Kom dan en volg Mij
25–31 mei. Mosiah 29–Alma 4: ‘Zij waren standvastig en onverzettelijk’


‘25–31 mei. Mosiah 29–Alma 4: “Zij waren standvastig en onverzettelijk”’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Boek van Mormon 2020 (2020)

‘25–31 mei. Mosiah 29–Alma 4’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2020

Afbeelding
Alma de jonge predikt

Alma de jonge predikt, Gary L. Kapp

25–31 mei

Mosiah 29–Alma 4

‘Zij waren standvastig en onverzettelijk’

De kinderen kunnen veel leren in uw klas, maar ze leren nog meer als ze er een gewoonte van maken om thuis de Schriften te bestuderen. Hoe kunt u evangeliestudie thuis aanmoedigen en ondersteunen?

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Laat de kinderen in een kring op de grond zitten, en rol een bal naar een kind. Laat dat kind iets vertellen wat hij of zij onlangs thuis of in het jeugdwerk over het evangelie heeft geleerd. Laat het kind dan de bal naar een ander kind rollen. Herhaal dit tot ieder kind aan de beurt is gekomen.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Alma 1:2–9, 26–30

Als lid van de kerk moet ik anderen liefhebben en dienen.

U hoeft de kinderen niet veel over de leringen van Nehor te vertellen, maar ze kunnen baat hebben bij het besef dat we in de kerk dienen omdat we anderen liefhebben, en niet omdat we rijk of populair willen zijn.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel het verhaal van Alma en Nehor in eenvoudige woorden. (Zie Alma 1; ‘Hoofdstuk 20: Alma en Nehor’, Verhalen uit het Boek van Mormon, 54–55.) Benadruk dat de meeste kerkleden vriendelijk en liefdevol bleven, ook al werden ze door de aanhangers van Nehor gemeen behandeld.

  • Lees Alma 1:30 voor, en maak de kinderen duidelijk dat de mensen van de kerk deelden wat ze hadden met de mensen die hulp nodig hadden. Bedenk samen dingen die de kinderen kunnen delen, en met wie ze die dingen kunnen delen. Laat de kinderen er een tekening over maken.

  • Zing samen een liedje over liefde en dienstbaarheid, en laat de kinderen er gebaren bij bedenken.

Alma 2:28–30

God zal mijn gebeden beantwoorden.

Toen Alma en de Nephieten door ‘grote angst’ (Alma 2:23) waren bevangen, baden ze om hulp en werden ze gesterkt. Help de kinderen om van hun voorbeeld te leren.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel de kinderen hoe de Nephieten de kracht vonden om de Amlicieten te verslaan. Gebruik daarbij de afbeeldingen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen of ‘Hoofdstuk 21: De Amlicieten’ (Verhalen uit het Boek van Mormon, 56–57). Vraag de kinderen wat ze eng of moeilijk vinden, en getuig dat ze voor hulp tot hun hemelse Vader kunnen bidden.

  • Vertel over een situatie waarin God u hielp toen u tot Hem had gebeden. Laat de kinderen vertellen over hun ervaringen met het gebed.

Alma 4:19

Mijn getuigenis kan anderen versterken.

Het ‘zuiver getuigenis’ (Alma 4:19) van een kind kan een grote invloed op anderen hebben. Hoe kunt u de kinderen manieren laten bedenken om hun getuigenis te geven?

Mogelijke activiteiten

  • Lees Alma 4:19. Leg uit: toen Alma de goddeloosheid van het volk zag, besloot hij dat een ‘zuiver getuigenis’ uitspreken de beste manier was om hen te helpen. Leer de kinderen aan de hand van de doe-pagina van deze week wat een getuigenis is en wat het inhoudt. Moedig ze aan om hun getuigenis te geven.

  • Giet zuiver water in een doorzichtig glas, en leg uit dat het water als ons getuigenis is, omdat we het aan anderen kunnen geven. Giet het water in bekertjes en geef elk kind een bekertje. Leg uit dat we door ons getuigenis te geven, anderen helpen hun getuigenis te versterken.

  • Als ze dat willen, laat u de kinderen oefenen hoe ze hun getuigenis kunnen geven. Bespreek enkele manieren waarop ze kunnen laten zien dat ze weten dat het evangelie waar is, bijvoorbeeld door hun daden.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Alma 1:2–9

Ik kan valse leerstellingen leren herkennen.

