Jaarlijkse uitzendingen
In het licht van zijn liefde


In het licht van zijn liefde

Trainingsuitzending kerkelijke onderwijsinstellingen • 12 juni 2019 • kantoorgebouw van de kerk, auditorium begane grond

Broeders en zusters, ik vind het heerlijk om vandaag bij u te zijn.

We zijn zo gezegend dat we naar de woorden van broeder Chad Webb hebben kunnen luisteren. Het is verbazingwekkend hoezeer de Heer ons liefheeft. Dit onderwerp van liefde werd zowel broeder Webb als mij in ons hart ingegeven. Het is interessant hoezeer onze toespraken hand in hand gaan. Ik hoop dat u wat tijd uittrekt om wat ingevingen op te schrijven die u vandaag over het onderwerp liefde krijgt.

Ik wil ook ouderling Kim B. Clark en broeder Chad Webb danken dat zij de ingevingen van de Geest hebben gevolgd in hun voortdurende, gebedsvolle smeekbeden om onze jongeren te sterken. Toen de profeet beklemtoonde hoe belangrijk het is om thuis het evangelie te leren, vroegen deze getrouwe broeders: ‘Hoe kan de jeugd meer tot het sterken van de gezinsbanden thuis bijdragen?’ U weet wat er vervolgens gebeurde. Ze namen elf verschillende schoolschema’s uit de hele wereld door om seminariecursussen op één lijn te brengen met het Schriftuurboek dat elk jaar in het leerplan van Kom dan en volg Mij gebruikt wordt. Die geïnspireerde wijziging is ronduit wonderbaarlijk te noemen!

Ik vind het opwindend om te bedenken dat jongeren en jongvolwassenen uit hun lessen evangeliewaarheden mee naar huis nemen. Zij zullen toenemen in hun vertrouwen om het evangelie te begrijpen en er anderen over te vertellen. Het zal een krachtige manier blijven om hun getuigenis te versterken als ze zichzelf de waarheid van de Heiland horen verklaren.

Wat ben ik dankbaar voor de herstelling van het evangelie en voor dit heerlijke tijdperk van groei.

Ik wil mijn waardering uitspreken voor de huwelijkspartners en anderen die deze verbazingwekkende leerkrachten steunen; u die luistert naar lesideeën, wiens persoonlijke verhalen verteld worden (hopelijk met toestemming), en wiens keukens en garages doorzocht worden op voorwerpen om in aanschouwelijk onderwijs te gebruiken. Ik hoop dat u uw invloed nooit onderschat.

Er is eens gezegd: ‘Het huwelijk is waarschijnlijk de meest onontkoombare van alle onderwijssituaties. […] Als mensen trouwen, stemmen ze er in zekere zin in toe dat ze van elkaar zullen leren.’1 Mijn man, Derek, heeft als mijn steun en toeverlaat invloed op mij, hoewel hij zelden aan mijn zij staat als ik onderwijs. Overlegt en leert u samen, dan zullen jongeren, jongvolwassenen, en hun familieleden door uw invloed gezegend worden. U bent ook een belangrijk onderdeel van dit grootse werk.

Mijn boodschap vandaag begint met een regel uit een bekend jeugdwerkliedje. Ik begin en u maakt het af. ‘Leer mij te wand’len …’

‘… in ’t licht van de Heer.

‘Leer mij te wand’len in ’t licht van de Heer.’2 Ik heb dit beginsel van licht gecombineerd met liefde en heb mij bij het overdenken van mijn woorden voor vandaag laten leiden door deze twee onderwerpen. Ze komen ook voor in de eerste regel van een toespraak door president Henry B. Eyring; hij heeft gezegd: ‘Ik hoop dat we vandaag allemaal de liefde en het licht van God mogen voelen.’3 Wat een eenvoudig maar krachtig verlangen om elke les mee te beginnen. Ik hoop dat elke cursist liefde en licht van God zal voelen. Er liggen voor hen en hun familieleden grote eeuwige beloften in het verschiet wanneer zij leren om Zijn licht en liefde te voelen.

Ik vroeg aan mijn zoon, Dallin: ‘Wat viel jou het meeste op in het seminarie?’ Ik verwachtte een antwoord zoals kerkleerbeheersing of het uitlezen van het Boek van Mormon. Maar zijn bedachtzame antwoord verbaasde mij.

‘De leerkrachten.’

‘De leerkrachten?’ vroeg ik.

Hij legde uit: ‘We konden aan bepaalde leerkrachten merken dat ze echt van ons hielden.’

Dit bevestigde voor mij nog eens dat liefde een blijvende uitwerking op het hart van een individu kan hebben.

