2005
Sleutels van het priesterschap
Oktober 2005


Sleutels van het priesterschap

Dit is het negende van een reeks artikelen over de priesterschap en hun doelen.

Sleutels zijn belangrijk en waardevol. De meesten van ons hebben sleutels in onze zak of tas. Andere sleutels zijn niet alleen belangrijk en waardevol; ze zijn kostbaar, machtig en onzichtbaar! Zij hebben eeuwige waarde. Dat zijn de sleutels van het priesterschap.1

De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat ‘de fundamentele beginselen, het bestuur en de leer van de kerk in de sleutels van het koninkrijk zijn verankerd.’2 Die sleutels verwijzen naar het recht om in de naam van de Heer Jezus Christus het gezag van het priesterschap te presideren. Sleutels omvatten het recht om een plaatselijke organisatie van de kerk te presideren, zoals een ring, een wijk of gemeente, een zendingsgebied of district, een priesterschapsquorum of een tempel. Sleutels worden door handoplegging verleend door iemand die het juiste gezag bezit en van wie in de kerk bekend is dat hij bevoegd is.3

Alle sleutels van het koninkrijk van God op aarde zijn in bezit van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen. De president van de kerk — de senior apostel — presideert de hele kerk en is de enige persoon op aarde die alle sleutels in hun volheid bezit.4 Hij delegeert gezag door andere priesterschapsdragers in hun desbetreffende ambten en roepingen bepaalde sleutels te verlenen.5

Het priesterschap is het gezag van God dat aan de mens wordt gedelegeerd om aan het eeuwig heil van de mens bij te dragen. ‘De macht om dat werk te leiden, zijn de sleutels van het priesterschap.’6 We maken onderscheid tussen het dragen van het priesterschap en het bezitten van de sleutels van het priesterschap. Als iemand bepaalde sleutels krijgt, krijgt hij niet meer priesterschap. Hij krijgt het recht om het werk van de priesterschap te leiden.

Voorbereiding en toestemming

Om als een drager van het heilig priesterschap goed te kunnen functioneren, moeten we voorbereid zijn en toestemming krijgen. Mag ik iets over een persoonlijke ervaring vertellen? Voordat ik als lid van het Quorum der Twaalf Apostelen werd geroepen, was ik arts en chirurg. Ik had twee doctorale graden behaald. Ik had bevoegdheden van twee gespecialiseerde bestuurslichamen ontvangen. De lange voorbereiding had vele jaren gekost, maar de opleiding zelf was niet voldoende om te praktiseren. Waarom niet? Omdat ik wettelijke toestemming moest krijgen.

Die kon alleen verleend worden door overheidsfunctionarissen en door bestuursleden van de ziekenhuizen waar ik wilde werken. Pas toen functionarissen met het juiste gezag mij een vergunning en toestemming gaven, kon ik voor patiënten zorgen die geopereerd moesten worden. Nadat de wettelijke bestuurders hun sleutels hadden gebruikt kon ik het werk verrichten waarop ik me had voorbereid.

En ik moest verantwoording afleggen aan hen die me die voorrechten hadden gegeven. Ik moest wettelijke en ethische normen nakomen en nooit de macht misbruiken die aan mij was toevertrouwd.

Net als de belangrijke stappen van voorbereiding en toestemming op de medische wereld (en andere beroepen) van toepassing zijn, zijn ze ook op het priesterschap van toepassing. Zij die het priesterschap dragen — Aäronisch en Melchizedeks — hebben het gezag om hun priesterschap te gebruiken. Als dienstknechten van de Heer hebben ze het recht om bepaalde verordeningen van het evangelie te verrichten. Door de sleutels krijgen we de bevoegdheid om die verordeningen te verrichten.

Er is onderscheid tussen gezag van het priesterschap en macht van het priesterschap. Als u wordt geordend tot een ambt in het priesterschap, dan krijgt u gezag. Maar macht krijgt u door dat gezag in rechtschapenheid uit te oefenen.7 Dus, hoewel priesterschapsdragers gezag hebben, moeten ze zich voorbereiden om de bijbehorende macht te ontvangen. Dat doen ze door de gedragsnormen na te leven en door de taken en leerstellingen van het priesterschap te leren kennen en in praktijk te brengen.

