2007
Mijn strijd met porno
Juli 2007


Mijn strijd met porno

Hoe hard ik ook mijn best deed om me van mijn verslaving te ontdoen, ik bleef het verliezen. Uiteindelijk kwam ik erachter dat ik het niet alleen kon.

Ik was nog maar tien jaar toen ik voor het eerst in aanraking kwam met pornografie. Ik was bij een oudere vriend tv aan het kijken. Hij zette zijn computer aan en zei dat hij me iets wilde laten zien. Toen ik vroeg wat het was, zei hij: ‘Hete plaatjes van meisjes.’ Ik zei hem dat ik van mijn godsdienst niet naar dat soort dingen mocht kijken, maar hij zei: ‘Ja, vast. Iedereen kijkt naar deze dingen — dat is normaal.’ Ik weigerde ernaar te kijken en ging weg.

Twee jaar later was ik weer bij mijn vriend thuis. Maar het verschil was dat ik dit keer toegaf aan mijn nieuwsgierigheid en aan de verleiding. Ik stemde ermee in om te kijken naar wat hij wilde laten zien. Dat was de grootste vergissing van mijn leven. Ik wens nog dagelijks dat ik dat niet had gedaan.

Ik bleef ook thuis op mijn computer naar porno kijken. Die stond in mijn kamer, maar als er iemand binnenkwam, zei ik dat het een opklapvenster was of verzon een andere smoes. Het daaropvolgende jaar legde ik mijn schuldgevoel het zwijgen op en deed niet eens moeite om op te houden naar porno te kijken. Ik overtuigde mezelf dat het normaal was en ik negeerde elk advies van de kerk dat daartegen indruiste. Ik besefte het niet meteen, maar ik was verslaafd geraakt aan porno. Ik begon anders naar meisjes te kijken en ik schaamde me voor mijn gedachten.

Op een jeugdconferentie sprak mijn ringpresident tot ons en legde uit dat kijken naar porno jongemannen onwaardig maakt om het priesterschap uit te oefenen. Zijn toespraak overtuigde mij dat ik moest stoppen. Eerst dacht ik dat ik dat alleen wel kon. Ik wilde het niet aan mijn bisschop vertellen omdat ik niet wilde dat hij mij oordeelde voor wat ik deed. Ik besloot liever om er gewoon niet meer naar te kijken. Jammer genoeg duurde dat niet lang. Ik beloofde mezelf elke keer dat het de laatste keer was, maar de verslaving was zo diepgeworteld dat ik er toch steeds weer naar keek.

En deze zonde had vele andere tot gevolg. Ik bleef wel naar de kerk gaan, maar lette niet meer op. Ik gaf Satan invloed in mijn leven en raakte de invloed van de Geest kwijt. Ik loog in het seminarie over mijn schriftstudie. Ik loog over scoutingvereisten. Ik spiekte op school. Ik deed alles waarvan ik had geleerd dat het niet mocht.

Vijf jaar lang probeerde ik met gebed en zelfbeheersing mijn verslaving te overwinnen. Maar dat kon ik niet alleen.

Ik vertelde uiteindelijk aan mijn ouders dat ik problemen had met porno. Ik zei: ‘Ik heb hulp nodig. Ik kan dit niet alleen.’ Hoewel ze het er moeilijk mee hadden, hadden ze er wel begrip voor en probeerden ze me te helpen. Mijn ouders moedigden me aan om met de bisschop te gaan praten.

Ik wist dat ze gelijk hadden, maar ik was bang om met de bisschop te praten. Ik beschouwde hem als mijn vriend en wilde niet dat hij wist welke zonden ik allemaal verborgen had gehouden. Toen ik uiteindelijk de moed had gevat om met hem te praten, verbaasde het me hoe begripvol hij was. Ik had niet het gevoel dat hij mij oordeelde; hij wilde alleen maar helpen.

