2014
Zalvingen gegeven en teruggekregen
Augustus 2014


Zalvingen gegeven en teruggekregen

Julie Keyes, British Columbia (Canada)

Afbeelding
Missionaries giving a blessing to a man in a hospital bed.

Illustraties Bradley Clark

Enkele jaren geleden zaten we thuis met een ander echtpaar uit onze wijk te eten toen we een telefoontje kregen van de eerstehulpafdeling van het plaatselijke ziekenhuis. Iemand vroeg mijn man, die toen ringpresident was, of iemand van de kerk een jongen van zeventien kon komen bezoeken die een ernstige hoofdwond had opgelopen.

Bij aankomst vernam mijn man dat de jongeman van een balkon negen meter lager op de betonnen stoep was gevallen. Hij was bewusteloos en men verwachtte dat hij het niet zou halen.

Mijn man en de broeder die bij ons had gegeten zalfden de jongeman. Er werd contact opgenomen met zijn familie, die meer dan 1.600 kilometer daar vandaan woonde.

Wonder boven wonder kwam de jongeman na enkele dagen op de intensive care weer bij, en begon hij te genezen. Vier weken lang bezochten zijn ouders hem dagelijks in het ziekenhuis. En toen namen ze hem mee naar huis, in de Amerikaanse staat Arizona, zodat hij daar verder kon herstellen.

Wat was het geweldig om te zien wat een genezende kracht het priesterschap heeft, waardoor deze jongeman een nieuwe kans kreeg op een gezonde toekomst. En wat was ik dankbaar voor een echtgenoot en andere wijkleden die bereid waren om het goddelijke gezag te gebruiken dat zij uit hoofde van hun priesterschap hadden.

Ik voelde erg mee met de ouders van de jongeman, die zo ver bij hun zoon vandaan waren toen hem deze ramp overkwam. Maar ik was blij dat ze zich enigszins gerustgesteld voelden toen ze hoorden dat hun zoon een zalving had gekregen en dat de kerkleden hem maar al te graag hielpen.

Mijn empathie voor die ouders nam enorm toe toen ik enkele jaren later een telefoontje kreeg met de mededeling dat mijn zoon, die ruim drieduizend kilometer ver weg woonde, door een auto was aangereden toen hij met de fiets op weg was naar de universiteit waar hij werkte en studeerde. Hoewel ik me hulpeloos voelde, was ik dankbaar en voelde ik me getroost door de gedachte dat de voltijdzendelingen waren gebeld om hem te zalven, en dat een wijk in St. Paul (Minnesota, VS) voor zijn gezin zorgde. Wijkleden brachten maaltijden naar zijn huis en hielpen zijn vrouw, die net de dag voor het ongeluk het leven had geschonken aan een kind, met de zorg voor de andere drie kinderen.

En denkt u zich eens in hoeveel mijn dankbaarheid toenam toen ik hoorde dat de zendeling die mijn zoon had gezalfd dezelfde jongeman was die vijf jaar daarvoor een zalving van mijn man had ontvangen. Ik stond versteld dat de dienst volledig was terugbetaald!

Mijn geloof in mijn hemelse Vader en mijn dankbaarheid aan Hem nemen verder toe als ik bedenk dat Hij ieder van ons kent en weet wat wij nodig hebben. Ik geloof dat deze jonge zendeling daar was zodat wij op een heel persoonlijke manier konden inzien wat een voorkennis God heeft.