Jaarlijkse uitzendingen
‘Bovenal’


‘Bovenal’

Trainingsuitzending kerkelijke onderwijsinstellingen • 12 juni 2019 • kantoorgebouw van de kerk, auditorium begane grond

Allereerst wil ik u allen bedanken voor uw inzet om de Heiland het middelpunt van uw evangeliestudie en -onderwijs te maken. Ik heb in lessen gezien dat u en uw cursisten zijn titels en taken identificeren, zijn eigenschappen bestuderen, en van zijn volmaakte voorbeeld leren.1 Ik kon voelen dat onze hemelse Vader dankbaar is dat u van zijn geliefde Zoon getuigt. Ik heb gezien dat u de raad van ouderling Clark hebt opgevolgd om uw studenten te helpen Hem beter te leren kennen en van Hem te leren,2 en ik heb gezien dat dit in uw onderwijs en uitnodigingen een toename van de Heilige Geest tot gevolg had. Zoals een leerkracht onlangs tegen mij zei: ‘Jezus het middelpunt van mijn onderwijs maken, heeft de vreugde in mijn lessen teruggebracht.’ Ik moedig u aan om dagelijks naar inspiratie te blijven streven om te weten hoe u dit het doeltreffendst kunt doen.

Vandaag wil ik u uitnodigen uw inzet te vergroten om de cursisten te helpen de Heiland te zien, niet alleen bij hun Schriftstudie, maar ook in u – in uw streven om zijn voorbeeld te volgen en zijn liefde uit te dragen. U kunt zich misschien deze gedachte van president Boyd K. Packer herinneren, die ik in zijn implicaties zowel stimulerend als ontstellend vind:

‘Ik ben zo bijzonder bevoorrecht geweest, broeders en zusters, dat ik in de loop [der] jaren in u de eigenschappen heb waargenomen die niets meer en niets minder dan het beeld van de Meesterleraar weerspiegelden. Ik geloof dat het beeld van Christus meer in uw gelaat gegrift wordt naarmate u zich beter van uw taak kwijt, volgens de uitdaging en opdracht die u hebt gekregen. En om praktische redenen bént u in dat klaslokaal op dat moment, en in die hoedanigheid en met die inspiratie, Hem en is Hij u.’3

Van de vele eigenschappen van de Heiland lijkt het erop dat die ene eigenschap, die zowel de motivatie als het fundament voor alle andere lijkt te verschaffen, zijn volmaakte liefde is: zijn liefde voor zijn Vader in de hemel, en zijn liefde voor ieder van ons.

De apostel Paulus heeft geschreven: ‘En al zou ik de gave van de profetie hebben en alle geheimenissen weten en alle kennis bezitten, en al zou ik al het geloof hebben […], maar ik had de liefde niet, dan was ik niets.’4 Paulus had tegen een groep seminarie- en instituutleerkrachten kunnen zeggen: ‘Al zou ik de gave van charisma hebben en al zou ik de basis van onderwijs en leren en alle pedagogie begrijpen, en al gaf ik geweldig aanschouwelijk onderwijs maar heb de liefde niet, dan ben ik niets.’ Maar gebruik die uitspraak alstublieft niet als smoes om niet hard uw best te doen een vaardiger leerkracht te worden. Bedenk dat wij, wanneer wij om begrip, kennis en zelfs geloof bidden, maar daar geen liefde aan toevoegen, worden als ‘klinkend koper of een schallende cimbaal.’5

‘De liefde is geduldig, zij is vriendelijk’

De apostel Paulus heeft ook geschreven: ‘De liefde is geduldig, zij is vriendelijk.’6

We vinden in Lukas 19 een voorbeeld van de vriendelijkheid van de Heiland. De tollenaar Zacheüs was door zijn werk voor de Romeinen rijk geworden, maar de Joden haatten hem omdat zij zich door zijn belastinginning verraden voelden. Zacheüs wilde op een dag naar Jezus gaan kijken, maar kon dat niet omdat hij klein van gestalte was. En hij kon zich niet door de menigte heen wringen, want de mensen waren niet bereid hem te helpen. Dus Zacheüs rende voorbij de plek waar Jezus liep, en klom in een plataanboom om Hem te zien langskomen.

