Kom dan en volg Mij
21–27 september. 3 Nephi 12–16: ‘Ik ben de wet en het licht’


‘21–27 september. 3 Nephi 12–16: “Ik ben de wet en het licht”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Boek van Mormon 2020 (2020)

‘21–27 september. 3 Nephi 12–16’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2020

Afbeelding
Jezus wijst naar de twaalf apostelen

Drie Nephi: Deze twaalf die Ik heb gekozen, Gary L. Kapp

21–27 september

3 Nephi 12–16

‘Ik ben de wet en het licht.’

Let bij het bestuderen van 3 Nephi 12–16 op waarheden die nuttig zijn voor de kinderen in uw klas. In dit lesschema staan suggesties, maar de Geest kan daar nog iets aan toevoegen.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Laat een plaat van Jezus rondgaan. Laat de kinderen om de beurt de plaat vasthouden en iets vertellen wat Jezus heeft gezegd. Misschien kunnen ze vertellen wat ze deze week thuis hebben geleerd.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

3 Nephi 12:14–16

Ik kan het goede voorbeeld geven.

Soms beseffen kinderen niet in welke mate hun voorbeeld anderen tot zegen is. Moedig de kinderen aan de hand van deze verzen aan om hun licht te laten schijnen.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel de kinderen dat 3 Nephi 12:14–16 over hen gaat, en lees de verzen daarna voor. Wijs naar de kinderen als u ‘u’ of ‘uw’ leest, en laat ze naar zichzelf wijzen.

  • Neem een zaklamp mee naar de klas en laat een kind die aansteken. Vertel de kinderen het volgende: als we de Heiland volgen, is het alsof we een licht aansteken waardoor ook anderen Hem kunnen volgen. Bedek of verstop de zaklamp, en vraag de kinderen wat ze zoal kunnen doen om anderen het goede voorbeeld te geven. Laat ze bij elk antwoord de zaklamp onthullen (zie ook de doe-pagina van deze week).

  • Zing met de klas een liedje waarin de kinderen worden aangemoedigd hun licht te laten schijnen, zoals ‘Schijn voort’ of ‘Ik schijn als een ster’ (Kinderliedjes, 96, 84). Vertel de kinderen dat u een licht in hen ziet als ze ‘goede werken’ doen. Leg uit dat ze met hun licht en voorbeeld anderen helpen en u inspireren om ook goede werken te doen.

3 Nephi 14:7

Mijn hemelse Vader verhoort mijn gebeden.

In dit vers leren de kinderen dat God hun gebeden hoort en verhoort.

Mogelijke activiteiten

  • Lees 3 Nephi 14:7, en laat de kinderen daarbij gebaren maken die de uitnodigingen van de Heiland in dit vers uitbeelden. Ze kunnen bijvoorbeeld hun hand opsteken (vraag), een verrekijker nabootsen (zoek) of doen alsof ze kloppen (klop). Bedenk samen dingen die de kinderen in hun gebed kunnen zeggen en vragen. Leg uit dat we onze hemelse Vader alles mogen vertellen, en dat Hij zal luisteren omdat Hij van ons houdt.

  • Vraag de kinderen om te laten zien wat ze met hun handen, ogen en hoofd doen als ze bidden. Een liedje als ‘Wij buigen stil ons hoofdje nu’ (Kinderliedjes, 18) kan daarbij helpen. Tegen wie praten we als we bidden? Geef uw getuigenis dat onze hemelse Vader onze gebeden hoort.

3 Nephi 14:24–27

De Heiland wil dat ik naar zijn woorden luister en doe wat Hij zegt.

Luisteren naar de woorden van de Heiland is niet genoeg. Alleen wie leeft volgens zijn leringen kan de stormen van het leven doorstaan.

Mogelijke activiteiten

  • Zing met de klas ‘De wijze en de dwaze man’ (Kinderliedjes,132) of lees 3 Nephi 14:24–27. Laat de kinderen in plaats van ‘een wijs man’ hun eigen naam zingen. Waarom bleef het huis van de wijze man in de storm staan? Lees vers 24 nog een keer om te benadrukken dat hij de woorden van de Heiland hoort en doet.

