Aangestipt
Wat weten we over Jozef, de man van Maria?
In de Schriften staat over Jozef, de man van Maria, het volgende.
-
Hij was een nakomeling van David (zie Mattheüs 1:1–16, 20; Lukas 2:4; 3:23–38) en woonde in Nazareth (zie Mattheüs 2:19–23).
-
Hij was verloofd met Maria toen ze vernam dat ze de moeder van Jezus, de Zoon van God, zou worden (zie Mattheüs 1:18).
-
Hij was timmerman (zie Mattheüs 13:55).
-
Hij was rechtvaardig (zie Mattheüs 1:19).
-
Toen hij hoorde dat Maria zwanger was, wilde hij haar niet in het openbaar te schande maken (zie Mattheüs 1:19–20).
-
God communiceerde minstens vier keer met hem in een droom: (1) een engel vertelde hem dat Maria in verwachting was van de Zoon van God (zie Mattheüs 1:20–21), (2) een engel waarschuwde hem om met zijn gezin naar Egypte te vluchten (zie Mattheüs 2:13), (3) een engel zei hem naar Israël terug te keren (zie Mattheüs 2:19–20), en (4) hij werd gewaarschuwd om na zijn terugkeer niet naar Judea te gaan (zie Mattheüs 2:22).
-
Hij ging met Maria naar Bethlehem om zich te laten inschrijven. Toen ze daar waren, werd de Heiland geboren (zie Lukas 2:1–7, 16).
-
Hij was niet de biologische vader van Jezus Christus, maar Jezus behandelde hem wel als zijn vader (zie Lukas 2:48, 51).
-
Het lijkt erop dat Maria en hij minstens vier zonen en ook dochters hadden (zie Mattheüs 13:55–56).
-
Hij is waarschijnlijk gestorven na Jezus’ twaalfde levensjaar, en vóór de kruisiging (zie Lukas 2:42–52; Johannes 19:25–27).