Zo gauw ik een volledige bekentenis had afgelegd tegenover de bisschop en was begonnen om me te bekeren, verbeterde mijn leven meteen. Ik begreep dat ik mij moest bekeren van al mijn zonden om mij volledig te bekeren van mijn pornoverslaving. Ik leverde al mijn seminariecertificaten en scoutingonderscheidingen in en gaf toe dat ik die niet had verdiend. En ik bekende aan mijn leraren op school dat ik had gespiekt.

Met hulp van de bisschop zag ik in hoe belangrijk het is om zowel tegen de bisschop als tegen de Heer een bekentenis af te leggen (zie LV 58:43). Vroeger probeerde ik helemaal alleen mijn verslaving te bestrijden, maar nu heb ik mijn ouders, mijn bisschop en bovenal de Heer aan mijn zijde. Dat is een sterk verweer tegen verleiding.

We kregen een filter op de computer en ik begon foto’s van de tempel of de profeet bij me te houden om mijn gedachten bij heilige zaken te houden. Ik ontdekt dat dagelijkse schriftstudie een van de beste manieren was om mijn geestelijke verdediging weer op te bouwen. Toen ik nog naar porno keek, wist ik waarschijnlijk niet eens waar mijn schriften lagen. Maar nu weet ik dat ik elke dag in de Schriften moet lezen om verleiding te weerstaan.

Ik heb ook selectiever moeten worden in waar ik naar kijk en luister. Veel tv-programma’s en films stellen onzedelijkheid voor als iets normaals. Ik ben tot het inzicht gekomen dat het inderdaad normaal is voor de natuurlijke mens, die een vijand van God is (zie Mosiah 3:19). Alleen door de verzoening van Jezus Christus heb ik de natuurlijke mens kunnen afleggen en vergeving kunnen ontvangen voor mijn zonden. Ik weet dat als er iemand is die kan begrijpen hoeveel berouw ik had van mijn zonden, het wel de Heiland is, die alles voor ons heeft geleden.

Ik heb mijn pornoverslaving inmiddels afgeschud. Ik ben gaan inzien dat er door de verzoening eeuwige hoop is. Hoewel ik voortdurend op mijn hoede moet zijn, zal ik met de hulp van de Geest de strijd winnen. Ik weet dat de duivel toch nog zal proberen me te verleiden, maar hij zal niet overwinnen als ik de Heiland aan mijn kant heb.

Ik heb op een pijnlijke manier ervaren dat één keer toegeven al voldoende is om vast te hangen aan een langdurige verslaving die alleen maar ellende brengt. Ik heb me door nieuwsgierigheid tot zonde en wanhoop laten leiden, maar ik ben gemotiveerd om deze plaag de rest van mijn leven te mijden. Ik zie uit naar een zending, een tempelhuwelijk en uiteindelijk een leven bij mijn hemelse Vader en Jezus Christus.

Preventie

De beste verdediging tegen porno is het te vermijden. Met de volgende tips kun je vermijden dat je de eerste stap op weg naar een verslaving zet, met alle bijbehorende problemen:

  • Veel mensen die met een pornoverslaving worstelen, hebben er door een vriend mee kennisgemaakt. Als iemand aanbiedt om je porno te laten zien, ga dan meteen weg. Kies de mensen met wie je je tijd doorbrengt zorgvuldig uit.

  • Heb de moed om alles uit te zetten dat over onzedelijkheid gaat, ongeacht de leeftijdsgroep waarvoor het is goedgekeurd.

  • Zet televisies en computers thuis op drukke plaatsen. Gebruik de computer niet als je alleen thuis bent.

  • Voorzie elke computer met internettoegang van een filter dat pornosites blokkeert. Bescherm jezelf tegen de storm van porno (zie de uitspraak van president Gordon B. Hinckley op pagina 34).

  • Open nooit e-mail van iemand die je niet kent. Als je per ongeluk porno tegenkomt op het internet, zet de computer dan meteen uit en waarschuw een volwassene.

