‘28 januari–3 februari. Mattheüs 3; Markus 1; Lukas 3: “Maak de weg van de Heere gereed”’ Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2019 (2019)
‘28 januari–3 februari. Mattheüs 3; Markus 1; Lukas 3’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2019
Glas-in-loodraam in de Nauvootempel (Illinois, VS), Tom Holdman
28 januari–3 februari
Mattheüs 3; Markus 1; Lukas 3
‘Maak de weg van de Heere gereed’
Schrijf uw ingevingen op terwijl u over Johannes de Doper en de doop van Jezus Christus leest. In Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen vindt u meer uitleg over deze Schriftteksten. U kunt ermee bijdragen aan de persoonlijke studie van de kinderen.
Schrijf uw ingevingen op
Meedoen stimuleren
Geef de kinderen de gelegenheid om te vertellen wat ze weten. Toon een afbeelding van de doop van Jezus. Vraag ze wat er op die afbeelding gebeurt en hoe ze zich over hun eigen doop voelen.
In de leer onderwijzen
Kleine kinderen
Ik kan mij net als Jezus laten dopen.
Hoe kunt u de kinderen aan de hand van het verhaal over Jezus’ doop op hun eigen doop voorbereiden?
Mogelijke activiteiten
-
Vat het verhaal van de doop van de Heiland samen. (Zie Mattheüs 3:13–17; zie ook ‘Hoofdstuk 10: Jezus laat Zich dopen’, Verhalen uit het Nieuwe Testament, 26–29, of de bijbehorende video op LDS.org.) Herhaal het verhaal een paar keer en laat de kinderen vertellen wat ze zich ervan herinneren. Leg uit dat Jezus Zich door onderdompeling liet dopen door iemand met priesterschapsgezag.
-
Toon een afbeelding van Jezus’ doop en de doe-pagina van deze week. Vraag de kinderen welke dingen de twee afbeeldingen gemeen hebben.
-
U kunt de beloftes doornemen die de kinderen bij hun doop doen. (Zie Mosiah 18:8–10; LV 20:37; Trouw aan het geloof, 27–28.) Vraag ze welke van die dingen ze nu al doen.
-
Vraag een lid van de bisschap de kinderen te vertellen over het doopgesprek dat ze voor hun doop zullen hebben.
-
Zing samen ‘De doop’, Kinderliedjes, 54–55. U kunt een kind dat het liedje goed kent de anderen laten leiden.
We kunnen Jezus’ voorbeeld volgen door ons te laten dopen.
De Heilige Geest helpt mij.
De kinderen bereiden zich niet alleen op de doop voor, maar ook op de gave van de Heilige Geest. Hoe kunt u hen helpen?
Mogelijke activiteiten
-
Leer de kinderen aan de hand van Mattheüs 3:11, 16 dat de Heilige Geest na Jezus’ doop op Hem neerdaalde. (Er verscheen een duif als teken dat dat gebeurd was.) Toon de foto De gave van de Heilige Geest (Evangelieplatenboek, nr. 105) en leg uit dat we bij onze bevestiging de gave van de Heilige Geest ontvangen.
-
Neem een doos mee met bijvoorbeeld een afbeelding van Jezus, een dekentje en een kompas. Laat de kinderen een voorwerp kiezen en vertellen hoe het een manier voorstelt waarop de Heilige Geest ons kan helpen – Hij getuigt van Jezus, troost ons (zie Johannes 15:26) en wijst ons de goede weg (zie 2 Nephi 32:5).
-
Vertel over situaties waarin u de hulp van de Heilige Geest ondervonden hebt.
-
Zing samen ‘De Heilige Geest’, Kinderliedjes, 105 en laat de kinderen dan vertellen op welke manieren de Heilige Geest ons helpt.
In de leer onderwijzen
Grote kinderen
De verordeningen van het Aäronisch priesterschap zijn mij tot zegen.
Johannes de Doper droeg het Aäronisch priesterschap. Dit is een goede gelegenheid om de kinderen over het Aäronisch priesterschap te leren en over de zegeningen en kracht die zowel mannen als vrouwen door dit priesterschap kunnen krijgen.