Afbeelding
Zacheüs in boom

In de Schriften staat: ‘En toen Jezus bij die plaats kwam, keek Hij op, zag hem en zei tegen hem: Zacheüs, haast u en kom naar beneden, want heden moet Ik in uw huis verblijven.

En hij haastte zich en kwam naar beneden en ontving Hem met blijdschap.’7

Kunt u zich indenken wat het voor Zacheüs betekende om gezien te worden, en wat voor uitwerking de uitnodiging van de Heiland had op iemand die er zo aan gewend was om uitgesloten te worden? Deze onbetekenende vriendelijke daad moet een groot verschil hebben uitgemaakt.

Wij moeten voor onze cursisten ook vriendelijk en geduldig zijn. Soms wordt ons onderricht misschien bemoeilijkt door wangedrag, verstoringen en een slechte houding. Maar ik spoor u aan om op die momenten niet naar het gedrag te kijken, maar naar de persoon. Sta er alstublieft lang genoeg bij stil om u af te vragen: ‘Wat zou dit gedrag of deze houding nog meer kunnen veroorzaken?’

Ouderling Jeffrey R. Holland heeft gezegd: ‘Als [ze] er niet voor openstaan, dan kunt u ze misschien vandaag niets leren. Maar u kunt ze wel liefhebben. En als u ze vandaag liefhebt, misschien kunt u ze morgen dan iets leren.

‘[…] Dat alles hangt niet van hen af. We kunnen hen van begin tot eind liefhebben, en dan gebeuren er wonderen.’8

Maar hoe doe je dat, vooral als het moeilijker lijkt om sommigen lief te hebben? Ouderling Holland heeft ons daar ook mee geholpen door zijn uitspraak: ‘Om te beginnen kunt u God liefhebben. Dan kunt u Hem vragen om u te helpen uw liefde voor Hem te schenken aan anderen die uw liefde nodig hebben.’9 U kunt ‘tot de Vader [bidden] met alle kracht van uw hart dat u met die liefde […] vervuld zult zijn.’10 U kunt bidden om hen te zien zoals Hij hen ziet. U kunt luisteren, en proberen om hen te begrijpen. En zoals president Henry B. Eyring daar aan toe heeft gevoegd: ‘Dien hen; ga op zoek naar dingetjes die u voor hen kunt doen. Betaal de prijs van dienstbaarheid, dan zal God u belonen. Dat beloof ik u. Maak u geen zorgen als uw cursisten niet altijd even lief zijn. Doe gewoon iets voor ze, dan zullen ze iets liever lijken. Dat is een gave van God.’11

Diegenen onder u die naar muziekuitvoeringen en sportevenementen van uw cursisten gaan, of die andere manieren vinden om hen in stilte te dienen, dank u wel. Zelfs als ze u niet zien, zullen ze een toename van uw liefde voor hen ondervinden, want de Heer zal u met naastenliefde zegenen omdat u hen gediend hebt.12

We vinden in Markus 5 ook een voorbeeld van de vriendelijkheid van de Heiland.

Afbeelding
Jezus geneest vrouw met bloedvloeiingen

Denk eens even na wat Jezus deed voor de vrouw met een bloedziekte. Hij deed zoveel meer dan haar lichamelijk genezen. De pijn, sociale verwerping en financiële stress moeten haar afgemat hebben. Dus toen Jezus merkte dat er kracht van Hem uit was gegaan, keerde Hij Zich om om te zien wie dit had gedaan.13 De lichamelijke genezing had al plaatsgevonden. Jezus was onderweg om een andere dringende nood te lenigen, maar Hij hield stil. Hij erkende haar geloof, en Hij noemde haar liefdevol ‘dochter’.14 De Heiland zag haar, niet haar ziekte. Hij zag iemand die liefde nodig had, en die opgebeurd moest worden – niet een probleem dat opgelost of een taak die uitgevoerd moest worden.15

Welke taak u ook uit te voeren hebt, welke les u ook voor te bereiden of te geven hebt, welk disciplineprobleem u ook tegen mag komen, het is altijd een kans om mensen te verheffen.

