‘12–18 juni. Lukas 22; Johannes 18: “Laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden”’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Nieuwe Testament 2023 (2022)

‘12–18 juni. Lukas 22; Johannes 18’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2023

Afbeelding

Christus en discipelen in Gethsémané

Gethsémané, Derek Hegsted

12–18 juni

Lukas 22; Johannes 18

‘Laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden’

Neem de tijd om deze week Lukas 22 en Johannes 18 te lezen. Denk na en bid over wat u leest. Dat geeft de Geest de gelegenheid om tot uw hart te getuigen dat de Schriften waar zijn.

Schrijf uw indrukken op

Er waren maar drie mensen getuige van Jezus Christus’ lijden in de hof van Gethsémané – en ze sliepen er ook nog eens grotendeels doorheen. Jezus nam in die hof en later aan het kruis de zonden, de pijnen en het leed van allen die ooit geleefd hadden op Zich, hoewel haast niemand wist wat er gaande was. De belangrijkste gebeurtenissen doen zich vaak buiten het blikveld van de wereld voor. Maar God de Vader wist het wel. Hij hoorde de smeekbede van zijn getrouwe Zoon: ‘Vader, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden. En aan Hem verscheen een engel uit de hemel, die Hem versterkte’ (Lukas 22:42–43). Hoewel wij uiteraard niet bij deze onzelfzuchtige daad aanwezig waren, zijn we getuige van de verzoening van Jezus Christus. Telkens wanneer we ons bekeren en vergeving van onze zonden ontvangen, telkens als we de schragende kracht van de Heiland voelen, kunnen we getuigen van wat er zich in de hof van Gethsémané heeft afgespeeld.

Afbeelding

individuele studie (pictogram)

Ideeën voor individuele Schriftstudie

Lukas 22:31–34, 54–62; Johannes 18:17–27

Tot inkeer komen is een doorlopend proces.

Denk na over de ervaringen die Petrus met de Heiland had – de wonderen die hij meemaakte en de leer die hij zich eigen maakte. Waarom zou de Heiland dan tegen Petrus zeggen: ‘Als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders’? (Lukas 22:32; cursivering toegevoegd.) Denk daar eens over na. Misschien wilt u hier in meenemen wat ouderling David A. Bednar heeft gezegd over het verschil tussen een getuigenis hebben en werkelijk tot inkeer gekomen zijn. (Zie ‘Tot de Heer bekeerd’, Liahona, november 2012, 106–109.)

Denk aan uw eigen bekering terwijl u in Lukas 22:31–34, 54–62 (zie ook Johannes 18:17–27) over Petrus’ wederwaardigheden leest. Hebt u zich ooit zo aan de Heer verplicht dat u, zoals Petrus, ‘bereid [was] om [met de Heiland] zelfs de gevangenis en de dood in te gaan’? (Lukas 22:33.) Waarom vervagen dergelijke gevoelens soms? Er zijn dagelijks legio gelegenheden om de Heiland te verloochenen of van Hem te getuigen; wat gaat u doen om dagelijks een getuige van Hem te zijn? Wat kunnen we hier nog meer van Petrus’ ervaring leren?

Blijf in de rest van het Nieuwe Testament letten op bewijzen dat Petrus zijn bekering is blijven verdiepen. Merk ook op dat hij de opdracht van de Heer aanvaardde om zijn broeders te versterken (Lukas 22:32; zie Handelingen 3–4).

Zie ook Markus 14:27–31.

Lukas 22:39–46

De Heiland heeft in Gethsémané voor mij geleden.

President Russell M. Nelson heeft ons aangemoedigd om ‘de Heiland en zijn zoenoffer meer [te] bestuderen’. (‘De macht van Jezus Christus in ons leven brengen’, Liahona, mei 2017, 40.)

Hoe gaat u op de uitnodiging van president Nelson in? Denk om te beginnen over het lijden van de Heiland in Gethsémané zoals in deze verzen staat beschreven. Noteer de indrukken en vragen die bij u opkomen.

