2010–2019
Blijf ‘in Zijn liefde’
Oktober 2016


Blijf ‘in Zijn liefde’

Gods liefde is oneindig en onvergankelijk, maar wat het voor ons betekent, hangt van onze reactie op zijn liefde af.

In de Bijbel staat: ‘God is liefde.’1 Hij is de volmaakte belichaming van liefde, en we verlaten ons sterk op het voortdurende en universele bereik van die liefde. President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘Gods liefde is er voor u, of u nu wel of niet vindt dat u liefde verdient. Zij is er gewoon altijd.’2

Er zijn veel verschillende beschrijvingen van goddelijke liefde. Wat je tegenwoordig vaak hoort, is dat Gods liefde ‘onvoorwaardelijk’ is. Hoewel dat in één opzicht waar is, is de beschrijving onvoorwaardelijk nergens in de Schriften te vinden. Zijn liefde wordt in de Schriften wél beschreven als ‘grote en wonderbaarlijke liefde’3, ‘volmaakte liefde’4, ‘verlossende liefde’5 en ‘eeuwige liefde’.6 Dat zijn betere termen, want het woord onvoorwaardelijk kan onterecht de indruk wekken dat goddelijke liefde inhoudt dat God alles tolereert en alles wat we doen door de vingers ziet omdat zijn liefde onvoorwaardelijk is, of dat God geen eisen aan ons stelt omdat zijn liefde onvoorwaardelijk is; of dat alle mensen in Gods koninkrijk verlost worden omdat Gods liefde onvoorwaardelijk is. Gods liefde is oneindig en onvergankelijk, maar wat het voor ons betekent, hangt van onze reactie op zijn liefde af.

Jezus heeft gezegd:

‘Zoals de Vader Mij liefgehad heeft, heb ook Ik u liefgehad; blijf in Mijn liefde.

‘Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf.’7

In de liefde van de Heiland ‘blijven’, betekent zijn genade ontvangen en erdoor vervolmaakt worden.8 Om zijn genade te ontvangen, moeten we geloof in Jezus Christus hebben en zijn geboden onderhouden, inclusief bekering van onze zonden, ons laten dopen voor de vergeving van zonden, de Heilige Geest ontvangen en op het pad van gehoorzaamheid aan zijn geboden blijven voortgaan.9

God zal ons altijd liefhebben, maar Hij kan ons niet in onze zonden verlossen.10 Denk aan wat Amulek tegen Zeëzrom zei, dat de Heiland zijn volk niet in hun zonden maar van hun zonden zou verlossen,11 omdat we met zonde onrein zijn en ‘niets onreins het koninkrijk van de hemel kan beërven’12 of in Gods tegenwoordigheid kan vertoeven. ‘En [Christus] is macht gegeven door de Vader om [zijn volk] van hun zonden te verlossen op grond van bekering; daarom heeft Hij zijn engelen gezonden om de boodschap te verkondigen van de voorwaarden van bekering, die voert tot de macht van de Verlosser, tot redding van hun ziel.’13

Uit het Boek van Mormon leren we dat de bedoeling van Christus’ lijden — de ultieme uiting van zijn liefde — het volgende was: ‘Het teweegbrengen van de innerlijke barmhartigheid, die de gerechtigheid overmeestert en de mensen de middelen verschaft waardoor zij geloof tot bekering kunnen hebben.

‘En aldus kan de barmhartigheid de eisen der gerechtigheid bevredigen en hen met de armen der geborgenheid omsluiten, terwijl hij die geen geloof tot bekering oefent aan de gehele wet van de eisen der gerechtigheid is blootgesteld; daarom is het grote en eeuwige verlossingsplan alleen van kracht voor hem die geloof tot bekering heeft.’14

Daarom is bekering zijn geschenk aan ons, gekocht voor een erg hoge prijs.

Sommigen zullen stellen dat God iedereen zegent zonder onderscheid te maken, waarbij zij bijvoorbeeld deze uitspraak van Jezus in de Bergrede aanhalen: ‘[God] laat Zijn zon opgaan over slechte en goede mensen, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.’15 God laat inderdaad zoveel zegeningen op al zijn kinderen regenen als Hij kan — alle zegeningen die de liefde, de wet, de genade en de gerechtigheid toelaten. En Hij gebiedt ons om net zo grootmoedig te zijn:

‘Ik zeg u: Heb uw vijanden lief; zegen hen die u vervloeken; doe goed aan hen die u haten; en bid voor hen die u beledigen en u vervolgen;

‘zodat u kinderen zult zijn van uw Vader, Die in de hemelen is.’16

Niettemin worden Gods grotere zegeningen op voorwaarde van gehoorzaamheid verstrekt. President Russell M. Nelson heeft uitgelegd: ‘Het prachtige boeket van Gods liefde — inclusief het eeuwige leven — bevat zegeningen waar we voor in aanmerking moeten komen, we hebben er geen recht op als we ze niet waardig zijn. Zondaars kunnen zijn wil niet naar hun hand zetten en eisen dat Hij hen in hun zonden zal zegenen [zie Alma 11:37]. Als zij van iedere bloem in zijn prachtige boeket willen genieten, moeten zij zich bekeren.’17

Naast het feit dat iemand die zich bekeerlijk opstelt schuldeloos en vlekkeloos wordt bevonden, met de belofte om ‘ten laatsten dage [te] worden verhoogd’18, kent in Gods liefde blijven nog een tweede essentieel aspect. Als we in zijn liefde blijven, kunnen we ons volledige potentieel bereiken, namelijk zoals Hij worden.19 President Dieter F. Uchtdorf heeft gezegd: ‘De genade van God brengt ons niet alleen terug in een vroegere toestand van onschuld. […] Zijn doel is veel groter: Hij wil dat zijn zoons en dochters net zo worden als Hij.’20

In deze zin betekent in Gods liefde blijven dat we ons volledig aan zijn wil onderwerpen. Het betekent zo nodig zijn bestraffing te aanvaarden: ‘Want de Heere bestraft wie Hij liefheeft.’21 Het betekent elkaar lief te hebben en te dienen zoals Jezus ons heeft liefgehad en gediend.22 Het betekent te leren ons ‘aan de wet van een celestiaal koninkrijk te houden’ zodat we ‘celestiale heerlijkheid [kunnen] verdragen’.23 Om van ons te kunnen maken wie wij kunnen worden, smeekt onze hemelse Vader ons om ons ‘over [te geven] aan de ingevingen van de Heilige Geest en de natuurlijke mens af [te leggen] en een heilige [te] word[en] door de verzoening van Christus, de Heer, en [te] word[en] als een kind: onderworpen, zachtmoedig, ootmoedig, geduldig, vol liefde, gewillig zich te onderwerpen aan alles wat de Heer goeddunkt hem op te leggen, ja, zoals een kind zich aan zijn vader onderwerpt.’24

Ouderling Dallin H. Oaks heeft gezegd: ‘Het laatste oordeel is niet slechts een evaluatie van een totaal aan goede en slechte daden, wat we hebben gedaan. Het is een erkenning van de uiteindelijke uitwerking van onze daden en gedachten — wie we zijn geworden.’25

Het verhaal van Helen Keller is een soort van gelijkenis waaruit blijkt hoe goddelijke liefde een bereidwillige ziel omvormt. Helen werd in 1880 in de Amerikaanse staat Alabama geboren. Ze was nog maar negentien maanden oud toen ze een onbekende ziekte kreeg waar ze zowel doof als blind door werd. Ze was bijzonder intelligent en raakte gefrustreerd toen ze probeerde haar leefwereld te begrijpen en er wijs uit te worden. Toen Helen de lippen van familieleden voelde bewegen en besefte dat zij met hun mond spraken, ‘barstte ze in woede uit omdat ze zich niet in het gesprek kon mengen’.26 Toen Helen zes was, waren haar frustratie en haar behoefte om te communiceren zo groot dat ze ‘dagelijks, en soms zelfs elk uur’ een uitbarsting had.27

Helens ouders namen een lerares, Anne Sullivan, voor hun dochter in dienst. Net zoals wij de Heiland hebben, die onze zwakheden begrijpt,28 had Anne met haar eigen ernstige handicaps en ontberingen te kampen gehad, en begreep ze Helens gebreken. Toen Anne vijf was, kreeg ze een ziekte waardoor haar hoornvlies een pijnlijk litteken opliep en ze grotendeels blind werd. Toen Anne acht was, overleed haar moeder. Haar vader verliet haar en haar broertje Jimmie. En ze werden naar een armenhuis gestuurd waar de omstandigheden zo slecht waren dat Jimmie na slechts drie maanden overleed. Doordat Anne zo vasthoudend was, kreeg ze een plaats op Perkins, een school voor blinden en slechtzienden, waar ze met vlag en wimpel slaagde. Door een operatie verbeterde haar gezichtsvermogen en kon ze leren lezen. Toen Helen Kellers vader contact opnam met Perkins omdat hij een lerares voor zijn dochter zocht, werd Anne uitgekozen.29

Het was in het begin geen prettige ervaring. Helen ‘sloeg, kneep en schopte haar lerares en sloeg zelfs een van haar tanden uit haar mond. [Anne] kreeg haar uiteindelijk voldoende onder controle door met [Helen] in een klein huisje op het terrein van de familie Keller te trekken. Met geduld en vasthoudendheid veroverde ze uiteindelijk het hart en verdiende ze het vertrouwen van het kind.’30 En als wij op diezelfde manier onze goddelijke Leraar leren vertrouwen in plaats van Hem te weerstaan, kan Hij met ons werken en ons tot verlichting en een nieuwe realiteit verheffen.31

Om Helen woorden te leren, schreef Anne met haar vinger de namen van vertrouwde voorwerpen op de palm van Helens hand. ‘[Helen] vond dit “vingerspel” wel leuk, maar ze begreep het pas op het beroemde moment dat Anne “w-a-t-e-r” spelde terwijl ze water over [Helens] hand pompte. [Helen] schreef later:

‘“Plotseling voelde ik een vaag bewustzijn als van iets dat vergeten was; […] en op de een of andere manier werd mij het geheim van de taal onthuld. Ik wist toen dat “w-a-t-e-r” dat heerlijke koele was dat over mijn hand stroomde. Dat levende woord deed mijn ziel ontwaken, gaf hem licht, hoop en vreugde, en maakte hem vrij! […] Alles had een naam, en uit elke naam werd een nieuwe gedachte geboren. Toen we terugkeerden naar het huis, leek elk voorwerp dat ik aanraakte van leven te beven.”’32

Afbeelding
Helen Keller en Anne Sullivan

Toen Helen Keller opgroeide tot volwassenheid, raakte ze bekend om haar liefde voor de taal, haar vaardigheid als schrijfster en haar welsprekendheid als openbaar spreekster.