En ik hoop dat onze liefde zich ook zal uitstrekken tot hen die momenteel niet staan ingeschreven of lessen bijwonen. Er zijn veel mensen die, net als Zacheüs en deze vrouw, achter de menigte staan te wachten. Om het voorbeeld van de Heiland te volgen, moeten we hen dus opzoeken.16 Bid en beraadslaag hier alstublieft over en streef ernaar een geïnspireerd antwoord te ontvangen op de vraag hoe u meer jonge mensen over de Heiland kunt vertellen en in zijn leringen kunt onderwijzen. Cursisten inschrijven en naar een diploma toe laten werken, zouden prioriteiten moeten zijn die ons ertoe aanzetten om vol passie meer kinderen van onze hemelse Vader tot zegen te zijn.

‘Bovenal: bekleed u met de band van naastenliefde, als met een mantel’

De Heer heeft tegen de profeet Joseph Smith gezegd: ‘Bovenal: bekleed u met de band van naastenliefde, als met een mantel, die de band is van volmaking en vrede.’17 Hoe zou het zijn om met de band van naastenliefde bekleed te zijn?

Afbeelding
de overspelige vrouw

In Johannes 8 lezen we over een vrouw die in de tempel voor Jezus en de farizeeën werd gebracht. Ze zeiden tegen de Heiland:

‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt bij het plegen van overspel.

In de wet nu heeft Mozes ons geboden zulke vrouwen te stenigen; U dan, wat zegt U?’

Maar Jezus bukte en schreef met de vinger in de aarde. En toen zij Hem dit bleven vragen, richtte Hij Zich op en zei tegen hen: ‘Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen.’ En opnieuw bukte Hij en schreef in de aarde.

Maar toen zij dit hoorden en in hun geweten overtuigd waren gingen zij weg, de één na de ander. Jezus werd alleen achtergelaten, en de vrouw die in het midden stond. Jezus zei tegen haar: ‘Vrouw waar zijn die aanklagers van u? Heeft niemand u veroordeeld?

‘En zij zei: Niemand, Heere. En Jezus zei tegen haar: Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig niet meer.’18

Wilt u bij het nadenken over deze gebeurtenis drie van de vele lessen overwegen die we uit het volmaakte voorbeeld van de Heiland kunnen leren?

Ten eerste stelt de verzoening van Jezus Christus ons in staat om van onze vergissingen te leren, en door bekering hoeven ze ons niet te veroordelen. We hebben in onze klassen cursisten die vergissingen hebben begaan. Als we onze cursisten vol mededogen leren dat onze Vader in de hemel bereid is om te vergeven, en dat bekering vreugde geeft,19 helpen we hen (en onze kinderen) om te geloven dat de verzoening van de Heiland op hen van toepassing is – want dat is ook zo.

En tussen twee haakjes, deze raad is ook op ieder van ons van toepassing. Wij hebben de hulp van de verzoening van de Heiland ook nodig bij het krijgen van vergeving en genezing. Als we dan zelf de vreugde van bekering ervaren, zijn we in staat om onze cursisten te inspireren zich tot de Heiland te wenden, want die uitnodiging komt dan uit ons eigen veranderde hart.

Ten tweede is liefde een sterke motivatie om het goede te willen doen. Ouderling Dale G. Renlund heeft gezegd: ‘Uiteraard keurde de Heiland overspel niet goed. Maar Hij veroordeelde de vrouw ook niet. Hij moedigde haar aan om zich te bekeren. Door zijn mededogen en barmhartigheid werd zij gemotiveerd om zich te bekeren. In de Bijbelvertaling van Joseph Smith staat het volgende over haar discipelschap: “En de vrouw verheerlijkte God vanaf dat uur, en geloofde in zijn naam.” [Johannes 8:11, voetnoot c].’20

Als leerkracht, of als ouder, zijn we misschien in de verleiding om onze liefde niet te uiten, als we ons zorgen maken dat dit aangezien kan worden voor het goedpraten van zonde of het gedogen van wangedrag. Onze cursisten en onze kinderen weten doorgaans al hoe wij over de Heer en zijn geboden denken. Wat zij vaak nodig hebben, is de verzekering dat wij ze liefhebben en waarderen. Wij hopen dat onze cursisten, wanneer zij over Hem en zijn evangelie leren, dezelfde liefde en hoop zullen voelen die deze vrouw gevoeld moet hebben toen zij gezegend werd door de ‘band van naastenliefde’.

