Kom dan en volg Mij
18–24 mei. Mosiah 25–28: ‘Zij werden het volk van God genoemd’


‘18–24 mei. Mosiah 25–28: “Zij werden het volk van God genoemd”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Boek van Mormon 2020 (2020)

‘18–24 mei. Mosiah 25–28’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2020

Afbeelding
een engel verschijnt aan Alma en de zonen van Mosiah

De bekering van Alma de jonge, Gary L. Kapp

18–24 mei

Mosiah 25–28

‘Zij werden het volk van God genoemd’

Onze hemelse Vader weet wat de kinderen in uw klas moeten leren en hoe u tot ze door kunt dringen. Zoek zijn leiding als u Mosiah 25–28 leest, en maak gebruik van dit lesschema.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Toon de afbeelding in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Vraag de kinderen wat er in de afbeelding gebeurt. Als de kinderen het verhaal van Alma de jonge en de zonen van Mosiah al kennen, laat ze dan vertellen wat ze weten.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Mosiah 26:30–31

De Heer wil dat wij vergeven.

De Heer leerde Alma dat Hij iedereen die zich bekeert, vrijelijk vergeeft. Wij moeten zijn voorbeeld volgen en vergeven wie tegen ons zondigen.

Mogelijke activiteiten

  • Lees de volgende woorden uit Mosiah 26:31 voor: ‘U zult ook elkaar uw overtredingen vergeven’. Laat de kinderen een paar keer ‘ik vergeef het je’ zeggen, en ga na of ze weten wat het betekent om iemand te vergeven. Vertel over een situatie waarin u iemand vergaf, of iemand u vergaf.

  • Speel dan samen met de kinderen een rollenspel over vergeven. Laat een kind doen alsof het een ander kind heeft pijn gedaan of gekwetst. Hoe kan het andere kind vergeving tonen?

  • Laat de kinderen een droevig gezichtje op een blaadje papier tekenen, en op de achterkant een vrolijk gezichtje. Laat ze het droevige gezichtje omhoog houden terwijl ze vertellen hoe een broer, zus of vriend hen van streek heeft gebracht. Laat ze het vrolijke gezichtje omhoog houden terwijl ze vertellen hoe ze hem of haar hebben vergeven, of dat nog gaan doen.

Mosiah 27:8–37

Dankzij het evangelie kunnen mensen veranderen en meer zoals Jezus worden.

De bekering van Alma de jonge en de zonen van Mosiah illustreert dat iedereen dankzij Jezus Christus en zijn evangelie kan veranderen en meer zoals Jezus worden.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel kort het verhaal van de bekering van Alma de jonge en de zonen van Mosiah. Het staat in Mosiah 27:8–37. U kunt ‘Hoofdstuk 18: De bekering van Alma de jonge’ (Verhalen uit het Boek van Mormon, 49–52) daarbij gebruiken. Vertel het verhaal nog een keer en laat de kinderen de details aanvullen. Laat ze het verhaal naspelen. Wijs op de verschillen tussen Alma en de zonen van Mosiah voordat ze zich bekeerden en daarna.

  • Laat de kinderen het verhaal van Alma en de zonen van Mosiah vertellen aan de hand van de doe-pagina van deze week. Lees Mosiah 27:24. Maak de kinderen duidelijk dat Alma en de zoons van Mosiah veranderden doordat ze zich van hun zonden bekeerden en het evangelie van Jezus Christus aanvaardden.

    Afbeelding
    Alma de jonge wordt naar het huis van zijn vader gedragen

    Zijn vader was verheugd, Walter Rane

Mosiah 28:1–8

Ik kan over het evangelie vertellen.

Na hun bekering hadden de zonen van Mosiah het sterke verlangen om iedereen over het evangelie te vertellen, zelfs hun vijanden, de Lamanieten.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel de kinderen aan de hand van Mosiah 28:1–8 hoe de zonen van Mosiah besloten het evangelie aan de Lamanieten te gaan verkondigen. U kunt ook ‘Hoofdstuk 19: De zoons van Mosiah gaan op zending’ (Verhalen uit het Boek van Mormon, 53) gebruiken. Waarom wilden zij het evangelie uitdragen? (Zie vers 3.)

  • Vraag de kinderen te denken aan iemand die het evangelie beter zou moeten leren kennen. Bedenk samen wat ze tegen die persoon kunnen zeggen.

