Maaltijdetiquette oefenen

Leer door maaltijdetiquette respect voor andere mensen tonen

Vraag de kinderen wat de regels of goede manieren voor maaltijden bij hen thuis zijn. Denk bijvoorbeeld aan je handen wassen voor het eten, een gebed uitspreken voor het eten, niet met je mond vol praten, degene die het eten gekookt heeft bedanken, niet over het eten klagen, ‘alsjeblieft’ en ‘dankjewel’ zeggen als je voedsel doorgeeft, geen apparaten aan de tafel gebruiken, om de beurt praten, niet te hard praten enzovoorts. Vraag de kinderen waarom zij deze dingen belangrijk vinden. Leg uit dat je zelfs thuis goede manieren aan de dag moet leggen om je respect voor huisgenoten en tafelgenoten te tonen.

Zo mogelijk kunt u goede manieren oefenen door samen een bescheiden maaltijd of een traktatie te eten. Houd rekening met eventuele voedselallergieën.

Pas activiteiten zo nodig aan zodat ieder kan deelnemen, het gevoel krijgt dat hij erbij hoort, en kan bijdragen.

• Neem wat voedsel mee dat moeilijk netjes te eten is. Laat de kinderen het eerst op hun eigen manier opeten, en laat dan zien wat een beleefde manier is om het te eten. Tijdens het oefenen mag u gerust om de grappige momenten lachen!
• Oefen het dekken van een tafel. Geef de kinderen borden en bestek, houd de tijd bij en laat ieder proberen om de tafel te dekken (u kunt grote groepen in teams opdelen). Bied zo nodig uw hulp aan.
• Laat de kinderen tijdens de maaltijd oefenen om beleefde gesprekken te voeren (wat ze wel en wat ze niet moeten zeggen). Moedig ze aan om de mensen die thuis, op school of elders maaltijden bereiden te bedanken.

Laat de kinderen bespreken hoe zij en anderen door het geleerde een betere band met hun hemelse Vader en Jezus Christus kunnen krijgen. Die besprekingen kunnen vóór, tijdens of na de activiteit plaatsvinden en moeten niet langer dan een paar minuten duren. U kunt dit soort vragen stellen:

• Hoe kunnen we de liefde van Christus voor andere mensen voelen door hun respect te tonen?
• Wat kunnen we leren van de manier waarop Jezus andere mensen behandelde als ze Hem te eten gaven of voor Hem zorgden?