Kom dan en volg Mij
16–22 september. 2 Korinthe 8–13: “God heeft een blijmoedige gever lief”


‘16–22 september. 2 Korinthe 8–13: “God heeft een blijmoedige gever lief”’ Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘16–22 september. 2 Korinthe 8–13’, Kom dan en volg Mij – voor de zondagsschool: 2019

Afbeelding
Jezus praat met een kindje

16–22 september

2 Korinthe 8–13

‘God heeft een blijmoedige gever lief’

Denk wanneer u 2 Korinthe 8–13 leest aan de mensen in uw les en plan activiteiten waardoor ze de beginselen in deze hoofdstukken kunnen ontdekken. Kijk daarna in dit lesschema voor aanvullende ideeën.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

U kunt de deelnemers aan de les bijvoorbeeld op deze manier aanzetten om te bespreken wat ze van 2 Korinthe 8–13 hebben geleerd: vraag enkele leden op het bord een lievelingstekst uit deze hoofdstukken op het bord te schrijven en vraag dan de rest van de klas deze in de Schriften te vinden. Vraag de mensen in de klas waarom die verzen betekenis voor hen hebben.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

2 Korinthe 8:1–15; 9:6–15

Heiligen geven blijmoedig wat ze hebben om de armen en behoeftigen tot zegen te zijn.

  • God heeft zijn heiligen opgedragen voor de behoeftigen te zorgen. Passages in 2 Korinthe 8–9 kunnen de aanwezigen bij hun inspanningen inspireren. Om ze deze passages te helpen vinden, kunt u vragen op het bord schrijven. Bijvoorbeeld: Waarom geven we? en Hoe moeten we geven? De ene helft van de klas kan in 2 Korinthe 8:1–15 naar antwoorden zoeken en de andere helft in 2 Korinthe 9:6–15. (U kunt uitleggen dat Paulus in hoofdstuk 8, verzen 1–5 over de Macedonische heiligen sprak als voorbeeld van gulle gevers.) Hoe kunnen we aan de hand van de beginselen die Paulus onderwees beter voor de armen en behoeftigen zorgen?

  • Maak de mensen in uw les duidelijk wat de manier van de Heer is om in de stoffelijke behoeften van zijn heiligen te voldoen met behulp van de informatiebronnen in de ‘Bijkomende leermiddelen’. Vraag enkele leden van de klas een of enkele van deze informatiebronnen te bestuderen en te vertellen wat ze ervan vinden. Kunnen de aanwezigen in 2 Korinthe 8:1–15; 9:6–15 informatie vinden waaruit blijkt dat de heiligen in Paulus’ tijd op dezelfde manier voor de armen zorgden als wij nu?

2 Korinthe 11:13–33

Valse profeten proberen ons te misleiden.

  • Omdat we net als de Korinthische heiligen gevoelig zijn voor valse leringen, is het zinvol om de waarschuwingen van Paulus aan de Korinthiërs over ‘valse apostelen’ te bestuderen. De aanwezigen kunnen voorbeelden van valse leringen die ons tegenwoordig beïnvloeden in de toespraak van ouderling Quentin L. Cook vinden: ‘Kloekmoedig in het getuigenis van Jezus’. (Liahona, november 2016, 40–43.) Vraag voor de les iemand deze toespraak te lezen, en dan aan de klas te vertellen wat hij heeft geleerd over ‘struikelblokken’ vermijden die ons van het evangelie wegleiden. Welke andere leringen die tegenwoordig heel gewoon zijn kunnen ons van de evangeliewaarheden wegleiden? Laat de leden in de les 2 Korinthe 11:21–33 doornemen en vraag ze wat ze uit deze verzen over ware ‘dienaars van Christus’ leren.

2 Korinthe 11:3; 13:5–8

We moeten onze getrouwheid aan het evangelie van Jezus Christus onderzoeken.

  • Soms voelen leden van de kerk zich overweldigd door alle eisen van het leven. Ook door de eisen die volgens hen aan een heilige der laatste dagen gesteld worden. De raad van Paulus om onszelf te ‘[onderzoeken] of [wij] in het geloof’ zijn, kan de klas en u helpen u te richten op de ‘eenvoud die in Christus is’ (2 Korinthe 13:5; 11:3). Lees klassikaal 2 Korinthe 11:3 en bespreek wat ‘eenvoud die in Christus is’ betekent. U kunt de mensen in de les vragen zich voor te stellen dat hun werd gevraagd een beschrijving van het evangelie van Jezus Christus in maximaal honderd woorden voor een krant te schrijven. Gun ze de tijd om hun artikel op te schrijven en laat ze aan elkaar vertellen wat ze hebben opgeschreven. Ze kunnen meer informatie in Johannes 3:16–17; 3 Nephi 27:13–21; en Trouw aan het geloof36–37 vinden. Vraag de mensen in de klas te overwegen of ze de basisbeginselen van het evangelie trouw zijn.

