1 Toen dus de Farizeeën hadden gehoord dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes,

2 zochten zij nog ijveriger een aanleiding om Hem ter dood te kunnen brengen; want velen namen Johannes aan als profeet, maar zij geloofden niet in Jezus.

3 Nu wist de Heer dit, hoewel Hij zelf niet zovelen doopte als zijn discipelen;

4 want Hij liet hen begaan als voorbeeld van hoe zij elkaar de voorkeur dienden te geven.

26 Want aan zulke mensen heeft God zijn Geest beloofd. En zij die Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid.