2014
Ik wist wat ik moest doen
September 2014


Ik wist wat ik moest doen

De auteur woont in de regio Central (Oeganda).

Als ik de kerk niet verloochende, moest ik de school verlaten.

Afbeelding
drawings of signs pointing in different directions

Illustratie David Habben

Ik ga naar een school die door een van de kerken in mijn land geleid wordt. Een tijdje geleden werd ik door mijn klasgenoten als klasvertegenwoordiger verkozen. Toen ik me op een dag voorbereidde om les te geven, vond ik een kerkboekje over de wet van kuisheid. Ik besloot om het daarover te hebben met mijn klasgenoten en vroeg de voltijdzendelingen om boekjes die ik tijdens de les uitdeelde.

Na mijn les wilden veel van hen meer weten over de kerk en dus onderwees ik hen en gaf hun meer kerkmateriaal waaronder een exemplaar van het Boek van Mormon. Ik wist niet dat onze directrice dit afkeurde.

Op zekere dag riep ze me bij zich en vroeg ze me van welke kerk ik lid was. Toen ik haar antwoordde, vroeg ze me waarom ik de ‘bijbel’ van onze kerk aan mijn klasgenoten uitdeelde. Ik zei haar dat ik het boek alleen maar uitdeelde aan wie erom vroeg.

Na een lang gesprek over de kerk, waarin ze me duidelijk maakte dat ze niet geloofde dat het de kerk van God was, zei ze: ‘Ik weet dat je geen ouders hebt, en het spijt me, maar je moet mijn school verlaten omdat je anders veel van mijn leerlingen tot jouw kerk zult bekeren.’ Ze dwong me om tussen mijn kerk en mijn opleiding te kiezen.

Ze riep de leerlingen bijeen en zei dat de school verboden terrein voor me was geworden omdat ik lid was van de mormoonse kerk en dat leerlingen die me volgden niet langer op school welkom waren.

Na die bijeenkomst vroeg ze me naar mijn keuze: mijn kerk of mijn opleiding. Ik voelde dat de Geest me ingaf om pal te staan voor wat ik wist: dat de Heer zijn ware kerk hersteld heeft. Toen ik vertrok, getuigde ik tot haar. Ze vroeg me om de daaropvolgende week terug te komen om een brief op te halen waarin stond dat ik niet meer naar die school ging.

Toen ik een week later terugkwam, was ze van gedachte veranderd! Ze dwong me niet meer om de school te verlaten. Ik was heel blij, vooral omdat ik mijn geloofsovertuiging verdedigd had.

Deze ervaring heeft me geleerd om steeds pal te staan voor wat ik weet. De Heer staat altijd voor ons klaar. Als ik de kerk verloochend had, zouden de leerlingen gedacht hebben dat wat ik hun verteld had niet waar was. Maar nu wisten zij dat ik de waarheid kende.