Devotionals 2023
Met uitdagingen in ons leven en geloof omgaan


Met uitdagingen in ons leven en geloof omgaan

Wereldwijde devotional voor jongvolwassenen

Zondag 19 november 2023

Ouderling Quentin L. Cook: Mary en ik zien bij de vraag over omgaan met uitdagingen in ons leven en geloof in dat iedere generatie omstandigheden kent die ons geloof op de proef kunnen stellen. In de Schriften zien we bij Gods omgang met zijn kinderen twee thema’s naar voren komen.

Ten eerste is er tegenstelling in alle dingen én een tegenstander die niet wil dat we geloof in God hebben. Daarom moet elke generatie zelf kennis en een getuigenis van God opdoen.

Ten tweede moet elke generatie begrijpen wie zij zijn en wat hun eeuwige identiteit is. Beide zijn moeilijk te onderscheiden, omdat de tegenstander niet wil dat je een helder begrip hebt van God, de Vader, Jezus Christus, hun plan van geluk voor jou en wie je in relatie tot Hen bent.

In de jaren 1960 waren Mary en ik jongvolwassen. Ik had rechten gestudeerd aan Stanford en was beginnend advocaat. Mary had ook aan Stanford gestudeerd en was een jonge moeder. De uitdagingen in ons leven en geloof en maatschappelijke onrust waren anders, maar leken toch sterk op die van jongvolwassenen tegenwoordig.

Mary, welke uitdagingen waren er zoal in die tijd?

Zuster Mary Cook: Er was toen echt een drugscultuur, vooral in de omgeving van San Francisco waar wij woonden. Grote rellen en protesten inzake maatschappelijke kwesties waren gemeengoed. De deelname van de Verenigde Staten aan het conflict in Vietnam was erg impopulair en studentenprotesten legden universiteiten plat. En meer persoonlijk: de traditionele melodische muziek waarop stelletjes met het gezicht naar elkaar toe dansten, maakte plaats voor een ander soort muziek. Die muziek had een intense beat en werd heel hard gespeeld – en men danste los van elkaar.

Over de hele wereld greep men deze en vele andere uitdagingen vaak aan om een loopje met godsdienst en geloof in God te nemen.

Ouderling Cook: Op 8 april 1966 koos het tijdschrift Time, dat toen veel lezers had, voor hun omslagverhaal deze provocerende en respectloze titel: ‘Is God dood?’

De uitgever gaf in zijn openingswoord van het tijdschrift aan dat het idee opkwam door de ‘toenemende zorg onder theologen over God en de geseculariseerde wereld in het midden van de jaren 1960’.1 Het artikel was voornamelijk seculier en ging onvoldoende op godsdienst en geloof in.2

Uiteraard zijn geloofsvragen niet alleen van de jaren 1960 of nu. Die zijn van alle tijden. Toen de apostel Paulus Athene bezocht, probeerde hij te onderwijzen in de opstanding van Jezus Christus. Daarover lezen we in Handelingen: ‘Alle inwoners nu van Athene en de vreemdelingen die daar verbleven, besteedden hun tijd aan niets anders dan om wat nieuws te zeggen of te horen.’3

Klinkt dit niet als de sociale media van tegenwoordig?

Toen de menigte besefte hoe eenvoudig Paulus’ godsdienstige boodschap van geloof was, waaronder zijn getuigenis van Jezus Christus, verwierpen ze die.

Niet alleen geloof in God, maar ook onzekerheid over onze ware identiteit is in de loop van de geschiedenis betwist. We gaan niet in op alle kwesties betreffende identiteit in de hedendaagse wereld. Maar het antwoord is altijd hetzelfde gebleven. Wij zijn allemaal geestkinderen van dezelfde liefdevolle hemelse Vader. President Nelson heeft dit krachtig verwoord. Hij heeft drie blijvende aanduidingen beklemtoond: ‘kind van God’, ‘verbondskind’ en ‘discipel van Jezus Christus’.4

Hij heeft ons ook aangespoord om onszelf of anderen geen etiket op te plakken. Veel problemen zouden opgelost worden als we onszelf als kinderen van een liefdevolle hemelse Vader zagen.

Wie geloof willen vernietigen, beweren vaak dat geloof niet meer relevant is. Ze laten ten onrechte hun persoonlijke voorliefdes met betrekking tot de actuele maatschappelijke kwesties de plaats innemen van Gods openbaringen en geboden. Ze veronderstellen en beweren dat veel mensen dezelfde sociale voorkeuren hebben en geen trouwe leden meer zijn.

Overigens zijn niet méér jongeren en jongvolwassenen minderactief of kerkverlaters dan in het verleden, zoals wel wordt rondgebazuind. Het aantal geroepen zendelingen is aanzienlijk toegenomen. Het percentage van de opkomende generatie dat aan de kerk deelneemt, toont een gestaag stijgende trend.5 Bovendien neemt het aantal jongvolwassenen dat het instituut volgt ook toe.

Ik bekritiseer mensen met twijfels allerminst, maar het is van belang hoe je ermee omgaat. Het antwoord op deze uitdaging is het evangelie van Jezus Christus. Ik beloof jullie: als je trouw de Schriften leest, bidt en je godsdienst naleeft, vind je mettertijd antwoord op je vragen en twijfels die zich van tijd tot tijd kunnen voordoen.

Een van mijn lievelingsverhalen in de Schriften staat in Markus en gaat over de vader die wil dat zijn zoon van een boze geest verlost wordt. De Heiland vraagt de vader in feite of hij gelooft dat zijn zoon kan genezen. De vader zegt dan met betraande ogen: ‘Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp.’6 Dat is genoeg voor de Heer. Hij werpt de geest uit en geneest de zoon.

De les is dat we ons geloof niet door twijfels of ongeloof moeten laten overheersen. Als je de Schriften ijverig bestudeert, oprecht bidt, nauwgezet je godsdienst naleeft en de raad van de profeet van de Heer opvolgt, kun je de uitdagingen in je geloof overwinnen.

Noten

  1. John Elson, ‘Is God Dead?’, Time, 8 april 1966, content.time.com.

  2. Het is echter interessant dat in het tijdschrift elf grote advertenties voor alcoholische dranken en twee advertenties voor bekende sigarettenmerken stonden.

  3. Handelingen 17:21.

  4. Russell M. Nelson, ‘Kiezen voor de eeuwigheid’ (wereldwijde devotional voor jongvolwassenen, 15 mei 2022), Evangeliebibliotheek.

  5. Het percentage leden dat hun naam uit het ledenregister van de kerk laat verwijderen, neemt elke tien jaar sinds de jaren 1990 af. We zien natuurlijk graag dat iedereen blijft, maar het aantal dat de kerk verlaat, is een klein percentage van de jaarlijkse aanwas van bekeerlingen. (Jeff Anderson en instituutsgegevens.)

  6. Markus 9:24.