2005
Zouden we wel gaan?
Februari 2005


Zouden we wel gaan?

Een paar jaar geleden waren een groepje vrienden en ik van plan om twee dagen de bergen in te trekken. We hadden behoorlijk wat ervaring met kamperen, waren bekend met het gebied dat we op het oog hadden en onze uitrusting was op de meeste situaties voorbereid. We zouden er echter spoedig achter komen dat onze uitrusting en ervaring, zonder de leiding van de Heilige Geest, ons geen goed hadden gedaan.

Een paar dagen vóór de tocht was het onbewolkt en een gemiddelde temperatuur. Onze plaats van bestemming was Mount Chocorua in de White Mountains van New Hampshire. Hoewel de bergen hier niet zo hoog zijn als in andere streken, zijn ze toch behoorlijk steil, en daar komt nog bij dat New England berucht is om zijn onvoorspelbare weersveranderingen.

Eén dag voor ons vertrek begon het te regenen. Normaal gesproken lag ik daar niet wakker van; het had wel vaker geregend op onze trektochten. Maar deze keer had ik echter een angstig voorgevoel. Ik raadpleegde het weerbericht — lichte regen, dat was alles. En toch voelde ik mij er niet gerust onder. En terwijl ik mij klaarmaakte om naar bed te gaan, in mijn schriften las en bad, werd dat gevoel almaar sterker.

Ten slotte liep ik naar mijn rugzak om er mijn kaart van het gebied uit te halen. Toen ik Mount Chocorua op de kaart vond, nam mijn onrustige gevoel alleen nog maar toe. Het was zo’n intens gevoel dat ik er over dacht om de tocht af te blazen, maar dat voelde ook niet goed aan. Ik vond een andere berg die op ons lijstje bergen stond en voelde me gelijk stukken beter. Na erover gebeden te hebben, voelde ik me een stuk geruster. Wel vroeg ik me af of mijn vriend Glenn niet teleurgesteld zou zijn. Hij had zoveel voorbereiding in deze tocht gestoken.

De volgende ochtend regende het nog steeds. Toen we allemaal bij het vertrekpunt waren gearriveerd, vertelde ik mijn vrienden waar ik mij zorgen over maakte. Tot mijn opluchting hadden twee anderen hetzelfde gevoel gekregen en Glenn was meer dan bereid om een andere berg te beklimmen. Daarna baden we en vroegen de Heer over ons te waken en of wij de juiste keuzes mochten maken. We voelden ons goed over de nieuwe plannen en gingen op weg.

Hoewel het bleef regenen, verliep onze rit ernaar toe en de bergtocht zonder problemen. Na de avondmaaltijd hield het op met regenen, de wolken braken en we zagen een schitterende zonsondergang. We doken met een goed gevoel in onze slaapzak.

Midden in de nacht werden we uit onze slaap gewekt door zwaar onweer dat bijna de hele nacht duurde. Hoewel de regen, de wind en de bliksem fors waren op onze plek, hadden we niet het gevoel dat we gevaar liepen. Het weerlicht was naar het oosten veel heviger waar het, vanuit mijn positie, in een bepaald gebied bijna elke seconde bliksemde en wel een uur lang. Blij dat ik daar niet was, viel ik weer in slaap. De rest van de tocht was nat, maar er deden zich geen ongelukken voor en we genoten volop.

Een paar dagen later was ik op een barbecue van het instituut. En de vrienden met wie ik de tocht gemaakt had, waren er ook. Toen Glenn arriveerde had hij een eigenaardige blik in zijn ogen. Hij liet ons een stukje lezen uit een gids over de White Mountains. Daarin stond dat Mount Chocorua dan wel niet zo hoog is als de omliggende bergen, maar dat hij door zijn ligging en doordat hij bijna onbegroeid is, een van de gevaarlijkste bergen in Noord-Amerika was, omdat de bliksem er zo vaak insloeg. En het gebied waarboven we zoveel bliksemschichten hadden gezien bleek het gebied rond de Chocorua te zijn.

We waren ongelooflijk dankbaar dat we door de Heilige Geest waren gewaarschuwd om niet die berg te beklimmen.

Michael T. Richie is lid van de wijk Scituate, ring Providence (Rhode Island, VS).