U ondervindt vreugde door de geweldige jongeren en jongvolwassenen van de kerk te onderwijzen en tot hen van Gods liefde te getuigen. Ik heb hen lief en ik weet dat u hen ook liefhebt. Zij zijn werkelijk zoals president Russell M. Nelson heeft beschreven, de ‘edelste geesten [van onze hemelse Vader], zijn fijnste team – [gereserveerd] voor deze laatste fase’.4

Enkele jaren geleden heb ik mij korte tijd als leerkracht in uw gelederen bevonden. U neemt een bijzondere plek in mijn hart in en ik begrijp wel iets van de verantwoordelijkheid die u draagt. In 2008 werd ik geroepen als lerares van het ochtendseminarie in Utah. Toen de ringpresident mij riep, dacht ik: ‘Hebben ze in Utah geen mensen die voltijds les geven?’ Gelukkig zei ik dat niet hardop en kreeg ik een bos sleutels en de taak om elke morgen om kwart voor 6 het seminariegebouw open te doen. En ik wil daarbij even opmerken dat de winters in Utah koud zijn om kwart voor 6 in de ochtend.

Lesgeven in het seminarie bevestigde voor mij hoezeer de Heer elke cursist liefheeft. Ik besefte hoe gelukkig sommige jongeren zijn om getrouwe, liefhebbende ouders te hebben. Ik werd me ook zeer bewust van de jongeren die niet de liefde en aandacht krijgen die zij nodig hebben en waar ze zo wanhopig naar verlangen. We vinden onder onze jonge alleenstaanden datzelfde verlangen naar liefde.

Ik erken dat een van de meest essentiële kenmerken van een leraar het vermogen om lief te hebben is – de liefde waar Johannes het over had: ‘Geliefden, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde is uit God; en ieder die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde.’5

Ons streven als leerkracht zou moeten zijn om onze liefde voor God te vergroten en dan Gods liefde voor de jongeren en jongvolwassenen die we onderwijzen over te brengen.

Er schuilt ontzaglijke kracht in Gods liefde. Ik zie drie verschillende aspecten aan die liefde: liefde in ons leven, liefde bij ons gezin, en liefde in onze les.

Ten eerste de kracht van liefde in ons eigen leven. Het is essentieel dat wij geloven en erop vertrouwen dat God ons liefheeft. Onze studenten zullen pas door ons de liefde van de Heer voelen als wij zelf de liefde van de Heer voelen. Ik verwonder mij over deze Schrifttekst: ‘Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft.’6 Overpeinzen en voelen wij de omvang van deze liefde? Soms vraag ik me af of we er voldoende naar streven om die liefde te voelen. Weten wij wie wij zijn en aan wie wij toebehoren?7 Ik nodig u uit om Hem in nederig, oprecht gebed om hulp te vragen zodat u Zijn goddelijke liefde voor u mag voelen.

Afbeelding
Christus in de hof van Gethsémané

Copyright Simon Dewey 2019 Permission Altus Fine Art

Omdat de wereld ontaardt, afleidt en eist, kunnen we er heel makkelijk toe komen om ons terug te trekken en onbewust op de automatische piloot over te schakelen. Het is van essentieel belang dat we actief zijn juk op ons nemen8 en ernaar streven om zijn liefde te voelen. Doen wij die moeite, dan stort hij zijn liefde in overvloed op ons uit.

Ten tweede moet Gods liefde bij ons thuis heersen. Ik zal dit beginsel eens met een verhaaltje verduidelijken. Op een avond hadden mijn man, Derek, en ik een meningsverschil. We gingen naar bed zonder het meningsverschil op te lossen; maar ik wist zeker dat ik het bij het rechte eind had.

De volgende ochtend knielde ik neer om te bidden en vroeg ik of ik de Geest in overvloed bij me mocht hebben bij mijn voorbereiding op mijn seminarieles. Ik smeekte dat de jongeren door mij de liefde van de Heer zouden voelen. Terwijl ik me klaarmaakte voor mijn schema van die dag, dacht ik vaak terug aan het meningsverschil dat we de avond tevoren hadden gehad. Ik stapte met een hoogmoedig hart in de auto, wetend dat ik het bij het juiste eind had. Ik redeneerde dat ik toch nog met de Geest kon lesgeven en liefhebben. Ik bleef onderweg naar het seminariegebouw om goddelijke leiding vragen. Onderweg bleef ik met mijn allesoverheersende en zelfverzekerde rechtvaardiging pogingen doen om de aanhoudende stem van de Geest te verdringen. Maar hoe logisch mijn redenering ook was, de Geest fluisterde mij in: ‘Ga terug. Zeg dat het je spijt. Het maakt niet uit wie er gelijk heeft; bekeer je en maak het goed.’