  • Zing samen een liedje over het evangelie verkondigen, zoals ‘Een zendeling wil ik vandaag al zijn’ (Kinderliedjes, 90). Vestig de aandacht op zinsneden in het liedje die aangeven hoe we anderen over het evangelie kunnen vertellen.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Mosiah 26:22–23, 29–30; 27:8–37

God vergeeft allen die zich bekeren vrijelijk.

Als iemand in uw klas zich afvraagt of hij of zij echt vergeving kan ontvangen, kunt u ze de woorden van God aan Alma de oude en de ervaring van Alma de jonge laten lezen.

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen zich voorstellen dat ze praten met iemand die denkt dat God hem of haar nooit zal vergeven. Laat ze de woorden van God aan Alma de oude in Mosiah 26:22–23, 29–30 nog een keer lezen. Staat er iets in waarmee ze die persoon kunnen helpen?

  • Vraag een van de kinderen om vooraf het bekeringsverhaal van Alma de jonge in Mosiah 27:8–37 te lezen, zodat hij of zij het verhaal vanuit het standpunt van Alma de jonge kan vertellen. (Laat het kind zo nodig zijn of haar ouders om hulp vragen.) Terwijl het kind het verhaal vertelt, stelt u vragen als ‘Hoe voelde je je toen  […] ?’ of ‘Wat gebeurde er toen?’

  • Laat de kinderen een lijstje maken van de woorden in Mosiah 27:8–10 die Alma en de zonen van Mosiah vóór hun bekering beschrijven. Laat ze daarna een ander lijstje maken van woorden in Mosiah 27:32–37 die beschrijven hoe ze daarna waren. Waardoor was Alma volgens de verzen 24–29 zo sterk veranderd?

Mosiah 26:29–31

Om vergeving te krijgen, moet ik vergeving schenken.

Maak de kinderen duidelijk dat er een verband is tussen de vergeving die zij anderen schenken en de vergeving die zij hopen te ontvangen.

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen Mosiah 26:29–31 lezen en tellen hoe vaak het woord ‘vergeven’ voorkomt. Wat leren we uit deze verzen over anderen vergeven? Hoe kan vergeving zowel degene die iets verkeerds heeft gedaan als degene die vergeeft, helpen?

  • Laat een kind een brug op het bord tekenen, en lees het volgende citaat dat president Thomas S. Monson aanhaalde: ‘Wie anderen niet kan vergeven, vernielt de brug die hij zelf moet oversteken als hij ooit de hemel wil bereiken, want iedereen heeft vergeving nodig.’ (George Herbert, geciteerd in ‘Verborgen wiggen’, Liahona, juli 2002, 19.) Veeg een deel van de brug weg, en laat de kinderen u helpen de brug stap voor stap weer op te bouwen, door te zeggen op welke manieren ze anderen kunnen vergeven. Laat de kinderen denken aan iemand die ze moeten vergeven.

Mosiah 27:8–24

Ik kan bidden en vasten zodat God mijn dierbaren zegent.

Hoe kunt u de kinderen duidelijk maken dat vasten hun geloof kan versterken als ze voor hun dierbaren bidden?

Mogelijke activiteiten

  • Lees samen Mosiah 27:8–24 en laat de kinderen opzoeken wat Alma en zijn volk deden om Alma de jonge te helpen. Vertel over een situatie waarin u voor iemand vastte en bad, en moedig de kinderen aan om over hun eigen ervaringen te vertellen.

  • Laat de kinderen denken aan iemand die de hulp van God in zijn of haar leven nodig heeft. Getuig dat de kinderen in geloof kunnen bidden en vasten om God voor die persoon om een zegen te vragen. Moedig de kinderen aan om te bidden voor de persoon aan wie ze dachten, en zo mogelijk ook voor hem of haar te vasten.

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Laat de kinderen iets kiezen uit de ervaring van Alma de jonge en de zonen van Mosiah wat ze geleerd hebben, en moedig ze aan om er thuis over te vertellen.

Ons onderwijs verbeteren

Ondersteun de ouders. ‘Ouders zijn de belangrijkste evangelieleerkrachten van hun kinderen – zij hebben zowel de hoofdverantwoordelijkheid als de grootste macht om hun kinderen te beïnvloeden (zie Deuteronomium 6:6–7). Zoek onder gebed naar manieren om tijdens uw onderwijs aan de kinderen in de kerk hun ouders te ondersteunen.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland25.)