Waarom is dat belangrijk? Waarom is macht om in Gods naam te handelen zo belangrijk? Waarom is het belangrijk dat priesterschapsdragers zich voorbereiden om met macht te dienen? Omdat het priesterschap van eeuwige waarde is. Het priesterschap is iedere man, vrouw en kind tot zegen — die nu leeft, die heeft geleefd en die nog zal leven. Wie het priesterschap draagt, moet zich voorbereiden om de zegeningen van de macht van het priesterschap aan al Gods kinderen te kunnen bieden. Wie sleutels van het priesterschap bezitten, moeten weten hoe ze die sleutels verstandig en rechtvaardig moeten gebruiken.8

Geschiedenis van de sleutels van het priesterschap

De sleutels en het gezag van het priesterschap kunnen in drie perioden van de geschiedenis gevonden worden: in de oudheid, tijdens de aardse bediening van de Heiland en in deze tijd.

Eerste periode: de oudheid. Het gezag van het priesterschap was al in de oudheid bekend, zelfs vóór de schepping van de aarde. De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Het priesterschap is een eeuwig beginsel, en bestond al voor eeuwig bij God, en zal voor eeuwig blijven bestaan.’9 President Brigham Young (1801–1877) heeft daaraan toegevoegd dat het priesterschap ‘de wet [is] waardoor de werelden zijn, waren en voor eeuwig voortgang zullen vinden.’10

In het voorsterfelijk bestaan leefden we als geestkinderen van God. Abraham was een van ons. Tegen hem werd gezegd dat hij al vóór zijn geboorte was uitverkoren om een van de ‘heersers’ (geestelijke leiders) te zijn.11 In de Schriften staat ook dat de Here God naar zijn heilige orde priesters ordende die al vanaf de grondlegging der wereld volgens zijn voorkennis waren voorbereid. Daarom was onze roeping tot het heilig priesterschap al vóór onze geboorte bepaald.12

Adam kreeg het priesterschap voordat de wereld was geschapen.13 We weten dat ‘het priesterschap eerst aan Adam was verleend; hij kreeg het eerste presidentschap en bezat vele generaties de sleutels daarvan.’14 Het priesterschap kwam uiteindelijk van Adam bij Mozes terecht, ‘door de lijn van hun vaderen.’15 Toen hij over de profeten uit het Oude Testament sprak, zei de profeet Joseph Smith dat ‘alle profeten het Melchizedeks priesterschap hadden.’16

Tweede periode: de aardse bediening van de Heiland. Tijdens zijn aardse bediening verleende Jezus het priesterschap aan zijn twaalf apostelen en openbaarde Hij het beginsel van de sleutels van het priesterschap. Tegen zijn apostel Petrus zei de Heiland: ‘Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen.’17 De Heer beloofde deze sleutels ook aan Jakobus en Johannes.18

Binnen een week na die belofte nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes mee naar een hoge berg. Onder leiding van de Heer kregen deze apostelen de sleutels van het priesterschap verleend van Mozes en Elia.19

De Meester herinnerde zijn discipelen aan de bron van hun gezag: ‘Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u aangewezen.’20

Vlak daarna werd de Heiland gekruisigd. Zelfs voordat deze apostelen hun werk konden afmaken, begon de afval. En zoals geprofeteerd, vond die plaats toen de leringen van de mensen die de sleutels van het priesterschap hadden, werden verworpen en de heilige verordeningen werden ontheiligd.21

Derde periode: in deze tijd. De herstelling van de sleutels van het priesterschap is een van de vele wonderen in deze bedeling, de bedeling van de volheid der tijden.22 De profeet Joseph Smith heeft gezegd: ‘Als het evangelie op aarde is, moeten de sleutels uit de hemel worden verleend.’23 In 1820 verschenen onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, aan de profeet Joseph Smith. In mei 1829 verleende Johannes de Doper het Aäronisch priesterschap aan Joseph Smith en Oliver Cowdery.24 Toen hij dat deed, bevestigde hij de sleutels ‘van de bediening van engelen en van het evangelie van bekering en van de doop door onderdompeling tot vergeving van zonden.’25 Vlak daarna kregen de profeet en zijn collega het Melchizedeks priesterschap van Petrus, Jakobus en Johannes.26 Joseph Smith had de sleutels om de kerk te organiseren, zendelingen op pad te sturen en priesterschapsleiders te ordenen.