Ten derde houdt de Heiland van de leer van de Vader, maar Hij gebruikte die nooit als een stok om mee te slaan. De farizeeën kenden de wet van Mozes maar al te goed en beriepen zich er zelfs op, waarbij ze de wet en de gevolgen daarvan aanhaalden. Maar de Gever van de wet, die als opdracht had om ‘te verbinden de gebrokenen van hart [en] voor de gevangenen vrijlating uit te roepen’,21 besloot liever genade te verlenen. Hij beschermde de vrouw voor de beschuldigende handen en harten van de farizeeën, terwijl hij hen de zo broodnodige zelfbespiegeling verschafte, en het bewustzijn dat zijzelf ook moesten veranderen.

Soms gebruiken cursisten en leerkrachten leerstellingen op een manier die een geest van beschuldiging en veroordeling uitnodigt. In plaats van te bemoedigen en op te bouwen, kan deze benadering een vernederende en zelfs vernietigende uitwerking op anderen hebben. Willen we het voorbeeld van de Meester volgen, dan onderwijzen we op een manier die hoop geeft en gebroken harten geneest.

Een gebroken hart komt niet alleen door zonde, het kan door veel verschillende omstandigheden ontstaan. Veel cursisten komen uit moeilijke, zelfs traumatische, situaties. Zij betwijfelen of anderen hen liefhebben en waarderen. Sommigen maken zich te veel zorgen, of worstelen met een drang naar perfectionisme, waardoor ze andermans woorden als veroordeling in plaats van hoop interpreteren. Anderen voelen zich ongewenst vanwege de verleidingen of moeilijkheden die zij met hun seksuele identiteit hebben. Ze hebben het gevoel dat ze geen kant op kunnen en maken zich zorgen dat er voor hen in de herstelde Kerk van Jezus Christus geen plek of toekomst is.

Als leerkracht moeten wij proberen te begrijpen hoe dit voor onze cursisten is. Hier is een voorbeeld vanuit het perspectief van een voormalige cursist die over zijn ervaring in het seminarie vertelt. Hij zegt: ‘Het gebod luidt dat we onze naaste moeten liefhebben, maar het voelt alsof men denkt dat je je naaste alleen maar lief hoeft te hebben als hij niet homoseksueel is. De voornaamste boodschap is dat dát het allerergste is. En daardoor vraag ik me af hoe ik een gevoel van eigenwaarde kan hebben en hoe mijn hemelse Vader mij lief kan hebben?’

Als cursisten een privéprobleem hebben, moeten we luisteren, zodat we het kunnen begrijpen, en met oprecht meegevoel en liefde kunnen reageren. We moeten in de les een sfeer scheppen waarin vragen welkom zijn en waarin lastige kwesties met respect en begrip worden besproken. We moeten duidelijk in de waarheid onderwijzen en elke cursist helpen om zijn of haar eeuwige identiteit als kind van liefhebbende hemelse Ouders in te zien.22 En we moeten cursisten laten weten dat ze niet alleen staan. Als we blijk geven van meer liefde en begrip, zal dit de Heilige Geest uitnodigen, het leren verbeteren, en gebroken harten genezen.23

President Dallin H. Oaks heeft gezegd: ‘Wij hebben een plicht om “elkaars lasten te dragen, opdat zij licht zullen zijn” [Mosiah 18:8]. Hoewel we de leer van de Heer niet kunnen veranderen, willen we dat onze leden en ons beleid rekening houden met allen voor wie het sterfelijk leven een beproeving is.’ Hij heeft ook gezegd dat ‘onze leden een toonbeeld van begrip, medeleven en liefde moeten zijn, zodat respect en begrip onder alle mensen van goede wil toenemen. Hierdoor nemen de tegenwoordig zoveel voorkomende haat en twisten af. […] Dat is zeker ons verlangen, en wij roepen daarbij de hulp van onze leden en anderen in.’24

Het is essentieel dat elke leerkracht de leer begrijpt, weet wat de profeten van de Heer momenteel over deze onderwerpen zeggen, en weet hoe hij of zij vol mededogen met behulpzame reacties kan komen.25 Wij zijn vastbesloten om op deze gebieden vooruitgang te boeken en wij zullen u nadere training en hulpmiddelen verschaffen.

