2013
Voor de Heer werken
Juli 2013


Voor de Heer werken

Mary Jane Lumibao Suya (Filippijnen)

Ik ben op 23 mei 2006 met mijn man in de tempel getrouwd. Vóór ons huwelijk moest Cyrus voor zijn werk in een laboratorium op zondag werken. Hij had ploegendienst, maar werkte meestal van middernacht tot acht uur ’s ochtends. Als hij thuis kwam van zijn werk, deed hij zijn zondagse kleren aan en ging regelrecht naar de kerk, die om negen uur begon. Toen we gehuwd waren, werkte hij op dezelfde tijden.

Soms ging ik alleen naar de kerk omdat hij op zijn werk vertraging had opgelopen. We wilden eigenlijk liever niet dat hij op zondag moest werken. Op de eerste zondag in juni 2006 vastten we voor het eerst als echtpaar. We baden in geloof dat Cyrus gezegend zou worden met een baan waarvoor hij niet op zondag zou hoeven werken.

Een paar dagen later vroeg ik me af waar Cyrus was. Normaal gesproken kwam hij tussen acht en negen uur ’s ochtends thuis, maar nu was het al tien uur. Opeens dacht ik: misschien heeft hij een betere baan gekregen. Uiteindelijk kwam Cyrus om elf uur thuis. Toen hij binnenkwam, zei hij dat hij goed en slecht nieuws had.

Ik zei dat ik eerst het slechte nieuws wilde horen. Hij zei dat hij binnenkort van Iligan (Filippijnen) naar Panay (Filipijnen) zou vertrekken. Dat vond ik niet zo fijn om te horen, want we hielden van de mensen in onze ring. Ze waren vriendelijk en behandelden ons als familie, omdat ze wisten dat er geen familie van Cyrus of mij in de buurt woonde.

Toen ik vroeg waarom we naar Panay moesten verhuizen, zei hij dat dit het goede nieuws was: zijn baas had hem een sollicatiegesprek afgenomen voor een andere baan in Panay. Ik vroeg hem niet meteen naar zijn salaris, maar wilde eerst weten of hij in die baan op zondag zou moeten werken. Hij antwoordde: ‘Nee!’ Daar was ik erg blij om. Ik gaf hem een knuffel en zei dat zijn nieuwe baan het antwoord op ons vasten en gebed was. Twee maanden later begon Cyrus in zijn nieuwe baan in Panay.

Onze hemelse Vader denkt aan ons en zegent ons als we geloof oefenen en zijn geboden gehoorzamen. Ik ben dankbaar voor de beginselen van vasten en gebed. De baan van mijn echtgenoot is een zegen voor ons. Nu heeft hij tijd om zijn roeping in onze wijk groot te maken en doet hij op zondag alleen het werk van de Heer.