Pioniers in elk land
Vaha’i Tonga
Voorbeeld in Tonga
De auteurs wonen in Waikato (Nieuw-Zeeland) en Utah (VS).
Vaha’i bleef bidden, en op een dag was alles anders.
Vaha’i knielde naast zijn bed neer om te bidden. Het was zijn eerste avond op de kostschool, en hij sliep in een zaal met veel andere jongens. Geen van hen was lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.
‘Lieve Vader in de hemel …’ begon Vaha’i in zijn hart te bidden. Maar dat was niet makkelijk. De andere jongens babbelden en lachten luid.
‘Hé, kijk!’ riep een van zijn kamergenoten, Akau. ‘Hij zit te bidden!’
Vaha’i voelde zich ongemakkelijk. Hij wist dat Akau hem uitlachte. Maar hij deed net alsof hij hem niet hoorde. Hij bleef bidden.
Toen Vaha’i voor het eerst over het evangelie hoorde, waren zijn grootouders ook niet blij met de kerk. Vaha’i ging met zijn oom of zijn vrienden mee naar de kerk.
Toen hij 12 jaar was, besloot hij om zich te laten dopen. Zijn grootouders waren daar eerst niet zo blij mee. Maar toen zei zijn oma: ‘Van nu af aan ben je lid van die kerk. We willen dat je getrouw blijft.’
Nu Vaha’i op kostschool zat, was hij vastbesloten om dat te doen. Dus hij bleef bidden. Ook als de andere jongens hem uitlachten.
Toen Vaha’i op een avond neerknielde, hoorde hij iets anders.
‘Hé, stilte! Vaha’i is aan het bidden’, zei iemand.
Vaha’i maakte zijn gebed af en opende zijn ogen.
Akau zat op zijn bed. ‘Dat vind je erg belangrijk, hè?’
Vaha’i knikte. ‘Ja.’
Daarna waren de andere jongens altijd stil als Vaha’i bad. Al snel knielde Akau naast hem neer. Ook andere jongens gingen meedoen. Uiteindelijk knielden alle jongens uit de zaal ’s avonds neer om met Vaha’i te bidden.
Vaha’i was blij. Hij had thuis nog nooit een gezinsgebed gehad. Maar nu had hij een gezinsgebed met zijn schoolvrienden.
Op een dag kreeg Vaha’i een idee. Er was een grote kerkbijeenkomst. Hij kon zijn vrienden uitnodigen!
Na het gebed vertelde Vaha’i de andere jongens over de bijeenkomst. ‘Er is een districtsconferentie’, zei hij. ‘Mensen gaan ernaartoe om meer over Jezus te leren. Jullie mogen allemaal komen als je wilt.’
Omdat ze de school moesten verlaten om naar de bijeenkomst te gaan, moesten alle jongens hun naam opgeven om toestemming te krijgen. Vaha’i was verbaasd toen hij het formulier zag. Er stonden 77 namen op!
Vaha’i kreeg een warm gevoel toen hij met enkele rijen klasgenoten naar de toespraken van de conferentie kon luisteren. Akau en enkele andere jongens moeten ook een warm gevoel hebben gehad. Na de conferentie wilden zeven jongens zich laten dopen.
Die avond, na het gebed met zijn vrienden, sprak Vaha’i nog een persoonlijk gebed uit. ‘Dank u dat u mij met goede vrienden hebt gezegend’, zei hij tegen onze hemelse Vader. ‘En dat u me geholpen hebt om een goed voorbeeld te zijn.’
Tonga bestaat uit ongeveer 170 eilanden in de Stille Oceaan.
Momenteel is 60 procent van de bevolking in Tonga lid van de kerk.
Tonga wordt ook wel de ‘Vriendschapseilanden’ genoemd.
Vaha’i en zijn vrouw, Sela, waren het eerste echtpaar dat in de Hamiltontempel (Nieuw-Zeeland) werd verzegeld.
Hij is president van de Nuku’alofatempel (Tonga) geweest.
Hij is leerkracht op het Liahona College geweest, een middelbare school van de kerk in Tonga.