2014
Het heilswerk: toen en nu
September 2014


Het heilswerk toen en nu

De vijf taken waaruit het heilswerk bestaat, behoren niet exclusief aan deze bedeling toe. Er werd in de tijd van het Boek van Mormon al in onderwezen, en ze werden toen al uitgevoerd.

Nephi had het over de laatste dagen en over de geopenbaarde waarheid die de wereld dan zou overspoelen toen hij profeteerde dat de mensen ‘tot de kennis van hun Verlosser [zullen] komen en tot de kenmerkende punten van zijn leer, zodat zij zullen weten hoe zij tot Hem kunnen komen en worden gered’ (1 Nephi 15:14; zie ook Mozes 7:62). De kerk vervult tegenwoordig de profetie van Nephi door mensen over de hele wereld te vertellen over de leer van de Heiland en hen te helpen om die na te leven, zodat ze tot Hem kunnen komen over het pad dat tot het heil leidt.

Levende profeten en apostelen leren ons dat de ‘leden van de Kerk van Jezus Christus uitgestuurd worden “om in zijn wijngaard te werken voor het heil van de zielen der mensen” (LV 138:56). Dit werk bestaat uit zendingswerk, behoud van bekeerlingen, heractivering, tempelwerk en familiegeschiedenis, en evangelieonderwijs.’1

Uit het Boek van Mormon wordt duidelijk dat de kerkleden in die tijd ook aandacht besteedden aan ‘zendingswerk, behoud van bekeerlingen, heractivering van minderactieve leden, familiehistorisch en tempelwerk, en evangelieonderricht.’ Het feit dat deze essentiële ledentaken ook in andere bedelingen bekend waren, is een krachtig getuigenis dat God onveranderlijk is en dat Hij al zijn kinderen liefheeft, waar en wanneer zij ook leven.

Afbeelding
illustration of man standing on temple stairs and preaching to people walking by

Zendingswerk

In het Boek van Mormon staan duidelijke leerstellingen die de grondslag vormen van het zendingswerk. Nephi heeft bijvoorbeeld geschreven: ‘Indien gij de Zoon met een volmaakt voornemen des harten volgt, zonder huichelarij en bedrog voor het aangezicht van God, maar met een oprechte bedoeling, en gij u van uw zonden bekeert en tot de Vader getuigt dat gij gewillig zijt de naam van Christus op u te nemen door de doop — ja, door gelijk uw Heer en uw Heiland in het water af te dalen, naar zijn woord — zie, dan ontvangt gij de Heilige Geest; ja, dan komt de doop met vuur en met de Heilige Geest’ (2 Nephi 31:13; zie ook 3 Nephi 11:31–40; 27:13–22).

Het is daarom geen verrassing dat er in het Boek van Mormon stimulerende zendingsverhalen staan. De zoons van Mosiah weigerden bijvoorbeeld allemaal om de taken van koning van de Nephieten op zich te nemen en gingen in plaats daarvan naar het land Nephi om het evangelie aan de Lamanieten, de aartsvijanden van de Nephieten, te verkondigen. Hun zending duurde ongeveer veertien jaar en duizenden bekeerlingen traden tot de kerk toe. (Zie Mosiah 28; Alma 17–27.)

De kerk nu volgt het voorbeeld van het zendingswerk in het Boek van Mormon en heeft een zendingsprogramma dat in de geschiedenis ongeëvenaard is.

Behoud van bekeerlingen

Nephi schreef ook over het aanmoedigen van nieuwe leden om actief te blijven in het evangelie, zodat zij het eeuwige leven kunnen ontvangen:

‘Wanneer gij dat enge en smalle pad hebt betreden, wil ik vragen of daarmee alles is gedaan? Zie, ik zeg u, neen; want zover zijt gij alleen gekomen dankzij het woord van Christus, met onwrikbaar geloof in Hem, u geheel verlatend op de verdiensten van Hem die machtig is om te redden.

‘Daarom moet gij standvastig in Christus voorwaarts streven, met volmaakt stralende hoop, en liefde voor God en voor alle mensen. Welnu, indien gij voorwaarts streeft, u vergastend aan het woord van Christus, en tot het einde volhardt, zie, zo zegt de Vader: Gij zult het eeuwige leven hebben’ (2 Nephi 31:19–20).

Kerkleiders in de tijd van het Boek van Mormon namen bepaalde stappen om nieuwe leden op het enge en nauwe pad te houden. Moroni zag onze tijd, en omdat hij wist dat wij met soortgelijke kwesties te maken zouden krijgen (zie Mormon 8:35), nam hij in zijn geschriften enkele van die manieren op, waarmee nieuwe leden trouw aan hun verbonden kunnen blijven:

‘En wanneer zij tot de doop waren toegelaten en de macht van de Heilige Geest op hen had ingewerkt en hen had gereinigd, werden zij onder het volk van de kerk van Christus gerekend; en hun naam werd opgeschreven, zodat zij bekend zouden blijven en gevoed worden door het goede woord Gods, om hen op het rechte pad te houden, om hen voortdurend het gebed indachtig te doen zijn, alleen vertrouwend op de verdiensten van Christus, die de bron en voleinder was van hun geloof.

‘En de leden der kerk kwamen dikwijls tezamen om te vasten en te bidden en met elkaar te spreken over het welzijn van hun ziel’ (Moroni 6:4–5).