En als u of uw cursisten al eens iets zeggen waardoor iemand zich ongewenst voelt, wilt u dan bidden om de kracht en het begrip die u nodig hebt om de beschuldigende handen te laten zakken? Herinner uw cursisten eraan dat ieder van ons nog steeds groeit en de genade van de Heiland nodig heeft. Het was Lucifer die bekend stond als de aanklager, die ons ‘dag en nacht aanklaagde voor onze God’.26 Ter vergelijking: de Heer houdt nog steeds zijn handen en armen vol liefde uitgestrekt.

Een ander kenmerk van goddelijke liefde is het verlangen van onze Vader in de hemel dat wij net zo worden als Hij, en dat wij alle zegeningen ontvangen die Hij voor zijn kinderen heeft bereid.

Onze hemelse Vader is een God met hoge verwachtingen

Ouderling D. Todd Christofferson heeft gezegd: ‘Onze hemelse Vader is een God met hoge verwachtingen.’27 De Heer geeft ons niet op. Hij heeft geduld met ons als we wankelen, heeft hoop voor ons als we ons verbeteren, en wacht onze groei geduldig af. Een leerkracht die haar cursisten liefheeft, heeft ook hoge verwachtingen, en zal meer om hun eeuwige vooruitgang geven dan om de vraag hoe de les van vandaag ging of hoezeer haar cursisten haar mogen.

Jezus gaf heel veel om de vooruitgang van zijn volgelingen.

Afbeelding
Jezus en Petrus op het water

Jezus zag bijvoorbeeld in Petrus wat deze niet in zichzelf zag. Hij moedigde Petrus aan om in geloof te handelen, en toen Petrus de moed verloor, hief de Heiland hem op, en bleef Hij zich concentreren op de vraag wie Petrus uiteindelijk zou worden.

Met hoge verwachtingen inspireren we cursisten om in geloof te handelen, waardoor we hen in staat stellen om de zegeningen die de Heer beloofd heeft te ondervinden. Ouderling Neil L. Andersen heeft ons geleerd dat we opstandigheid aanmoedigen als we zonder liefde en met lage verwachtingen leiden en onderwijzen. Hoge verwachtingen zonder liefde wekken afwijkend gedrag op. Een hoog niveau van liefde met een laag niveau van verwachtingen schept een gevoel van broederschap, maar leidt tot weinig vooruitgang. Maar een hoog niveau van liefde met een hoog verwachtingsniveau brengt wonderen teweeg.28 Die soort liefde heeft de Heiland, en die soort liefde moeten wij hebben als we iets in het leven van onze cursisten tot stand willen brengen.

Als ik cursisten van het seminarie en het instituut vraag hoe de liefde van hun leerkracht hen tot zegen is geweest, krijg ik vlot een antwoord vol dankbaarheid. Hier volgen enkele recente voorbeelden:

Een jongevrouw zei: ‘Ik vind het heerlijk als ik het seminarie binnenkom en zie dat mijn leerkracht mij blij toelacht. Ik kan nauwelijks in woorden uitdrukken hoeveel zijn liefde voor mij heeft betekend. Een tijdje geleden gaf hij mij een compliment, en ik liep naar buiten in een poging om niet te gaan huilen, want ik werd er zo gelukkig van. Dat eenvoudige compliment betekende zoveel voor me. Ik ben elke dag enthousiast als ik naar het seminarie ga. Het is het hoogtepunt van mijn dag. De liefde die mijn leerkracht voor mij heeft, heeft mij geleerd dat ik alle andere mensen als zoon of dochter van God moet liefhebben.’