  • Luister naar de ingevingen van de Heilige Geest. Hij zal je waarschuwen als je je in een gevaarlijke situatie bevindt.

Herstellen

Als je in de val van porno gelopen bent, moet je je bekeren en moet je de verslaving overwinnen. Doorloop met de hulp van je bisschop of gemeentepresident het bekeringsproces. LDS Family Services geeft de volgende suggesties om te herstellen van een verslaving:

  • Houd op het te beredeneren. Je moet ophouden je verslaafde gedrag te rechtvaardigen.

  • Doorbreek de cirkel van verslaving. Voorkom dat de volgende verslavingscyclus zich herhaalt:

    • Fase 1: obsessie — zich bezighouden met mentale beelden die seksuele opwinding veroorzaken.

    • Fase 2: rituelen instellen — routines opbouwen die leiden tot het gebruik van porno.

    • Fase 3: porno bekijken of gebruiken.

    • Fase 4: wanhopen.

    Je kunt de verleiding om naar porno te kijken, overwinnen door de cyclus te doorbreken op elk gewenst punt. Hier zijn enkele manieren om te voorkomen dat de ene fase tot de volgende leidt:

    1. 1. Beheers je gedachten en verlangens. Overwin onreine gedachten met geloof, vasten, gebed en schriftstudie. Vervang ongepaste gedachten zo snel je ze krijgt. Doe dat door te luisteren naar inspirerende muziek, door schriftteksten die je uit je hoofd hebt geleerd op te zeggen, of door aan opbouwende dingen te denken.

    2. 2. Verander je gewoontes. Doe eens iets anders: maak een wandeling, lees de Schriften, praat met een vriend of vriendin, doe aan sport of bespeel een muziekinstrument.

    3. 3. Ontzeg jezelf de gelegenheid. Houd op met naar porno te kijken door te zorgen dat je er geen toegang meer toe hebt.

    4. 4. Bid dat je wanhoop plaats mag maken voor hoop. Laat je niet ontmoedigen door tegenslagen. Als je je bekeert en vergeving ontvangt, kun je hoop krijgen in plaats van wanhoop. Een verslaving overwinnen is een tijdrovend proces. Je slaagt er alleen in als je vasthoudend bent.

  • Vraag om professionele hulp. Als je ernstig verslaafd bent, kun je professionele therapeutische hulp nodig hebben. Als je in een gebied woont waar LDS Family Services actief zijn, kan je bisschop of gemeentepresident je verwijzen naar hun ontwenningsprogramma. Zie www.ldsfamilyservices.org voor meer informatie. De kerkbrochure Laat deugd uw gedachten sieren (artikelnummer 00460 120) bevat ook nuttige informatie over het overwinnen van problemen met pornografie.

Zoek onderdak

Afbeelding

‘Het excuus is dat [porno] zo moeilijk te vermijden is, omdat het met één muisklik te benaderen is, en dat er geen uitweg is. Stel u voor dat het stormt, dat de wind loeit en dat de sneeuw om u heen waait. U kunt de storm niet tegenhouden. Maar u kunt zich ertegen kleden en onderdak zoeken. Dan hebt u geen last van de storm.’

President Gordon B. Hinckley, ‘Een tragisch kwaad onder ons’, Liahona, november 2004, p. 61.

Vermijd de valstrik

Afbeelding

‘We worden als nooit tevoren door pornografie geplaagd. Pornogorafie leidt tot onzedelijkheid, ontwrichte gezinnen en ontredderde levens. Pornografie onttrekt de levenskracht om te volharden. Pornografie is goed met drijfzand te vergelijken. Zodra je erin stapt, kun je er zo gemakkelijk in vast komen te zitten dat je niet eens inziet hoe gevaarlijk het is. Hoogstwaarschijnlijk hebt u hulp nodig om uit het drijfzand van pornografie te komen. Maar hoeveel beter is het niet om er nooit in terecht te komen.’

Ouderling Joseph B. Wirthlin van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘Ga voort’, Liahona november 2004, p. 102.