Leren om de Heilige Geest te herkennen

Help kinderen om op influisteringen van de Heilige Geest te letten.

Maak een veilige, korte hindernisbaan met eenvoudige voorwerpen zoals tafels en stoelen. Blinddoek één kind en laat het de hindernisbaan nemen door te luisteren naar zachtjes uitgesproken instructies van een ander kind of een volwassene die de leiding van de Heilige Geest met een stille, zachte stem voorstelt. Een of twee andere volwassenen of kinderen kunnen de wereldse stemmen voorstellen die het geblinddoekte kind afleiden of misleiden. Moedig het kind aan om naar de zachte stem van de persoon die instructies geeft te luisteren om het parcours af te kunnen maken. Herhaal de activiteit en laat de kinderen om beurten het parcours afleggen, de stille stem spelen en de wereldse stemmen spelen.

Volg bij het plannen van deze activiteit de raad op in hoofdstuk 13 van Handboek 2: de kerk besturen (2010) en lees ‘Veiligheid bij kerkactiviteiten handhaven.’ Als de kinderen het parcours af hebben, vraag dan hoe de zachte stem ze geholpen heeft. Vergelijk dit met de manier waarop de Heilige Geest hen kan leiden.

Pas deze activiteiten zo nodig aan zodat ieder eraan deel kan nemen, het gevoel kan hebben dat hij of zij erbij hoort, en kan bijdragen.

• In plaats van een hindernisbaan te maken, kunt u ook iets in het lokaal verstoppen, en een kind vragen om het op te zoeken door naar suggesties van de zachte stem te luisteren. Andere volwassenen of kinderen kunnen het kind proberen af te leiden.
• Als er iemand in uw groep doof of hardhorend is, overweeg dan om in plaats van stemmen visuele tips en afleidingen te gebruiken.
• Vul vóór de bespreking een schaal met opmerkingen die aangeven hoe het voelt om de Geest te hebben, en hoe het voelt om de Geest niet te hebben. Laat elk kind een strookje papier pakken en vaststellen of het beschrijft dat je de Geest wel of niet hebt. Bijvoorbeeld:
  
  • Je bent over het algemeen opgewekt en rustig.
  • Je bent boos en verward.
  • Je bent gul en vriendelijk.
  • Je bent zelfzuchtig of egocentrisch.
  • Je bent blij als andere mensen iets lukt.
  • Je bent jaloers op wat andere mensen doen en hebben.

Laat de kinderen bespreken hoe zij en anderen door het geleerde een betere band met hun hemelse Vader en Jezus Christus kunnen krijgen. Die besprekingen kunnen vóór, tijdens of na de activiteit plaatsvinden en moeten niet langer dan een paar minuten duren. U kunt dit soort vragen stellen:

• Hoe voelt de stille, zachte stem? Is het altijd een stem? Hoe ‘horen’ we die?
• Op welke manieren kan de Heilige Geest je helpen?
• Wat heb jij of iemand die je kent een keer meegemaakt toen de Heilige Geest jou of hem leidde?
• Welke dingen kunnen je afleiden van de ingevingen van de Heilige Geest, of kunnen het moeilijk maken om die te voelen?