Om een ander antwoord maar even in eigen woorden weer te geven: ‘Onze les vandaag heeft mij werkelijk veranderd. Ik vatte de moed om een moeilijke vraag te stellen over seksuele identiteit, en mijn leerkracht luisterde echt en probeerde te begrijpen wat ik bedoelde. Toen trok ze tijd uit om mijn vraag te beantwoorden. Wat ze zei, opende echt mijn ogen voor enkele dingen waar ik niet eerder aan gedacht had.’

En als laatste wat een jongeman schreef: ‘Ik begon dit semester met een slechte houding. Ik gaf niet om het evangelie of mijzelf, en ik was verre van gelukkig. Ik had mijn ouders gezegd dat ik met het seminarie wilde stoppen. En toen ging ik naar de les. En mijn leerkracht wist al hoe ik heette zonder dat ik daar ooit geweest was. De geest in onze klas bepaalde de stemming voor mijn hele dag, en het leven werd een beetje beter. Ik veranderde mijn gewoonten, ging vaker naar de kerk, las in mijn Schriften en begon na te denken. Vanwege zijn liefde voor ons en voor het evangelie, en door het licht van Christus dat ik in hem zag, streefde ik naar datzelfde licht en die liefde. Ik ga het seminarie afmaken, een zending vervullen, en op een dag in de tempel trouwen, omdat mijn leerkracht de Geest uitnodigde en elke dag met die Geest lesgaf.’

Nu wil ik tot slot nog mijn waardering uitspreken voor de Heer en voor u. Ik ben dankbaar voor de allesomvattende en onmiddellijke liefde van de Heer. Ik ben dankbaar voor zijn geduld terwijl ik ernaar streef om de lessen te leren die we vandaag hebben besproken. Door zijn liefde en mededogen wil ik een beter mens worden. En ik wil u zeggen hoeveel wij u liefhebben. Wij zien in dat u zich onvermoeibaar inzet voor de mensen die u onderwijst en helpt. Wij weten hoeveel u voor hen bidt, hoezeer het u pijn doet als ze ergens mee worstelen, en hoezeer u zich verheugt als ze ergens in slagen. We weten dat u zelf lasten te dragen hebt en dat u zich dagelijks op de Heer verlaat voor kracht voor uw gezin en u. We hopen dat u weet dat wij voor u bidden en dat wij u liefhebben.

Moge u ertoe bijdragen dat alle cursisten de Heer leren kennen en Hem lief gaan hebben, doordat zij Hem bij hun studie in de Schriften en in u zien. Het is mijn gebed dat we eenvoudigweg vriendelijk zullen zijn; dat we personen en geen problemen zullen zien; dat we steeds meer kinderen van onze hemelse Vader de hand zullen reiken om ze tot zegen te zijn; dat we beschuldigende handen zullen laten zakken en iedereen het gevoel zullen geven dat er voor hen in de kerk van de Heer een plek en een toekomst is; dat wij onze cursisten zullen aanmoedigen om zich als levenslange discipelen van Jezus Christus aan de leringen van de Heiland te houden, en op het verbondspad te blijven zodat zij alle zegeningen kunnen ontvangen die onze hemelse Vader voor hen heeft. Mogen wij hen helpen om de liefde van onze hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, te voelen en zich erop te verlaten. En moge u nooit vergeten dat ‘het beeld van Christus in uw gelaat gegrift [kan] worden. En om praktische redenen bént u in dat klaslokaal op dat moment, en in die hoedanigheid en met die inspiratie, Hem en is Hij u.’29

In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie Chad H Webb, ‘Wij spreken over Christus, wij verheugen ons in Christus’ (toespraak tijdens een trainingsuitzending van de kerkelijke onderwijsinstellingen, 12 juni 2018).

  2. Zie Kim B. Clark, ‘Leer van Mij’ (Een avond met een algemeen autoriteit, 26 januari 2018).

  3. Boyd K. Packer, ‘The Ideal Teacher’ (toespraak tot leerkrachten in het seminarie en het instituut, 28 juni 1962), 5–6.

  4. 1 Korinthe 13:2.

  5. 1 Korinthe 13:1.

  6. 1 Korinthe 13:4.