‘Prima!’ Ik gaf uiteindelijk schoorvoetend toe en keerde de auto om. Toen ik de slaapkamer binnenkwam, zag ik op de wekker dat het 10 voor half 6 in de ochtend was. Mijn lieve Derek sliep nog. Terwijl ik naar binnensloop, werd mijn hart verzacht. ‘Derek, het spijt me van gisteravond.’ Dereks reactie typeert hem. Hij zei rustig: ‘Ik heb het al vergeven en vergeten.’ Mijn hart zwol van liefde en ik voelde de onmetelijke barmhartigheid van de Heer.

Die dag waren de Geest en liefde overvloedig in de les aanwezig. De invloed van liefde in het gezin strekt zich ver buiten de muren van onze woning uit.

En ten derde hebben leerkrachten in het seminarie en het instituut een bijzondere kans om Gods liefde met anderen te delen. Uw les is een gelegenheid om het individu lief te hebben. Ik gaf geen les aan een klas met 34 mensen; Ik gaf les aan 34 individuen. Ik denk dat dit de liefde is die mijn zoon Dallin voelde: geen deken van liefde die over de klas als geheel heenviel, maar het gevoel dat iemand je als individu kent en je als zodanig liefheeft. Want dat is hoe onze hemelse Vader liefheeft. Om onze cursisten echt lief te hebben, moeten wij hen zien zoals de Heiland hen ziet. Wat heeft Hij in ieder van hen lief? Welke gaven heeft Hij hen gegeven? Welk potentieel ziet Hij in hen? Door hen echt lief te hebben, zullen wij ze tot de Heiland brengen.

Afbeelding
seminarieklas

Als we bedenken dat Christus de bron van alle liefde is, gaan we naar Hem om in ons eigen leven, ons gezin en onze klas meer liefde te voelen. We kunnen liefde niet scheppen – we krijgen die van Hem, en geven die door. In Moroni leren we: ‘Bid tot de Vader met alle kracht van uw hart dat u met die liefde – die Hij heeft geschonken aan allen die ware volgelingen zijn van zijn Zoon Jezus Christus – vervuld zult zijn.’9 Ik bid dat ieder van ons de uitnodiging van Moroni zal aannemen.

President Eyring heeft ons uitgenodigd om zowel ‘liefde [als] licht van God’ te voelen.10 Het is makkelijk om tegelijkertijd aan liefde en aan licht te denken als we bedenken dat Hij niet alleen de bron van alle liefde is, Hij is licht. Jezus Christus zelf heeft getuigd: ‘Ik ben het licht en het leven van de wereld.’11 Als we nader tot Hem komen, openbaart Hij ons meer licht, waarheid en liefde.

Laten we nog eventjes terugdenken aan de drie gebieden van liefde die we besproken hebben, en nadenken over de uitwerking die zowel liefde als licht hebben:

  • Wat voor licht hebt u ontvangen op momenten dat u in uw eigen leven Gods liefde hebt gevoeld? Welke visies en inzichten hebt u daardoor opgedaan?

  • Welke groei hebt u in uw huwelijk en gezin doorgemaakt door Gods liefde te voelen en een toename aan licht te ondervinden?

  • Wat voor licht ontvangen uw cursisten als ze in de les door u Gods liefde voelen? Hoe groeien en veranderen ze dan?

  • Welk duister wordt er verjaagd wanneer ze leren om zelf licht te herkennen en ernaar te streven?

    Afbeelding
    licht van Christus

    Copyright Simon Dewey 2019 Permission Altus Fine Art

Dan is het niet verbazend dat onze profeet, president Russell M. Nelson, ons heeft uitgenodigd om ons ‘geestelijke vermogen om openbaring te ontvangen te vergroten’.12 Als we Gods liefde voelen, worden wij met zijn licht en hoop vervuld. Als we naar Gods licht en inspiratie streven, voelen we zijn ontzagwekkende liefde. Wat een dynamische combinatie.

Ik had als leerkracht in het ochtendseminarie een leerervaring met een getrouwe man die John Lund heette. Deze geestelijke (en fysieke) reus leerde mij het een en ander over het verband tussen liefde en licht. Ik wil u vandaag twee voorbeelden vertellen.

Afbeelding
Zuster Cordon en John Lund

Een van onze ochtendseminariecursisten vormde een beetje een uitdaging. Ik reageerde soms op hem door met mijn ogen te rollen. Maar John koos ervoor om hem lief te hebben en naar licht te streven. Wanneer we bij elkaar kwamen om deze cursist te bespreken, begon John het gesprek met de woorden: ‘Ik bad gisteravond over hem.’ Deze bijna causale inleidende verklaring zette mij altijd aan het denken. John nam de naam van deze jongeman mee naar huis, waar er een overvloed aan liefde heerste, en hij vroeg zijn hemelse Vader hoe hij meer te weten kon komen over deze cursist en hem beter kon begrijpen. Om onze cursisten lief te hebben, en met name ze lief te hebben zoals de Heer dat doet, moeten we naar openbaring streven en ernaar handelen.