  • Neem een steen en wat zand mee naar de klas. Laat de kinderen naar de steen wijzen als u iets beschrijft waardoor je de Heiland volgt, en naar het zand als u iets beschrijft waardoor je Hem niet volgt. Getuig dat we zo sterk zijn als een huis dat op een rots is gebouwd, als we doen wat de Heiland zegt.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

3 Nephi 12:6

Ik moet hongeren en dorsten naar gerechtigheid.

Iedereen weet wat honger en dorst is. De Heiland sprak over die gevoelens om ons te leren in welke mate we naar gerechtigheid moeten streven.

Mogelijke activiteiten

  • Zonder dat de andere kinderen het horen, vraagt u een kind om te doen alsof het eet of drinkt. Laat de andere kinderen raden wat hij of zij doet. Hoe voel je je als je gezond eet en fris water drinkt? Hoe kunnen wij onze geest voeden? Laat de kinderen 3 Nephi 12:6 lezen en opzoeken waar we van de Heiland naar moeten ‘hongeren en dorsten’. Hoe kunnen we laten zien dat we evenzeer naar gerechtigheid verlangen als we naar eten en drinken verlangen?

  • Zoek afbeeldingen van eten en drinken, en schrijf er tekstverwijzingen op als Psalmen 119:103; Johannes 6:35; 2 Nephi 32:3; Enos 1:4; of 3 Nephi 20:8. Laat de kinderen de teksten lezen en opzoeken wat erin wordt gezegd over hoe we kunnen laten zien dat we hongeren en dorsten naar gerechtigheid. Vertel over een situatie waarin u ‘met de Heilige Geest [was] vervuld’, en laat de kinderen over hun eigen ervaringen vertellen.

3 Nephi 13:1–8, 16–18

Ik moet goede werken doen om de juiste redenen.

In deze verzen staat dat goede werken niet volstaan. Onze werken moeten voortkomen uit liefde voor God en een verlangen om Hem te dienen.

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen in 3 Nephi 13:1–4, 5–8 of 16–18 zoeken naar goede werken. Leg uit dat een aalmoes een gift aan een bedelaar is. Waarom zei de Heiland dat we ons niet zoals die mensen mogen gedragen?

  • Geef ieder kind een strook papier met een goede daad erop, of laat de kinderen zelf voorbeelden bedenken. Vraag naar de juiste en verkeerde redenen om deze dingen te doen. Moedig de kinderen aan om altijd het goede te doen om de juiste redenen.

3 Nephi 14:21–27; 15:1

Ik ben geestelijk veilig als ik luister naar de Heiland en doe wat Hij vraagt.

Iedereen maakt ‘regen’ en ‘vloed’ mee, maar als wij naar Jezus luisteren en doen wat Hij zegt, kunnen we beproevingen doorstaan.

Mogelijke activiteiten

  • Lees met de klas 3 Nephi 14:21–27 en 15:1. Laat de kinderen telkens opstaan als u het woord ‘doet’ leest. Waarom vindt de Heiland het zo belangrijk dat wij doen wat Hij zegt, en niet alleen luisteren of eraan denken? Laat de kinderen een tekening maken van de verzen 24–25. Schrijf op de rots ‘Jezus’ en iets wat Jezus van ons vraagt. Zing met de klas ‘De wijze en de dwaze man’ (Kinderliedjes, 281).

  • Vraag de kinderen om te gaan staan. Laat ze zich voorstellen dat hun ene been voorstelt dat ze naar de woorden van de Heiland luisteren, en hun andere been dat ze doen wat Hij vraagt. Laat ze hun ‘doen’-been optillen en balanceren op hun ‘luisteren’-been. Wat zou er gebeuren als er een harde wind door de klas waaide? Leg aan de hand van dit voorbeeld uit dat het veiliger is om ook te doen wat de Heiland zegt en niet alleen naar zijn woorden te luisteren.

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Laat de kinderen iets kiezen van wat ze vandaag over Jezus’ leerstellingen hebben geleerd en besluiten hoe ze ernaar willen handelen. Hoe kunnen ze een licht voor hun familieleden en vriendjes zijn?

Ons onderwijs verbeteren

Pas de activiteiten aan om aan behoeften tegemoet te komen. U hoeft deze lesschema’s niet te volgen. Put er inspiratie uit en denk na over de behoeften van de kinderen. U kunt een activiteit voor kleine kinderen soms aanpassen aan grote kinderen en omgekeerd.