Bisschap
Mentale gezondheid


‘Mentale gezondheid’, Hulpmiddelen voor begeleiding (2020).

‘Mentale gezondheid’, Hulpmiddelen voor begeleiding.

Mentale gezondheid

Onze mentale gezondheid beïnvloedt onze gedachten, emoties, relaties en ons gedrag. Mensen met mentale gezondheidsproblemen of psychische ziekten kunnen het moeilijk vinden om dagelijkse routines en verplichtingen het hoofd te bieden. Dat kan emotioneel uitputtend en verwarrend zijn, niet alleen voor de betrokkenen, maar ook voor hun dierbaren en leidinggevenden die aan bediening willen doen.

Als u geen professioneel hulpverlener bent, is het niet aan u om een diagnose te stellen of therapeutische hulp te verlenen aan mensen met mentale gezondheidsproblemen. Niemand hoeft zich beledigd te voelen als mensen niet of amper op goedbedoelde hulppogingen van leidinggevenden reageren. Het is beter als leidinggevenden de betrokkenen aanraden een professioneel hulpverlener te raadplegen. (Zie Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen [2020], 31.2.6.) Gezinsondersteunende diensten kan, zo mogelijk, een consult regelen en leidinggevenden informeren over de plaatselijke professioneel hulpverleners die een beoordeling kunnen geven. Voor meer informatie over mentale gezondheid kunnen leidinggevenden terecht in het gedeelte Disabilities Resources op ChurchofJesusChrist.org, met name het artikel ‘Mental Illness’.

Probeer het te begrijpen

Toon uw liefde en medeleven in gesprekken over geestelijke gezondheidsproblemen, net zoals de Heiland dat zou doen. Als de betrokkenen voor hulp naar u zijn toegekomen, bedank ze daar dan voor. Houd in gedachte dat elke situatie anders is en dat iedereen uniek is. Denk onder gebed na of u vragen zou moeten stellen zoals de volgende. Luister dan naar de Geest, zodat u de bekommernissen van de betrokkene beter kunt begrijpen en zijn of haar behoeften beter kunt inschatten.

  • Is er bij u ooit een diagnose gesteld van een mentale aandoening? Zo ja, hoelang geleden was dat? Welke invloed heeft de aandoening op uw werk en uw familierelaties?

  • Wat zijn op dit moment uw grootste zorgen?

  • Welke hulp krijgt u momenteel van een psycholoog of therapeut? Volgt u zijn of haar adviezen, en bent u tevreden over de hulp die u krijgt?

  • Hebt u het gevoel dat uw mentale gezondheid erop vooruitgaat, hetzelfde blijft of achteruitgaat?

  • Hoe gaat u ermee om?

  • Hoe gaan uw familieleden ermee om? Hebben zij al iets nuttigs voorgesteld dat u nog niet doet?

  • Hoe ziet uw ondersteuningsnetwerk eruit?

  • Hebt u van onze hemelse Vader inzichten over uw aandoening gekregen? Zo ja, welke dan?

Om meer inzicht in de situatie te krijgen, kunt u met toestemming van de betrokkene discreet contact met familieleden opnemen.

Die ene helpen

Tips voor uw hulp aan mensen die u wilt laten inzien hoe hun problemen hun leven beïnvloeden:

Verzeker de betrokkene ervan dat onze hemelse Vader van hem of haar houdt, en dat de Heiland de problemen begrijpt.

  • Help de persoon inzien dat mentale gezondheidsproblemen geen straf van God zijn.

  • Leg uit dat mentale gezondheidsproblemen niet met louter wilskracht kunnen worden opgelost. Mentale gezondheidsproblemen zijn geen teken van een gebrek aan geloof, karakter of waardigheid.

Betrek deze mensen bij kerkactiviteiten en gepaste dienstverleningsmogelijkheden.

  • Vraag aan de betrokkenen, hun familieleden en mensen die hen goed kennen wat hun sterke en zwakke punten zijn.