Nu zal ik het tweede verhaal met de woorden van John vertellen:

‘De Heer is zich onze cursisten echt bewust. Ik herinner me een jongeman die het moeilijk had. Ik had zijn baldadige opmerkingen al maandenlang verdragen, en om heel eerlijk te zijn, was hij een lastpost.

‘Ik had een les voorbereid en ik was erg blij met de manier waarop ik een en ander had samengesteld. Ik had zelfs een geweldige vorm van aanschouwelijk onderwijs bedacht. Toen ik bij het seminariegebouw arriveerde, gaf de Geest mij een zetje en zei: “John, je moet over het gebed lesgeven.” Gebed? Ik wilde eigenlijk mijn gave les geven. Ik had geen les over het gebed voorbereid.

‘Ik ging voor de klas staan en zei: “Ik weet niet wie dit vandaag nodig heeft, maar ik ga een andere les geven dan ik voorbereid had. Iemand in dit lokaal heeft er behoefte aan dat we met zijn allen het gebed bespreken.” Deze eenvoudige les begon met een vraag: “Waarom hebben we het gebed nodig?”’

Die avond werd er bij John aangeklopt. Er stond iemand voor de deur die de rest van het verhaal vertelde. Blijkbaar had Johns moeilijke student de avond tevoren een uitnodiging van zijn vriendin gekregen. Ze had hem gevraagd of hij in gebed wilde vragen of de kerk waar was. Samen met broeder Lunds onverwachte les over het gebed leidde haar uitnodiging ertoe dat deze jongeman iets deed. John zag in de loop der tijd een verandering optreden in deze cursist toen hij geleidelijk een vast getuigenis van het herstelde evangelie ontving en uiteindelijk in de tempel aan zijn getrouwe en bemoedigende vriendin verzegeld werd.

We horen maar zelden waarom we zulke ingevingen krijgen, maar als we vertrouwen hebben in de liefde die de Heer voor onze cursisten heeft, kunnen we naar krachtige openbaring handelen, en zijn geliefde kinderen Zijn licht geven.

Als we naar openbaring streven om lief te hebben zoals God, krijgen wij de aanwijzing om elke cursist individueel te bereiken en te onderwijzen. Het resultaat is uiterst persoonlijk. De Heer gaf blijk van deze persoonlijke benadering toen Nephi probeerde de platen te verkrijgen. Nephi getuigde: ‘Ik werd door de Geest geleid, van tevoren niet wetende wat ik moest doen. Niettemin ging ik verder.’13

Afbeelding
Nephi maakt zich klaar om Laban te doden

Toen Nephi de platen wilde halen, stond Laban hem in de weg. Nephi kreeg van de Heer opdracht om Laban te doden. Dat bedroefde hem zeer, maar hij gehoorzaamde. Diezelfde avond stond ook Zoram Nephi in de weg. Dus waarom paste Nephi niet dezelfde openbaring op Zoram toe die hij aangaande Laban had ontvangen? Waarom trok Nephi niet opnieuw zijn zwaard?

De Heer kende Zoram, en Nephi kende de Heer, en hij vertrouwde op de leiding van de Geest. De Heer wist dat Zoram een ‘trouwe vriend voor […] Nephi’ zou zijn.14 Zijn we niet dankbaar dat Nephi in het begin naar individuele openbaring streefde en ‘door de Geest geleid’ werd?15

Afbeelding
Zoram

Het kan voor een leerkracht een afschrikwekkend grote verantwoordelijkheid lijken om Gods liefde voor elke cursist te voelen en openbaring te ontvangen over de vraag hoe hier geholpen moet worden. Het is een troost als we onze roeping en verantwoordelijkheid als een partnerschap met Christus beschouwen.

Ouderling Jeffrey R. Holland heeft ons uitgenodigd om ‘aan de zijde van de Heer van de wijngaard [te] werken en God, onze Vader, [te] helpen met zijn enorme werk om gebeden te beantwoorden, troost te bieden, tranen te drogen, en zwakke knieën te sterken. Als we dat doen, gaan we meer op de ware discipelen [en leerkrachten] van Christus lijken die we dienen te zijn.’16

Onze jongeren en jongvolwassenen moeten de liefde en het licht van de Heer voelen, kennen, en erop gaan vertrouwen. Als u dit toelaat, zult u de liefde van de Heiland aan uw cursisten doorgeven. En als uw cursisten zijn liefde voelen, zullen zij persoonlijke openbaring gaan ontvangen en herkennen. Zij zullen ontdekken wat het betekent om ‘in ’t licht van’ zijn liefde te wandelen.17 Met die liefde en dat licht kunnen zij meer zoals onze Vader in de hemel en onze geliefde Heiland worden en het verbondspad terug naar Hem bewandelen. Dat getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.