Iedereen krijgt weleens met iemand als Nehor te maken, iemand die ons wil misleiden met woorden die mooi klinken, maar onwaar en schadelijk zijn. Vertel wat er in Alma 1:2–9 gebeurde om de kinderen op soortgelijke situaties voor te bereiden.

Mogelijke activiteiten

  • Lees samen Alma 1:2–4 en bespreek enkele uitspraken van Nehor, een valse leraar. Gebruik uitspraken uit deze verzen om met de kinderen een waar-of-niet-waar-quiz op te stellen. Waarom combineert Satan soms waarheden met leugens? Bedenk met de kinderen enkele voorbeelden.

  • Neem Alma 1:2–9 nog een keer door, en laat elk kind een van de volgende Schriftteksten lezen: Mattheüs 7:21–23; 2 Nephi 26:29–31; Mosiah 18:24–26 en Helaman 12:23–26. Hoe worden de leringen van Nehor in die verzen weerlegd? Hoe kunnen wij ons getuigenis van het evangelie aan de hand van de Schriften versterken?

Alma 1:26–30; 4:6–13

Als lid van de kerk moet ik anderen liefhebben en dienen.

De leden van de kerk in de tijd van Alma waren soms vrijgevig en gul, en soms waren ze onvriendelijk en hoogmoedig. Help de kinderen om uit die ervaringen te leren.

Mogelijke activiteiten

  • Lees samen Alma 4:6–13. Bespreek wat woorden als ‘minachten’, ‘vervolgen’ en ‘verachtten’ inhouden. Zoek ze zo nodig op in een woordenboek. Hoe voelen we ons als mensen ons zo behandelen? Laat de kinderen in Alma 1:26–30 zoeken naar woorden die beschrijven hoe onze hemelse Vader wil dat we elkaar behandelen.

  • Laat de kinderen Alma 1:27, 30 lezen, en maak een lijstje van de mensen die door de kerkleden werden geholpen. Laat de kinderen denken aan mensen in hun omgeving of op school die ‘hulpbehoevend [zijn]’ (Alma 1:30) en behoefte aan hun liefde en hulp hebben. Zet dit beginsel kracht bij door samen een liedje over vriendelijkheid te zingen, zoals ‘Ik hou van jou’ (Kinderliedjes, 78–79).

Alma 4:8–20

Mijn getuigenis kan anderen versterken.

Alma gaf zijn positie als opperrechter op zodat hij meer tijd had om zijn getuigenis te geven en mensen tot bekering op te roepen. Zijn voorbeeld kan de kinderen inspireren om vaker hun getuigenis te geven.

Mogelijke activiteiten

  • Lees samen Alma 4:8–12, 15. Vraag de kinderen welke problemen zich volgens die verzen in de kerk voordeden. Vraag de kinderen wat Alma zou kunnen doen om die problemen op te lossen. Lees samen in Alma 4:16–20 wat Alma besloot te doen. Hoe komt het dat een getuigenis zo krachtig is?

  • Om de kinderen duidelijk te maken wat een getuigenis is en wat het inhoudt, zingt u er samen een liedje over, zoals ‘Getuigenis’ (Lofzangen, nr. 93). U kunt ook de doe-pagina van deze week gebruiken. Vraag de kinderen nadien wat ze over het getuigenis hebben geleerd.

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Bedenk samen met de kinderen aan wie ze de komende week hun getuigenis kunnen geven. Moedig ze aan om een plan op te stellen waarmee ze hun doel kunnen bereiken.

Ons onderwijs verbeteren

Stel vragen die tot een getuigenis aanzetten. ‘Vragen stellen die de aanwezigen ertoe aanmoedigen hun getuigenis over de onderwezen beginselen te geven, kan een krachtige manier zijn om de Geest uit te nodigen.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 32.) Als u de kinderen wilt aanmoedigen om hun getuigenis te geven, stel dan vragen die ze aan het denken zetten en ze over hun gevoelens voor de Heiland of zijn evangelie laten vertellen. U kunt ook vragen naar ervaringen met het gebed, dienstbetoon, verordeningen als de doop, of de invloed van de Heilige Geest.