In een film over het leven van Helen Keller zijn haar ouders tevreden met Anne Sullivans werk zodra ze hun wilde dochter zo getemd heeft dat ze beleefd aan tafel zit, normaal eet en aan het eind van de maaltijd haar servet opvouwt. Maar Anne wist dat Helen veel meer kon en dat ze grote bijdragen te leveren had.33 Toch mogen wij heel tevreden zijn met wat we in ons leven hebben bereikt, en zelfs met wie we zijn, terwijl onze Heiland een heerlijk potentieel begrijpt dat wij slechts ‘door middel van een spiegel in een raadsel’ zien.34 De opwinding die we allemaal voelen als we merken dat dit goddelijk potentieel zich in ons ontvouwt, lijkt veel op de vreugde die Helen Keller voelde toen woorden tot leven kwamen, haar ziel verlichtten en haar vrijmaakten. Ieder van ons kan God liefhebben en dienen, en gestimuleerd worden om onze naasten tot zegen te zijn. ‘Het is zoals geschreven staat: Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben.’35

Laten we eens denken aan de prijs van Gods waardevolle liefde. Jezus heeft geopenbaard dat zijn lijden voor onze zonden en voor onze verlossing van de lichamelijke en de geestelijke dood, Hem ‘ja, God, de grootste van allen, van pijn deed sidderen en uit iedere porie bloeden, en naar lichaam en geest deed lijden — en Ik wilde dat Ik de bittere beker niet behoefde te drinken, en kon terugdeinzen.’36 Zijn lijden in Gethsémané en aan het kruis was erger dan een sterveling kon verdragen.37 Maar uit liefde voor zijn Vader en voor ons doorstond Hij het, en als gevolg daarvan kan Hij ons zowel onsterfelijkheid als het eeuwige leven bieden.

Afbeelding
Olijfpers

Het is schrijnend symbolisch dat er ‘bloed uit iedere porie’38 kwam bij Jezus’ lijden in Gethsémané, de plek van de olijfpers. In de tijd van de Heiland werden olijven voor de productie van olijfolie eerst geplet door er een grote steen overheen te rollen. De resulterende brij werd in zachte, losjes geweven manden gedaan die boven op elkaar werden gezet. Door het gewicht werd er de eerste, fijnste olie uit geperst. Daarna werd er meer druk uitgeoefend door een grote balk of stam op de stapel manden te leggen, waardoor er meer olie uit kwam. Uiteindelijk werden er voor het uitpersen van de allerlaatste druppels aan één kant van de balk stenen gelegd om de maximale verpletteringskracht te krijgen.39 En ja, de olie is bloedrood als die er voor het eerst uitkomt.

Afbeelding
Olijfpers met olijfolie

Ik moet denken aan wat Mattheüs schrijft over de Heiland die op die doorslaggevende avond Gethsémané betrad: Hij ‘begon bedroefd en zeer angstig te worden.  […]

‘En nadat Hij iets verder gegaan was, wierp Hij Zich met het gezicht ter aarde en bad: Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan. Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt.’40

En toen, naar ik aanneem, de smart nog erger werd, smeekte Hij een tweede keer om verlichting en, uiteindelijk, misschien wel toen zijn lijden een climax had bereikt, nog een derde keer. Hij doorstond de kwelling totdat de gerechtigheid tot de allerlaatste druppel was bevredigd.41 Hij deed dat om u en mij te verlossen.

Wat is goddelijke liefde een waardevol geschenk! Vol liefde vraagt Jezus: ‘Wilt gij nu niet tot Mij terugkeren, en u van uw zonden bekeren en tot inkeer komen, opdat Ik u kan genezen?’42 Zachtmoedig verzekert Hij ons: ‘Zie, de arm van mijn barmhartigheid is naar u uitgestrekt, en wie ook komt, hem zal Ik aannemen; en gezegend zijn zij die tot Mij komen.’43

Wilt u Hem die u éérst liefhad niet liefhebben?44 Onderhoud dan zijn geboden.45 Wilt u geen vriend worden van Hem die zijn leven voor zijn vrienden heeft neergelegd?46 Onderhoud dan zijn geboden.47 Wilt u niet in zijn liefde blijven en alles ontvangen wat Hij u zo genadig aanbiedt? Onderhoud dan zijn geboden.48 Ik bid dat we volledig zijn liefde ten volle zullen voelen en erin zullen blijven. In de naam van Jezus Christus. Amen.