  • U kunt president Dieter F. Uchtdorfs woorden in ‘Bijkomende leermiddelen’ gezamenlijk lezen, zodat de leden beter kunnen onderzoeken hoe ze hun leven kunnen vereenvoudigen om betere discipelen te worden. Ze kunnen bespreken hoe ze de raad van president Dieter F. Uchtdorf om ‘[zich] op de fundamentele leerstellingen, beginselen en toepassingen van het evangelie [te concentreren]’ kunnen toepassen. Hoe kunnen we onszelf nog meer onderzoeken om te zorgen dat we trouw aan het geloof blijven?

2 Korinthe 12:5–10

De genade van de Heiland is voldoende om ons in onze zwakheden te sterken.

  • Wat zou u tegen een vriend zeggen die voor verlichting van een lichamelijk gebrek heeft gebeden, maar vindt dat zijn of haar gebed niet wordt verhoord? Vraag ze in stilte over deze vraag na te denken terwijl ze 2 Korinthe 12:5–10 lezen. Dan kunnen ze inzichten uit deze verzen bespreken waar ze iets aan hebben. Ze kunnen ook vertellen wanneer ze, door de genade van Jezus Christus, kracht in zwakheid hebben gevonden. Welke uitwerking had dat op hen?

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Om de deelnemers aan de les te motiveren Galaten te lezen, vraagt u hun of ze iemand kennen die zich van het evangelie heeft afgewend. Dan willen ze zeker lezen hoe Paulus de Galaten die van het evangelie waren afgedwaald, aanspoorde om terug te komen.

Afbeelding
Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

2 Korinthe 8–13

De wijze van de Heer om voor de armen en behoeftigen te zorgen.

We kunnen onze benadering om het evangelie na te leven vereenvoudigen.

President Dieter F. Uchtdorf heeft gezegd:

‘Broeders en zusters, het evangelie naleven hoeft niet ingewikkeld te zijn.

‘Het is eigenlijk vrij eenvoudig. Het zou als volgt omschreven kunnen worden:

  • ‘Met een oprechte bedoeling naar het woord van God luisteren, leidt tot geloof in God en vertrouwen in zijn beloften.

  • ‘Hoe meer we op God vertrouwen, hoe meer ons hart met liefde voor Hem en voor elkaar vervuld wordt.

  • ‘Door onze liefde voor God willen we Hem volgen en voegen we onze daden naar zijn woord.

  • ‘Omdat we God liefhebben, willen we Hem dienen; we willen anderen tot zegen zijn en de armen en hulpbehoevenden de helpende hand toesteken.

  • ‘Hoe meer we dit pad van het discipelschap bewandelen, hoe meer kennis we van het woord van God willen opdoen.

‘En zo gaat dat voort. Elke stap leidt tot de volgende en vervult ons met steeds meer geloof, hoop en liefde.

‘Het is geweldig eenvoudig, en het werkt uitstekend.

‘Broeders en zusters, als u ooit vindt dat het evangelie niet goed voor u werkt, vraag ik u pas op de plaats te maken, uw leven vanuit een hoger niveau te bezien en uw benadering van het discipelschap te vereenvoudigen. Concentreer u op de fundamentele leerstellingen, beginselen en toepassingen van het evangelie. Ik beloof u dat God u zal leiden en zegenen op uw pad naar een leven dat voldoening geeft, en dat het evangelie echt beter voor u zal werken. (‘Het werkt uitstekend!’, Liahona, november 2015, 22.)

Ons onderwijs verbeteren

Werk met andere gezinsleden samen. ‘De mensen die de krachtigste invloed hebben op een individu – ten goede of ten kwade – zijn meestal degenen waar hij of zij mee samenwoont. Omdat ons thuis de basis is voor het naleven en leren van het evangelie, zijn uw inspanningen om een cursist te versterken het effectiefst als u samenwerkt met […] gezinsleden.’ (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland8.)