2005
Het priesterquorum: een gesprek met de Presiderende Bisschap
Maart 2005


Het priesterquorum: een gesprek met de Presiderende Bisschap

Dit is het derde in een reeks artikelen over priesterschapsquorums en hun doelen. In dit artikel vertellen leden van de Presiderende Bisschap iets over het priesterquorum.

Welke hindernissen heeft een priester te nemen en hoe kan zijn quorum hem daarbij helpen?

Bisschop H. David Burton (boven, middenin), presiderende bisschop: Tegen de tijd dat een jongeman zestien wordt, ondergaat hij veel externe invloeden. Het is een leeftijd waarop veel jongens met meisjes uitgaan. En in veel Amerikaanse staten mag je dan ook al autorijden. Hij denkt misschien aan een deeltijdbaantje. Maar het allermoeilijkste is dat hij op de een of andere manier in gedachten moet houden dat de geestelijke aspecten van het leven toch nog de belangrijkste zijn. Het is makkelijk om geestelijk uit de boot te vallen als er zoveel zaken wedijveren om zijn aandacht. En dus moeten we ervoor zorgen dat een geestelijke voorbereiding het fijnste deel van zijn leven uitmaakt.

Zoals president Gordon B. Hinckley steeds blijft vragen: ‘Hebben we wel plezier in de kerk?’ Nou bestaat dat plezier niet noodzakelijkerwijs uit ontspanning en spelletjes, hoewel dat natuurlijk ook kan. Je kunt je prettig gaan voelen door het goede te doen, en door deel te nemen aan doopdiensten en ordeningen. Hebben deze jongemannen de juiste soort plezier? Vinden ze vreugde in hun dienstbetoon?

Bisschop Richard C. Edgley (linksboven), eerste raadgever in de Presiderende Bisschap: Dit is een periode waarin jongemannen onder grote druk staan omdat ze veel belangrijke beslissingen te nemen hebben. En het feit dat het zedelijk milieu steeds slechter wordt, vergroot die druk alleen maar. In het verleden zijn er wel priesters gered door jongevrouwen die zich aan hun normen hielden. Maar zo werkt het tegenwoordig niet altijd. Dat betekent dat de priesterschapsleiders een nauwe band met de priesters moeten onderhouden zodat zij ze kunnen leiden en zij een milieu kunnen scheppen waarin de jongemannen zowel in geestelijk als sociaal opzicht kunnen gedijen.

Hebt u concrete suggesties voor het scheppen van zo’n geestelijk milieu?

Bisschop Keith B. McMullin (rechtsboven), tweede raadgever in de Presiderende Bisschap: We onderschatten de priesters, en daardoor maken we niet genoeg gebruik van ze. Priesters hebben bijvoorbeeld de bevoegdheid om het Aäronisch priesterschap te verlenen en diakenen, leraars en priesters te ordenen, maar ze krijgen maar zelden de kans om dat te doen. Dat geldt ook voor dopen. Priesters hebben ook de plicht om ‘te prediken, te onderwijzen, uit te leggen’ (LV 20:46). Maar hoeveel aandacht schenken we aan de vraag hoe we priesters in staat kunnen stellen om te onderwijzen en uit te leggen? Deze jongemannen hebben maar zelden de kans om hun priesterschap ten volle te gebruiken. Maar als u een groep priesters de kans geeft om het hoofd op te heffen en echt iets belangrijks te doen, dan reageren ze onmiddellijk. En ze willen maar al te graag gevraagd worden om nog meer te doen. Het is zowel een uitdaging als een goede gelegenheid om de geopenbaarde taken van een priester (zie LV 20:46–52) te vertalen naar de mogelijkheden van een zestienjarige.

Hoe kan een quorum ertoe bijdragen dat een priester zich op de toekomst voorbereidt?

Bisschop Edgley: Ik vind dat priesterschapsleiders priesters zouden moeten helpen om zich op een zending te blijven richten. Ze zouden ze moeten vertellen wat de vereisten zijn en ze moeten helpen om zich erop voor te bereiden. Ze moeten het ook met ze hebben over hun voorbereiding op de tempel, op de verbonden die ze sluiten als ze op zending gaan, en op het ontvangen van het Melchizedeks priesterschap. Het Aäronisch priesterschap bereidt hen hierop voor.

Als een jongeman die doelen goed voor ogen houdt, is het waarschijnlijker dat hij verleidingen weerstaat. Veel jongemannen houden zich aan bepaalde geboden omdat ze op zending willen. Als ik quorumleider was, zou ik proberen mijn priesters om te laten gaan met teruggekeerde zendelingen en voltijdzendelingen.

Wat voor rol speelt de bisschop in een priesterquorum?

Bisschop Burton: Hij is de president van het quorum. De bisschop draagt priesterschapssleutels die God op aarde hersteld heeft. Hij kan die sleutels gebruiken om de jongemannen tot zegen te zijn. En daarom is het belangrijk dat de bisschop in het quorum aanwezig is. Maar al te vaak is hij er niet. Niet omdat hij er niet wil zijn, maar vanwege de druk van zijn taak om de wijk te leiden. Maar al te vaak is hij een afwezige president. En daardoor worden die belangrijke sleutels niet omgedraaid in het leven van die jongemannen.

Bisschop McMullin: Als de bisschop er niet is, dan is de vergadering van een priesterquorum niet meer dan een les voor jongemannen van een bepaalde leeftijd. Door de sleutels die de bisschop draagt, en de ingevingen van de Heilige Geest, zal hij aanvoelen wat hij moet doen. Als je een bisschop ziet die echt bij het quorum betrokken is, dan zie je een heel ander quorum. Je ziet een ander soort priesters.

Hebt u nog enkele laatste suggesties voor ouders en leiders van priesters?

Bisschop Burton: We moeten inzien dat dit een koninklijk geslacht is. Het zijn buitengewone geesten. Ik twijfel er niet aan dat zij bewaard zijn voor een bijzondere taak in de laatste dagen. Zij zijn beter dan ooit tevoren. Zij zijn sterker omdat hij die verleiding weerstaat sterker wordt. Het zijn geweldige jonge mensen. Hebben ze moeilijkheden? Natuurlijk. Hebben ze kansen? Vele. Zijn deze jongemannen sterk? Hebben ze talenten? Absoluut!