  7. Lukas 19:5–6; zie Lukas 19:1–6.

  8. Jeffrey R. Holland, ‘Onderwijzen en leren in de kerk’, Liahona, juni 2007, 70.

  9. Privécorrespondentie.

  10. Moroni 7:48.

  11. Henry B. Eyring, ‘Het Boek van Mormon zal uw leven veranderen’, Liahona, februari 2004, 18.

  12. Zie 1 Johannes 4:19.

  13. Zie Markus 5:32, cursivering toegevoegd.

  14. Markus 5:34.

  15. ‘Laat een op te lossen probleem nooit belangrijker worden dan een persoon die liefde nodig heeft.’ (Thomas S. Monson, ‘Vreugde vinden in de reis’, Liahona, november 2008, 86.)

  16. Zie Johannes 9:1–38.

  17. Leer en Verbonden 88:125, cursivering toegevoegd.

  18. Johannes 8:1–11.

  19. ‘Te veel mensen beschouwen bekering als een straf – iets wat we absoluut moeten vermijden, tenzij we ons in een heel ernstige situatie bevinden. Maar dat gevoel komt van Satan. Hij probeert te voorkomen dat we op Jezus Christus vertrouwen die met open armen klaarstaat en ons maar al te graag wil genezen, vergeven, reinigen, sterken en heiligen. […]

    ‘Niets is meer bevrijdend, louterend of cruciaal voor onze vooruitgang dan regelmatige, dagelijkse bekering. Bekering is geen eenmalige gebeurtenis, maar een proces. Bekering is de sleutel tot geluk en gemoedsrust. In combinatie met geloof geeft bekering ons toegang tot de kracht van de verzoening van Jezus Christus.’ (Russell M. Nelson, ‘We kunnen meer doen om een beter mens te worden’, Liahona, mei 2019, 67.)

  20. Dale G. Renlund, ‘Onze goede Herder’, Liahona, mei 2017, 30.

  21. Jesaja 61:1.

  22. Zie ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, mei 2017, 145.

  23. Onderzoekers aan de Brigham Young University hebben vastgesteld welke docenten anderen erg goed geestelijk konden sterken en intellectueel op vragen in konden gaan. Zij vroegen de docenten naar details over hun onderwijsmethode en hun interactie met de studenten. Naar aanleiding van de antwoorden, stelden de onderzoekers een vragenlijst met vijftien vragen op. Zij stuurden die lijst naar een groot aantal studenten en vroegen hen om aan te geven welk gedrag van de docenten hen geestelijk het meest sterkte, en intellectueel het meest stimuleerde. Volgens de uitkomst van deze enquête zeiden de studenten dat de allergrootste factor in deze uitkomst was dat docenten ‘lieten zien dat zij in het potentieel van de studenten geloofden’. De op vijf na belangrijkste factor was dat docenten ‘zorg en meegevoel voor de studenten hadden en uitspraken’. Zie voor meer informatie over deze enquête Alan L. Wilkins en A. Jane Birch, ‘Spiritually Strengthening and Intellectually Enlarging Faculty: What Students Want’, Perspective, voorjaar 2017, 30–37.

  24. First Presidency Shares Messages from General Conference Leadership Session’, 4 april 2019, mormonnewsroom.org.

  25. Zie Ronald A. Rasband, ‘Jesus Christ Is the Answer’ (Een avond met een algemeen autoriteit, 8 februari 2019); ‘Suicide–Instructions for Inservice Leaders’. Op de kerkwebsite ‘Hope and Help’ vinden leerkrachten informatiebronnen over verschillende onderwerpen, onder meer: mishandeling en misbruik; verslaving; omgaan met pornografie; dood, rouw en verlies; handicaps; echtscheiding; emotionele en geestelijke gezondheid; homoseksuele kerkleden; alleenstaand en zwanger; en zelfmoord.

  26. Openbaring 12:10.

  27. D. Todd Christofferson, ‘Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik’, Liahona, mei 2011, 97.

  28. Zie Neil L. Andersen, ‘The Faith to Find and Baptize Converts’ (seminar voor nieuwe zendingspresidenten, 25 juni 2016).

  29. Boyd K. Packer, ‘The Ideal Teacher’, 6.