Studiewijzers
BJS, Johannes 1


BJS, Johannes 1:1–34. Vergelijk Johannes 1:1–34

Het evangelie van Jezus Christus is vanaf het begin gepredikt. Johannes de Doper is de Elias die de weg voor Christus bereidt, en Jezus Christus is de Elias die alle dingen herstelt en door wie het heil komt.

1 In het begin werd het evangelie gepredikt door middel van de Zoon. En het evangelie was het woord en het woord was bij de Zoon en de Zoon was bij God en de Zoon was uit God.

2 Deze was in het begin bij God.

3 Alle dingen zijn door Hem gemaakt; en zonder Hem is geen ding gemaakt dat gemaakt is.

4 In Hem was het evangelie en het evangelie was het leven en het leven was het licht van de mensen;

5 en het licht schijnt in de wereld en de wereld bemerkt het niet.

6 Er was een man, van God gezonden, wiens naam Johannes was.

7 Deze kwam in de wereld als getuige om te getuigen van het licht, om te getuigen van het evangelie door middel van de Zoon, tot allen, opdat door hem de mensen zouden geloven.

8 Hij was niet dat licht, maar kwam om te getuigen van dat licht;

9 dat het ware licht was dat ieder mens verlicht die in de wereld komt;

10 ja, de Zoon van God. Hij die in de wereld was, en de wereld was door Hem gemaakt en de wereld kende Hem niet.

11 Hij kwam tot de zijnen en de zijnen namen Hem niet aan.

12 Maar allen die Hem aannamen, aan hen gaf Hij macht om de zonen van God te worden; alleen aan hen die geloven in zijn naam.

13 Hij werd geboren, niet door bloed, noch door de wil van het vlees, noch door de wil van de mens, maar van God.

14 En datzelfde woord werd vlees gemaakt en woonde onder ons en wij aanschouwden zijn heerlijkheid, de heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader, vol genade en waarheid.

15 Johannes getuigde van Hem en riep: Deze is het van wie ik heb gesproken; Hij die na mij komt, geniet de voorkeur vóór mij; want Hij was vóór mij.

16 Want in het begin was het Woord, ja, de Zoon, die vlees is gemaakt en tot ons is gezonden door de wil van de Vader. En allen die geloven in zijn naam zullen uit zijn volheid ontvangen. En uit zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ja, onsterfelijkheid en het eeuwige leven door zijn genade.

17 Want de wet was gegeven door Mozes, maar het leven en de waarheid zijn gekomen door Jezus Christus.

18 Want de wet was naar een vleselijk gebod ter bediening van de dood; maar het evangelie was naar de macht van een oneindig leven door Jezus Christus, de eniggeboren Zoon, die aan de boezem van de Vader is.

19 En geen mens heeft ooit God gezien tenzij Hij heeft getuigd van de Zoon; want als het niet door Hem is, kan geen mens behouden worden.

20 En dit is het getuigenis van Johannes toen de Joden priesters en Levieten uit Jeruzalem zonden om hem te vragen: Wie bent u?

21 En hij bekende en ontkende niet dat hij Elias was; maar bekende: Ik ben niet de Christus.

22 En zij vroegen hem: Hoe dan bent u Elias? En hij zei: Ik ben niet die Elias die alle dingen zou herstellen. En zij vroegen hem: Bent u die profeet? En hij antwoordde: Neen.

23 Toen zeiden zij tot hem: Wie bent u? opdat wij antwoord kunnen geven aan hen die ons gezonden hebben. Wat zegt u van uzelf?

24 Hij zei: Ik ben de stem van één die roept in de woestijn: Maak recht de weg van de Heer zoals de profeet Jesaja zegt.

25 En zij die gezonden waren, hoorden bij de Farizeeën.

26 En zij vroegen hem en zeiden tot hem: Waarom doopt u dan indien u niet de Christus bent, noch Elias die alle dingen zou herstellen, noch die profeet?

27 Johannes antwoordde hun: Ik doop met water, maar er staat één onder u die u niet kent;

28 Hij is het van wie ik getuig. Hij is die profeet, ja, Elias, die, komende na mij, de voorkeur geniet vóór mij, wiens schoenriem ik niet waardig ben om los te maken of wiens plaats ik niet kan innemen; want Hij zal niet alleen met water dopen, maar met vuur en met de Heilige Geest.

29 De volgende dag zag Johannes Jezus tot zich komen en zei: Zie, het Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt!

30 En Johannes getuigde van Hem tot het volk: Deze is het van wie ik heb gezegd: na mij komt een man die de voorkeur geniet vóór mij; want Hij was vóór mij en ik kende Hem en wist dat Hij geopenbaard zou worden aan Israël; daarom ben ik gekomen om te dopen met water.

31 En Johannes getuigde: Toen Hij door mij gedoopt was, zag ik de Geest uit de hemel neerdalen als een duif en deze rustte op Hem.

32 En ik kende Hem; want Hij die mij gezonden had om te dopen met water, die zei tot mij: Op wie u de Geest zult zien neerdalen en op Hem blijven, die is het die doopt met de Heilige Geest.

33 En ik zag en getuigde dat deze de Zoon van God is.

34 Deze dingen geschiedden in Bethabara, over de Jordaan, waar Johannes doopte.

BJS, Johannes 1:42. Vergelijk Johannes 1:42

Kefas betekent ‘ziener’ of ‘steen’.

42 En hij bracht hem bij Jezus. En toen Jezus hem zag, zei Hij: U bent Simon, de zoon van Jona, u zult Kefas genoemd worden, hetgeen vertaald ziener of steen betekent. En het waren vissers. En terstond lieten zij alles achter en volgden Jezus.