. Laat er niet te veel tijd overheen gaan. Lees een vers, een gedachte, een hoofdstuk.

Mijn ervaring is dat een getuigenis er niet op slag is. Het groeit eerder, zoals Ama zegt, uit een geloofszaadje. ‘Het zal uw geloof versterken, want gij zult zeggen: ik weet dat dit een goed zaadje is; want zie, het ontspruit en begint te groeien (Alma 32:30). Als u het verzorgt, zal het groeien; en als u het niet verzorgt, zal het verdorren. (Zie Alma 32:37–41.)

Wees niet teleurgesteld als u het boek verschillende keren hebt gelezen zonder een krachtige bevestiging te hebben gekregen. Misschien lijkt u wel wat op de discipelen over wie in het Boek van Mormon wordt gesproken, die de macht Gods in grote heerlijkheid op zich hadden rusten en dat niet wisten. (Zie 3 Nephi 9:20.)

Doe uw uiterste best. Denk aan dit vers: ‘En ziet toe dat al deze dingen in wijsheid en ordelijkheid worden gedaan, want het is niet nodig dat iemand harder loopt dan hij kracht heeft. En voorts is het noodzakelijk dat hij ijverig is om daardoor de prijs te kunnen behalen; daarom moeten alle dingen ordelijk worden gedaan’ (Mosiah 4:27).

De geestelijke gaven die in het Boek van Mormon worden genoemd zijn heden ten dage in de kerk aanwezig — ingevingen, indrukken, openbaringen, dromen, visioenen, verschijningen, wonderen. Het staat vast dat de Heer Zichzelf met macht en grote heerlijkheid kan openbaren, en dat soms doet. Wonderen geschieden.

Mormon heeft gezegd: ‘Is de dag van wonderen dan opgehouden?

‘Of zijn engelen opgehouden te verschijnen aan de mensenkinderen? Of heeft Hij hun de macht van de Heilige Geest onthouden? Of zal Hij dat doen zolang de tijd duurt, of de aarde bestaat, of er op het oppervlak daarvan één mens bestaat die moet worden gered?

‘Zie, ik zeg u: neen; want het is door geloof dat wonderen worden verricht’ (Moroni 7:35–37).

Bid altijd — alleen en met uw gezin. Antwoorden komen op velerlei wijzen.

Een paar woorden of een zinsnede, zoals ‘goddeloosheid heeft nooit geluk betekend’ (Alma 41:10), maken u duidelijk dat de Boze bestaat en hoe hij te werk gaat.

‘Want op die wijze gaat de duivel te werk, want hij overreedt geen enkel mens om goed te doen, neen, niet één; en zijn engelen evenmin; en evenmin zij die zich aan hem onderwerpen’ (Moroni 7:17).

Generaties lang hebben profeten in de leerstellingen van het eeuwige evangelie onderwezen om de ‘vredige volgelingen van Christus’ te beschermen (Moroni 7:3).

Mormon heeft onze tijd gadegeslagen. Hij heeft deze waarschu- wing gegeven: ‘Tenzij de Heer zijn volk met vele benauwingen kastijdt, ja, tenzij Hij hen met de dood en met verschrikking en met hongersnood en met allerlei pestilentie bezoekt, [denken zij niet aan Hem]’ (Helaman 12:3).

Toen de Heer de Nephieten bezocht, vroegen zij ‘met welke naam [zij] deze kerk moeten aanduiden; want er [was] woordenstrijd onder het volk aangaande die zaak.

‘De Heer zeide tot hen: (…) hoe komt het dat het volk hierover mort en redetwist?

‘Hebben zij de Schriften niet gelezen, waarin staat dat gij de naam van Christus, die mijn naam is, op u moet nemen? Want met die naam zult gij ten laatsten dage aangeduid worden’ (3 Nephi 27:3–5).

De kern van het Boek van Mormon is het testament van Jezus Christus dat erin is verwerkt. Van de zesduizend plus verzen in het Boek van Mormon gaan ruim de helft over Hem.

‘Wij spreken [dus] over Christus, wij verheugen ons in Christus, wij prediken Christus, wij profeteren over Christus, en wij schrijven vol-gens onze profetieën, opdat onze kinderen zullen weten op welke Bron zij mogen vertrouwen voor vergeving van hun zonden’ (2 Nephi 25:26).

Het Boek van Mormon is een eindeloze schat vol wijsheid en inspiratie, met instructie en correctie ‘aangepast aan de capaciteit van de zwakken en de zwaksten [onder ons]’ (LV 89:3). Bovendien is het rijk aan gedachtegoed voor de geleerdsten, als zij zich nederig opstellen (zie 2 Nephi 9:28–29).

We leren het volgende uit het Boek van Mormon:

Het heilsplan ofwel ‘het grote plan van geluk’ (Alma 42:8; zie ook Alma 42:5, 12, 30).

De leer van Christus en de verzoening (zie 2 Nephi 31:2–21; 32:1–6; 3 Nephi 11:31–40; 27:13–21).

Waarom de dood noodzakelijk is (zie 2 Nephi 9:4–6; Mosiah 16:8–9; Alma 12:25–27).

Het leven na de dood in de geestenwereld (zie Alma 40:11–14).

De werken van de Boze (zie 2 Nephi 2:27; Alma 28:13; 3 Nephi 2:2).

De orde van het priesterschap (zie Mosiah 29:42; Alma 4:20; 5:3, 44; Alma 13:1–10).

De avondmaalsgebeden (zie Moroni 4:3; 5:2).

Een zekere manier om goed en kwaad te onderscheiden (zie Moroni 7:16).

Hoe vergeving van zonden kan worden behouden (zie Mosiah 4:26).

En vele duidelijke, profetische waarschuwingen en andere zaken met betrekking tot de verlossing van de mens en ons leven. Alle maken deel uit van de volheid van het evangelie (zie LV 20:9).

Het Boek van Mormon bevestigt de leringen van het Oude Testament. Het bevestigt de leringen van het Nieuwe Testament. Het herstelt ‘vele duidelijke en waardevolle dingen’ (1 Nephi 13:28) die uit beide testamenten zijn weggenomen en verdwenen (zie ook 1 Nephi 13:20–42; 14:23). Het is met recht eveneens een testament aangaande Jezus Christus.

Dit jaar vieren we het 175-jarig bestaan van de kerk en het 200-jarig jubileum van de geboorte van de profeet Joseph Smith. In de kerk zal er ter ere van hem veel geschreven en gezegd worden.

Zoals gewoonlijk zal er veel worden gezegd en geschreven om hem in diskrediet te brengen. In het verleden heeft men geprobeerd, men probeert nu, en men zal altijd wel blijven proberen om in tweehonderd jaar oude bronnen iets te vinden waarmee Joseph verdacht kan worden gemaakt.

In de openbaringen wordt gesproken over hen ‘die de hiel opheffen tegen mijn gezalfden, zegt de Heer, en roepen dat zij hebben gezondigd wanneer zij niet voor mijn aangezicht hebben gezondigd, zegt de Heer, maar datgene hebben gedaan wat goed was in mijn ogen en wat Ik hun geboden had’ (LV 121:16). Er wacht hen een pijnlijke straf.

Wij hoeven de profeet Joseph Smith niet in bescherming te nemen. Het Boek van Mormon: eveneens een testament aangaande Jezus Christus zal hem voor ons verdedigen. Wie Joseph Smith als profeet en openbaarder verwerpen, zullen toch op de een of ander manier een verklaring voor het Boek van Mormon moeten vinden.

En voor de tweede sterke verdediging: de Leer en Verbonden, en de derde: de Parel van grote waarde. In combinatie uitgegeven vormen deze drie schrifturen een onwrikbaar testament dat Jezus de Christus is en een getuigenis dat Joseph Smith een profeet van God is.

En ik voeg mij bij de miljoenen anderen die dat getuigenis hebben en ik geef het u in de naam van Jezus Christus. Amen.