De hedendaagse kerk volgt de voorbeelden van het behoud van bekeerlingen uit het Boek van Mormon in haar wijkraden, priesterschapsquorums en andere organisaties.2

Afbeelding
illustration of baptism at the waters of Mormon

Heractivering van minderactieve leden

Tegen het eind van zijn bediening was Alma erg bezorgd om het geestelijk welzijn van een groep andersdenkenden die zich van de kerk hadden afgescheiden en zich de Zoramieten noemden. In het Boek van Mormon staat ‘dat zijn hart wederom treurig werd wegens de ongerechtigheid van het volk.

‘Want het was de oorzaak van grote smart voor Alma om te weten van ongerechtigheid onder zijn volk; daarom was zijn hart buitengewoon bedroefd wegens de afscheiding der Zoramieten van de Nephieten’ (Alma 31:1–2).

Alma zette een actie op touw om de Zoramieten terug te winnen. Hij koos getrouwe metgezellen en bad dat God hen zou zegenen in hun werk en dat Hij ‘hun ziel in Christus [zou] troosten’ om hen de kracht te geven de lasten te dragen die het werk met zich mee zou brengen en hen te helpen om ‘erin [te] slagen [de Zoramieten] wederom tot [de Vader] te brengen in Christus’ (Alma 31:32, 34). Vervolgens gaf hij zijn metgezellen een zegen en begonnen ze aan hun werk (zie Alma 31:36).

Toen de Heer onder de mensen in het land Overvloed diende, leerde Hij zijn discipelen dat ze er voortdurend naar moesten streven om hen te redden die van het smalle en nauwe pad waren afgeweken. Hij zei: ‘Zulke mensen zult gij het woord blijven bedienen; want gij weet niet of zij niet zullen terugkomen en zich bekeren, en met een volmaakt voornemen des harten tot Mij komen en Ik hen zal genezen, en gij het middel zult zijn om redding tot hen te brengen’ (3 Nephi 18:32).

De inzet van de hedendaagse kerk om het geloof in het hart van minderactieve leden weer aan te wakkeren, weerspiegelt de leringen van de Heiland en de profeten uit het Boek van Mormon.

Familiehistorisch en tempelwerk

Toen de Nephieten zich van de Lamanieten hadden afgescheiden, bouwden ze een tempel. Nephi schreef: ‘En ik, Nephi, bouwde een tempel; en ik bouwde hem naar het voorbeeld van de tempel van Salomo, behalve dat hij niet van zoveel kostbare materialen werd gebouwd, want die waren niet te vinden in het land; daardoor kon hij niet zoals Salomo’s tempel worden gebouwd. Maar de wijze van bouwen was als die van de tempel van Salomo, en de makelij ervan was buitengewoon fraai’ (2 Nephi 5:16).

We lezen in het Boek van Mormon dat Jakob, koning Benjamin, Alma en Amulek onderricht gaven in een tempel (zie Jakob 1:17; Mosiah 1:18; Alma 16:13). In de boeken Alma en Helaman is sprake van meerdere tempels onder het volk (zie Alma 16:13; Helaman 3:9).

De Heiland koos de tempel in het land Overvloed als de plek waar Hij na zijn opstanding aan de overlevenden onder de Nephieten en Lamanieten verscheen (zie 3 Nephi 11:1). Hij zorgde er ook voor dat het volk werd onderricht in de leer die aan het familiehistorisch werk ten grondslag ligt. Hij haalde Maleachi’s profetie aangaande Elia’s verschijning in de laatste dagen aan:

‘Zie, Ik zend u de profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt;

‘Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met de ban’ (Maleachi 25:5–6).

Er wordt in het Boek van Mormon geregeld gesproken over het bijhouden van een familiegeschiedenis. Lehi stuurde zijn zoons terug naar Jeruzalem om de koperen platen op te halen, de ‘kroniek der Joden en ook een geslachtsregister van [zijn] voorvaderen’ (1 Nephi 3:3). In het boek Ether staan de namen van de heersers die elkaar opvolgden, zo nodig met vermelding van hun broers, zussen en kinderen, waaruit blijkt dat er onder het volk uitgebreide familieregisters werden bijgehouden.

De wereldwijde initiatieven van de kerk op het gebied van tempelwerk en familiegeschiedenis komen overeen met de leringen in het Boek van Mormon.

Evangelieonderricht

Het evangelie van Jezus Christus is een regelmatig terugkerend thema in het Boek van Mormon. Misschien geven deze woorden van Nephi wel het beste de geest weer van die leringen en hun heilige doel: ‘Wij spreken over Christus, wij verheugen ons in Christus, wij prediken Christus, wij profeteren over Christus, en wij schrijven volgens onze profetieën, opdat onze kinderen zullen weten op welke Bron zij mogen vertrouwen voor vergeving van hun zonden’ (2 Nephi 25:26).

Veel grote leringen in het Boek van Mormon komen van ouders die hun kinderen onderwijzen. Denk bijvoorbeeld aan Lehi die Jakob leert dat er een ‘tegenstelling in alle dingen’ is (2 Nephi 2:11). Of Alma die Corianton leert dat ‘goddeloosheid […] nooit geluk [heeft] betekend’ (Alma 41:10). Of de jeugdige krijgers die van ‘hun moeders hadden […] geleerd dat als zij niet twijfelden God hen zou bevrijden’ (Alma 56:47).

De vijf taken waaruit het heilswerk bestaat, behoren niet exclusief aan deze bedeling toe. Er werd in de tijd van het Boek van Mormon in onderwezen, ze werden toen uitgevoerd, en ze hebben altijd deel uitgemaakt van ‘de kenmerkende punten van [Christus’] leer’ (1 Nephi 15:14).

Noten

  1. Zie Handboek 2: de kerk besturen (2010), 5.0.

  2. Zie Handboek 2, afdelingen 4 en 5.

Illustraties Dan Burr