Later sprak de Heer met Joseph en Oliver over anderen aan wie specifieke sleutels van het priesterschap waren verleend.27 Op hun beurt verleenden zij allemaal hun sleutels aan Joseph en Oliver:

  • Mozes bracht de sleutels van de vergadering van Israël en het leiden van de tien stammen.28

  • Elias bracht de sleutels van het verbond van Abraham.29

  • En Elia bracht de sleutels van de verzegelbevoegdheid.30

Joseph Smith verleende die herstelde sleutels van het priesterschap aan alle apostelen die in zijn tijd waren geroepen.31 Deze sleutels werden van generatie op generatie doorgegeven aan de huidige leiders van de kerk. Tegenwoordig bezit de president van de kerk de sleutels van ‘allen die vanaf het begin der schepping ooit een bedeling hebben ontvangen.’32

Op 12 april 1984 vond er in mijn leven een heilig moment plaats, toen de leden van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen hun handen op mijn hoofd legden. Zoals anderen voor mij hadden meegemaakt, werden alle sleutels van het priesterschap aan mij verleend. Net als alle leden van het Quorum der Twaalf Apostelen bezit ik alle sleutels van het priesterschap dat in deze laatste dagen is hersteld, maar sommige sleutels worden niet gebruikt tenzij de senior apostel daar een specifieke opdracht toe geeft, of als hij overlijdt. Alle leden van het Quorum der Twaalf Apostelen voelen de verantwoordelijkheid en de last van eeuwig vertrouwen op hun schouders drukken. We weten dat de sleutels die wij dragen zijn hersteld ‘voor de laatste dagen en voor de laatste maal.’33

Plichten en verantwoordelijkheid

Als iemand de handen opgelegd krijgt om geordend of aangesteld te worden, hebben de ontvanger en de verlener bepaalde plichten en een verantwoordelijkheid. Daar wil ik graag een voorbeeld van geven. Stel u voor dat u de sleutels bij u hebt van iets kostbaars in uw leven — een auto, een huis of iets anders. Als u die sleutels aan een ander uitleent zodat zij uw bezit mogen gebruiken, hebt u een bepaalde verantwoordelijkheid. U bent verantwoordelijk voor het succes van de persoon die ze leent. Dus u geeft specifieke instructies om de gebruiker, maar tegelijkertijd ook uw bezit, te beschermen. De ontvanger heeft ook bepaalde plichten. Hij of zij moet de bijbehorende wetten kennen en gehoorzamen, goed voor uw bezit zorgen en verslag uitbrengen hoe hij of zij het gebruikt heeft.

Dezelfde beginselen zijn op de sleutels van het priesterschap van toepassing. Tempelpresidenten, zendingspresidenten, ringpresidenten, districtspresidenten, bisschoppen, gemeentepresidenten en quorumpresidenten bezitten sleutels van presidentschap. Hun sleutels zijn bepalend voor de werking van hun unit in de kerk. Om de zending van de kerk te vervullen, roepen en ontheffen deze leiders niet alleen mensen, maar zij leiden mensen op en stellen ze verantwoordelijk. Daarom hebben mensen die een ordening in het priesterschap of een roeping in de kerk krijgen de verplichting van gehoorzaamheid en verantwoordelijkheid.

Ieder priesterschapsquorum heeft een president, en het maakt niet uit of het een quorum diakenen, leraren, priesters, ouderlingen of hogepriesters betreft. Iedere president heeft bepaalde sleutels. Quorumactiviteiten en dienstbetoonprojecten worden goedgekeurd door de president die de sleutels bezit. Hoewel een quorumpresident bepaalde sleutels heeft, hebben zijn raadgevers die niet. Presidenten van hulporganisaties hebben geen sleutels. Raadgevers en presidenten van hulporganisaties werken in opdracht van iemand die bepaalde sleutels bezit en een deel van zijn bevoegdheid delegeert.

Als iemand van zijn roeping wordt ontheven, doet hij afstand van zijn sleutels. Die worden door middel van het juiste gezag aan de nieuwe leider gegeven. Als een bisschop bijvoorbeeld wordt ontheven, blijft hij het ambt van bisschop houden, maar de sleutels van het priesterschap om als bisschop de wijk te leiden worden aan de nieuwe bisschop gegeven.

Openbaring, trouw en het voorrecht om te dienen

Zij die het Melchizedeks priesterschap ontvangen, leggen een eed af en sluiten een verbond om te ‘leven naar ieder woord dat uit de mond Gods uitgaat.’34 En als ze dat doen, kunnen ze persoonlijke openbaring ontvangen.