Mogelijke activiteiten
-
Laat de kinderen aan de hand van Leer en Verbonden 20:46, 58–60; 84:111 een lijst maken met de plichten van de Aäronische priesterschap. Leg uit dat het de plicht is van priesters in het Aäronisch priesterschap om ‘te dopen, en om het avondmaal te bedienen’. Priesters, leraren en diakenen moeten ‘onderwijzen, en allen uitnodigen om tot Christus te komen’ (LV 20:46, 59). Laat de kinderen in Mattheüs 3 opzoeken hoe Johannes die plichten vervulde. Hoe kunnen wij net als Johannes anderen uitnodigen om tot Christus te komen?
-
Toon afbeeldingen waarop Aäronisch-priesterschapsdragers mensen dopen of het avondmaal bedienen. (Zie Evangelieplatenboek, nrs. 103, 108.) Bespreek hoe die verordeningen ons voorbereiden om Jezus Christus en zijn verzoening te ontvangen.
-
Lees samen Leer en Verbonden 13:1 en leg uit dat Johannes de Doper het Aäronisch priesterschap aan Joseph Smith hersteld heeft. Vraag in welke opzichten het herstelde Aäronisch priesterschap de kinderen tot zegen geweest is.
Mattheüs 3:13–17; Lukas 3:2–18
Ik kan mijn doopverbonden nakomen.
Het verhaal over Jezus’ doop biedt u de gelegenheid om met de kinderen over hun doopverbonden te praten. Ze kunnen zich opnieuw voornemen om ze na te komen.
Mogelijke activiteiten
-
Laat twee kinderen Lukas 3:7–9, 15–17 voorlezen. De ene leest de woorden van Johannes de Doper en de andere leest de rest. Stop na elk vers en zorg ervoor dat de kinderen het begrijpen.
-
Neem in Mosiah 18:8–10 en Leer en Verbonden 20:37 het doopverbond door dat de kinderen gesloten hebben. (Zie ook Trouw aan het geloof, 27–30.) Laat de kinderen die tekstverwijzingen op de doe-pagina van deze week schrijven.
-
Maak een aantal verschillende sets van twee identieke kaartjes met een zinsnede of afbeelding die een belofte in ons doopverbond voorstelt. Leg de kaartjes met de afbeelding of zinsnede naar beneden. Laat de kinderen er om de beurt twee dezelfde zoeken door telkens twee kaartjes om te draaien. Als ze er twee dezelfde gevonden hebben, laat u ze vertellen hoe ze die belofte nakomen.
-
Vertel hoe het nakomen van uw doopverbond u tot zegen is.
De Heilige Geest kan mij leiden.
Kinderen leren de leiding van de Heilige Geest herkennen en volgen. Hoe kunt u ze leren dat ze zijn leiding waardig zijn als ze hun doopverbond nakomen?
Mogelijke activiteiten
-
Laat ieder kind een van deze Schriftteksten kiezen om zelf te lezen en daarna uit te leggen hoe de Heilige Geest tot ons spreekt: Leer en Verbonden 6:23; 8:2–3.
-
Laat een kind Mattheüs 3:11 voorlezen. Hoe is de Heilige Geest als een vuur? Vuur geeft bijvoorbeeld een warm gevoel en licht dat ons de weg wijst (zie Johannes 15:26; 2 Nephi 32:5).
-
Laat de kinderen hun ogen sluiten en hun handen uitsteken. Streel hun handen met een pluim of een touwtje. Laat ze het zeggen wanneer ze iets voelen. Hoe is deze activiteit te vergelijken met het herkennen van de ingevingen van de Heilige Geest?
-
Laat de kinderen vertellen over hun ervaringen met de Heilige Geest. Waarom moeten we ons verbond nakomen om de leiding van de Heilige Geest te krijgen?
Thuisstudie stimuleren
Spoor de kinderen aan om hun ouders of andere gezinsleden vragen over hun doop te stellen.
Ons onderwijs verbeteren
Zoek persoonlijke inspiratie. U hoeft deze lesschema’s niet te volgen. Put er inspiratie uit en denk na over de behoeften van de kinderen. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 7.)