Verdiep u nog meer in de Heiland en zijn verzoening door in andere Schriftteksten naar antwoorden op dit soort vragen te zoeken:

Waarom was de verzoening van de Heiland noodzakelijk? (Zie 2 Nephi 2:5–10, 17–26; 9:5–26; Alma 34:8–16; 42:9–26.)
Wat moest de Heiland aan leed doorstaan? (Zie Jesaja 53:3–5; Mosiah 3:7; Alma 7:11–13; Leer en Verbonden 19:16–19.)
Wat betekent het lijden van Christus voor mij? (Zie Johannes 10:10–11; Hebreeën 4:14–16; 1 Johannes 1:7; Alma 34:31; Moroni 10:32–33; Dallin H. Oaks, ‘Gesterkt door de verzoening van Jezus Christus’, Liahona, november 2015, 61–64.)
Andere vragen die ik heb:

Gethsémané was een hof met olijfbomen en een olijfpers waarmee olijven geplet werden. De zo gewonnen olijfolie diende voor licht, bereiding van voedsel en genezing (zie Lukas 10:34). Hoe zou het extractieproces van olijfolie symbool kunnen staan voor wat de Heer voor ons in Gethsémané heeft gedaan? Zie voor ideeën ouderling D. Todd Christoffersons boodschap ‘Blijf “in Zijn liefde”’. (Liahona, november 2016, 50–51.)

Zie ook Mattheüs 26:36–46; Lukas 14:32–42.

Johannes 18:28–38

Jezus’ ‘Koninkrijk is niet van deze wereld’.

Als politiek leider was Pontius Pilatus vertrouwd met de macht en koninkrijken van deze wereld. Maar Jezus sprak over een heel ander soort koninkrijk. Als u terugdenkt aan wat u over Jezus’ leven gelezen hebt, welke bewijzen ziet u dan dat zijn ‘Koninkrijk […] niet van deze wereld [is]’? (Johannes 18:36.) Waarom is het belangrijk dat u dit weet? Wat valt u nog meer op aan de woorden van Jezus tot Pilatus?

Afbeelding

studie in gezinsverband (pictogram)

Ideeën voor Schriftstudie in gezinsverband en de thuisavond

Lukas 22:31–32.Hoe zal Petrus zich gevoeld hebben toen hij wist dat Jezus voor Hem en zijn geloof had gebeden? Voor wie kunnen we bidden ‘dat [hun] geloof niet ophoudt’? (Vers 32.)

Lukas 22:39–46.Meer te weten komen over Jezus’ lijden in Gethsémané kan een heilige ervaring voor uw gezin zijn. Bestudeer Lukas 22:39–46 en overdenk wat u kunt doen om een eerbiedige en aanbiddende houding te krijgen. U zou eventueel samen een lievelingslofzang of kinderliedje over de Heiland kunnen zingen. Ook kunt u naar bijpassende afbeeldingen of een video zoals ‘Het lijden van de Heiland in Gethsémané’ (ChurchofJesusChrist.org) kijken. Lees samen deze verzen en laat uw gezinsleden teksten opnoemen die voor hen diepere betekenis hebben – zoals een tekst waardoor ze de liefde van de Heiland voelen (zie ook Mattheüs 26:36–46; Markus 14:32–42). U kunt ze ook vragen of ze hun getuigenis van Jezus Christus en zijn verzoening willen geven.

Lukas 22:42.Gezinsleden kunnen vertellen wanneer zij leerden om ‘laat niet mijn wil, maar de Uwe geschieden’ te zeggen.

Lukas 22:50–51; Johannes 18:10–11.Wat leren we uit deze verzen over Jezus?

Laat hen tot hiertoe begaan, Walter Rane

Johannes 18:37–38.Hoe zouden we de vraag van Pilatus, ‘Wat is waarheid’, beantwoorden? (Vers 38.) Zie voor ideeën Johannes 8:32; Leer en Verbonden 84:45; 93:23–28; en ‘O zeg, wat is waarheid?’, Lofzangen, nr. 177.

U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Aanbevolen lofzang: ‘’k Sta spraak’loos’, Lofzangen, nr. 129.

Uw individuele studie verbeteren

Bestudeer de woorden van hedendaagse profeten en apostelen. Lees wat hedendaagse profeten en apostelen hebben gezegd over de leringen die u in de Schriften aantreft. Kijk bijvoorbeeld in het onderwerpenregister van het meest recente conferentienummer van de Liahona welke toespraken over de verzoening gaan. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 21.)