Neem eventueel contact op met Gezinsondersteunende diensten of plaatselijke psychologen of therapeuten voor meer informatie over mogelijke ondersteuning en behandeling. Houd er rekening mee dat sommige aandoeningen zelfs met de beste zorg niet weggaan.

  • Mensen die medicatie nemen, mogen die niet afbouwen of ermee stoppen voordat ze hun dokter hebben geraadpleegd.

Zelfmoord is vaak een risicofactor bij mensen met een zwakke mentale gezondheid. Zorg dat u de alarmsignalen voor zelfmoord leert herkennen, en neem ze serieus als u ze waarneemt.

  • Als het lid ‘afscheid neemt’, over zelfmoord praat of in diepe wanhoop verkeert, roep dan onmiddellijk hulp in. Neem contact op met de bisschop, een dokter, de familie van de betrokkene, of ga naar de afdeling spoedeisende hulp van het ziekenhuis. Er is ook een advieslijn voor leidinggevenden. U kunt ook onmiddellijk hulp krijgen via een hulplijn. Voor meer informatie over zelfmoord en -preventie kunt u terecht in het Gospel Topic suicide op ChurchofJesusChrist.org.

  • Moedig de betrokkene aan de bijeenkomsten van een plaatselijke praatgroep bij te wonen.

Het gezin steunen

Mentale gezondheidsproblemen kunnen het hele gezin van een betrokkene raken. Ga na hoe het gezin erdoor wordt getroffen, en bekijk hoe u in hun behoeften kunt voorzien. Toon uw liefde en medeleven in uw gesprekken met de gezinsleden.

Moedig het gezin, de familie en andere betrokkenen aan om met elkaar te overleggen over de behoeften van het lid en over mogelijke hulpbronnen (zie Algemeen handboek, 22.3–22.11).

  • Moedig de gezinsleden aan zich voor te bereiden op momenten dat de betrokkene hulp nodig heeft bij het dagelijks functioneren.

  • Bespreek zo nodig hoe het gezin kan helpen met rekeningen betalen, bankzaken, vervoer en medische hulp (bijvoorbeeld afspraken met een psycholoog of therapeut, medicatie, ziekenhuisopname).

Adviseer gezinsleden om niet te veel of te weinig te verwachten. Genezing hangt vaak af van de diagnose en de behandeling. Soms treedt er in het beste geval alleen wat verbetering op.

Ga op zoek naar steungroepen voor familieleden en vrienden van mensen met mentale gezondheidsproblemen.

  • Dokters, psychologen of therapeuten weten vaak waar gespecialiseerde praatgroepen te vinden zijn.

Gebruikmaken van hulpbronnen in wijk en ring

Als dit gepast is, kunt u leidinggevenden in de wijk of andere vertrouwenspersonen vragen om blijvende steun te bieden. Vraag toestemming aan de betrokkene voordat u de situatie met anderen bespreekt.

Wijs een vertrouwenspersoon als mentor voor het lid en zijn of haar familieleden aan, en moedig beide partijen aan om vaak bijeen te komen.

  • De mentor moet iemand zijn bij wie de betrokkene zich op zijn gemak voelt. Het kan een dienende zuster of broeder zijn.

  • Zorg ervoor dat de mentor niet in potentieel gevaarlijke situaties terechtkomt.

Als dat gepast is, kunt u het gezin vragen om leidinggevenden in de kerk in te schakelen in hun bediening aan de betrokkene.

  • Moedig de helpers aan om dingen met in plaats van voor de betrokkene te doen. Neem hem of haar bijvoorbeeld mee naar een activiteit of werk samen aan een welzijnstaak.

Als het lid vanwege de mentale gezondheidsproblemen behoefte heeft aan een mantelzorger, raadpleeg dan het artikel over Steun voor mantelzorgers op deze website.

Zorg dat de betrokkene zo nodig professionele hulp krijgt.

  • Maak gebruik van plaatselijke diensten die in overeenstemming met de evangeliebeginselen werken.

  • Neem voor meer informatie over hulpbronnen en therapeutische hulp contact op met een plaatselijke afdeling van Gezinsondersteunende diensten of met het gebiedskantoor.