Kom dan en volg Mij
Hoe kan ik een betere dienende zuster worden?


Hoe kan ik een betere dienende zuster worden?

Uw geestelijke voorbereiding

Zoals in alles is Jezus Christus ook het volmaakte voorbeeld van hoe we invulling aan onze bediening moeten geven. Tijdens zijn bediening strekte Hij zijn hand naar mensen uit, voorzag hij in stoffelijke en geestelijke behoeften, en liet Hij oprechte liefde voor iedereen zien. Als volgelingen van Jezus Christus wordt van ons gevraagd dat wij dienen zoals Hij, en dan vooral de mensen voor wie we als dienende zusters verantwoordelijk zijn. We kunnen van deze mensen houden, over ze waken en ze sterken, net zoals Christus dat deed. We hebben unieke talenten waarmee we anderen kunnen dienen. Als jongevrouwen van de kerk spelen wij een belangrijke rol in het tot stand brengen van ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens’ (Mozes 1:39).

Materiaal voor uw voorbereiding

U kunt het onderstaand materiaal gebruiken bij uw voorbereiding van het gedeelte ‘Samen leren’.

Vragen die u zich vooraf kunt stellen

Wat hebt u gedaan om als dienende zuster het voorbeeld van de Heiland te volgen? Hoe is uw bediening u en uw toegewezen zusters tot zegen geweest? Wat kunt u uit uw eigen ervaringen vertellen aan de jongevrouwen?

Hoe kijken de jongevrouwen tegen hun bediening aan? Welke ervaringen kunnen zij aan elkaar vertellen?

Hoe kunnen de jongevrouwen zich op de les voorbereiden? Ze kunnen bijvoorbeeld een toespraak lezen, een video bekijken of een Schrifttekst bestuderen die verband houdt met het thema.

Opmerking: Bij de voorbereiding van deze les kunt u de jongevrouwen die dienende zuster zijn hun bedieningscollega uit laten nodigen voor deze les. Ze kunnen dan deelnemen aan de bespreking hoe ze een betere dienende zuster kunnen worden.

Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland

In elke situatie was de Heiland een voorbeeld en raadsman voor wie Hij onderrichtte. Hoe kunnen de jongevrouwen leren van uw voorbeeld en van het voorbeeld van andere zusters bij hun streven hun taken als christelijke dienende zuster te vervullen?

Lesoverzicht

1. Met elkaar overleggen en over eigen ervaringen vertellen

Onder leiding van een lid van het klaspresidium; ongeveer 5 à 10 minuten

Bespreek onderwerpen zoals:

  • Onze klas: Wie is er vandaag niet? Wie moeten we gaan bezoeken? Wie kunnen we voor een komende activiteit uitnodigen? Wie heeft onze hulp en gebeden nodig?

  • Onze taken: Welke opdrachten moeten we uitvoeren? Welke opdrachten hebben we uitgevoerd? Hoe hebben we anderen uitgenodigd om tot Christus te komen, en hoe kunnen we nog meer mensen uitnodigen?

  • Ons leven: Herinner de klas aan wat de vorige keer is besproken. Wat hebben we meegemaakt toen we het geleerde toepasten? Wat hebben we de afgelopen weken meegemaakt waardoor ons getuigenis van het evangelie is versterkt?

Bespreek deze vragen zo mogelijk vooraf tijdens een klaspresidiumvergadering.

2. Samen leren

Onder leiding van een leider, leerkracht, of een lid van de klas; ongeveer 25 à 35 minuten

Maak gebruik van bovenstaande hulpbronnen en kies onder inspiratie van de Geest een of meer activiteiten uit die de leer voor uw jongevrouwen het best verduidelijken.

  • Wat betekent het woord bediening voor de jongevrouwen in uw klas? Om daar achter te komen, kunt u Bediening op het bord schrijven en dan de jongevrouwen vragen om daaromheen woorden te schrijven die zij met ‘bediening’ associëren. Ze kunnen woorden of zinnetjes uit bijvoorbeeld de volgende Schriftteksten halen: Mattheüs 25:34–40; Lukas 10:25–37; 2 Nephi 25:26; Mosiah 18:8–9; 3 Nephi 18:25 en Leer en Verbonden 81:5. Wat leren ze uit deze verzen over hun bediening? U kunt de jongevrouwen laten vertellen over mensen die ze anderen hebben zien dienen. Hoe kunnen de jongevrouwen mensen dichter tot Christus brengen?

  • Laat de jongevrouwen in groepjes van twee 3 Nephi 17 lezen en opzoeken wat ze daarin van de Heiland leren dat hun als dienende zusters van nut kan zijn. Laat elk groepje verslag uitbrengen. Bijvoorbeeld, hoe diende de Heiland ‘één voor één’? In welke behoeften voorzag zijn bediening?

  • Moedig de jongevrouwen aan om tijdens de week voor de les naar ministering.lds.org/nld te gaan en te zoeken naar iets wat hen inspireert om in hun bediening meer zoals Christus te worden. Laat ze in de klas vertellen wat ze hebben gevonden. Laat de jongevrouwen vertellen over situaties waarin dienende zusters anderen tot zegen waren.

  • Laat de jongevrouwen Mosiah 18:8–9 lezen en opzoeken wat onze verantwoordelijkheid in onze bediening van de mensen in onze omgeving is. U kunt de bisschop of een lid van het ZHV-presidium uitnodigen om uit te leggen hoe de jongevrouwen in hun bediening van de wijkleden het voorbeeld van Christus kunnen volgen. Laat de jongevrouwen eventueel vooraf nadenken over vragen die ze aan die leiders over bediening kunnen stellen. Spoor de jongevrouwen aan om iets te doen wat tot hun bediening van andere wijkleden bijdraagt.

  • Laat elke jongevrouw een verhaal uit de toespraak van ouderling Jeffrey R. Holland ‘Bij hen te zijn en hen te versterken’ of de toespraak van zuster Jean B. Bingham ‘Bediening naar het voorbeeld van de Heiland’ lezen. Vraag ze vooraan de klas hun verhaal in eigen woorden te vertellen. Laat ze aangeven hoe het hen aanspoort een betere dienende zuster te zijn. Wat valt de jongevrouwen nog meer op in deze toespraken?

  • Deel de klas op in twee groepen. Laat elke groep een lijstje maken met manieren waarop ze betere dienende zusters kunnen worden. Na een paar minuten laat u de ene groep nog meer ideeën zoeken in de toespraak van president Russell M. Nelson: ‘Onze bediening met Gods macht en gezag’. Laat de andere groep nog meer ideeën opdoen in de toespraak van zuster Bonnie L. Oscarson ‘Jongevrouwen in het werk van de Heer’. Laat de groepen hun ideeën uitwisselen en moedig de jongevrouwen aan er ieder één uit te kiezen waaraan zij gaan werken.

3. Een actieplan opstellen

Onder leiding van een lid van het klaspresidium; ongeveer 5 à 10 minuten

  • Laat de jongevrouwen vertellen welke gevoelens of gedachten tijdens de les bij hen zijn opgekomen. Wat is hun bijgebleven? Hoe kunnen ze persoonlijk of als klas toepassen wat ze hebben geleerd?

  • Geef de jongevrouwen een paar minuten de tijd om op te schrijven hoe ze de komende weken hun ingevingen in daden willen omzetten. Laat ze hun ideeën naar voren brengen.

  • Herinner de jongevrouwen eraan dat ze aan het begin van de volgende les de kans krijgen om te vertellen wat ze hebben gedaan.