Trouw is ook essentieel om macht in het priesterschap te ontvangen. Trouw aan de persoon die de sleutels heeft om te roepen en te ontheffen, zal de eenheid bevorderen, en eenheid is uitermate belangrijk om succes te hebben.35 Dat heeft de Heer uitgelegd toen Hij zei: ‘Indien gij niet één zijt, zijt gij de mijnen niet,’36 en ‘Israël zal in de door Mij bestemde tijd worden verlost; en zij zullen worden geleid door de sleutels die Ik heb gegeven.’37

We moeten gewaarschuwd en eraan herinnerd worden dat het voorrecht van dienstbetoon in de priesterschap ingetrokken zal worden als we het misbruiken. Dat kunnen we goed begrijpen. Datzelfde geldt in de wereld. Als we roekeloos in de auto van een ander rijden, zal de eigenaar ons zijn auto niet meer uitlenen. En dat geldt ook voor het gezag van het priesterschap. Als het misbruikt wordt, is ‘de Geest des Heren gegriefd; en wanneer die zich heeft teruggetrokken, vaarwel dan het priesterschap of het gezag van die man.’38

Iedere drager van het heilige priesterschap moet uitermate dankbaar zijn voor dat weergaloze voorrecht. Het moet ons nederig stemmen dat eenieder van ons al vóór de grondlegging van de wereld was geordend voor de taken die we nu hebben.39

Mogen wij trouw zijn aan het vertrouwen dat de Heiland heeft gegeven aan hen die zijn heilig priesterschap en zijn heilige sleutels dragen. Ik bid dat we ze verstandig zullen gebruiken, op de manier die de Heer van ons verwacht.

NOTEN

  1. Zie Russell M. Nelson, ‘Sleutels van het priesterschap’, De Ster, januari 1988, pp. 33–35.

  2. Teachings of the Prophet Joseph Smith, samengesteld door Joseph Fielding Smith (1976), p. 21.

  3. Zie LV 42:11.

  4. Zie LV 132:7.

  5. Zie LV 107:8–9, 91–92; 124:123.

  6. Joseph F. Smith, Leringen van kerkpresidenten: Joseph F. Smith (1998), p. 141.

  7. Zie Russell M. Nelson, ‘Persoonlijke priesterschapsverantwoordelijkheid’, Liahona, november 2003, p. 44.

  8. In het Handboek kerkbestuur, boek 2: leidinggevenden in priesterschap en hulporganisaties (1998), p. 161, worden de sleutels van het priesterschap beknopt uitgelegd.

  9. Teachings of the Prophet Joseph Smith, p. 157.

  10. Leringen van kerkpresidenten: Brigham Young (1997), p. 125.

  11. Zie Abraham 3:23.

  12. Zie Alma 13:1–5.

  13. Zie Teachings of the Prophet Joseph Smith, pp. 157, 167–168; zie ook LV 78:16.

  14. Teachings of the Prophet Joseph Smith, p. 157.

  15. LV 84:15; zie ook LV 84:6–17; 107:41–57.

  16. Teachings of the Prophet Joseph Smith, p. 181.

  17. Matteüs 16:19; zie ook LV 128:10.

  18. Zie LV 7:7.

  19. Zie Matteüs 17:1–5; zie ook Teachings of the Prophet Joseph Smith, p. 158.

  20. Johannes 15:16; zie ook LV 7:7.

  21. In een tekst uit de hedendaagse openbaringen staat een soort-gelijke profetie en belofte: ‘En indien mijn volk luistert naar mijn stem en naar de stem van mijn dienstknechten die Ik aangewezen heb om mijn volk te leiden, zie, voorwaar, Ik zeg u: Zij zullen niet uit hun plaats verwijderd worden’ (LV 124:45).

  22. Zie LV 27:13; 128:18, 20–21.

  23. Teachings of the Prophet Joseph Smith, p. 157.

  24. Zie LV 13; 27:8; Geschiedenis van Joseph Smith 1:69, 72.

  25. LV 13:1; 107:20; Geschiedenis van Joseph Smith 1:69; zie ook LV 129.

  26. Zie LV 27:12–13.

  27. Zie LV 27:6–13. Moroni had ook de sleutels van het Boek van Mormon. (Zie LV 27:5.)

  28. Zie LV 110:11.

  29. Zie LV 110:12; Joseph Fielding Smith, Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen (1954–1956), deel 3, pp. 126–127.

  30. Zie LV 27:9; 110:13–16; zie ook LV 128:17–18, 21; 132:7, 19.

  31. Zie Doctrines of Salvation, deel 3, pp. 154–156.

  32. LV 112:31; zie ook vers 30.

  33. LV 112:30.

  34. LV 84:44.

  35. Zie LV 124:45–46.

  36. LV 38:27.

  37. LV 35:25.

  38. LV 121:37.

  39. Zie Alma 13:1–5.