2010–2019
Dienen naar het voorbeeld van de Heiland
April 2018


Onze bediening naar het voorbeeld van de Heiland

Mogen wij God onze dankbaarheid en liefde tonen door onze eeuwige zusters en broeders met liefde te dienen.

Wat is het fijn om in een tijd van voortgaande openbaring van God te leven! Nu wij reikhalzend uitkijken naar de ‘tijden waarin alle dingen worden hersteld’,1 waarmee de geprofeteerde gebeurtenissen in onze tijd worden bedoeld, bereiden we ons op de wederkomst van de Heiland voor.2

De beste manier om ons voor te bereiden Hem te ontmoeten, is om zoals Hij te worden door elkaar liefdevol te dienen! Jezus Christus leerde zijn volgelingen bij het begin van deze bedeling: ‘Indien u mij liefhebt, zult u Mij dienen’.3 Als we anderen dienen, tonen we discipelschap, dankbaarheid en liefde voor God en zijn Zoon, Jezus Christus.

Soms denken we dat alleen grootse en heldhaftige daden ‘tellen’ als dienstbetoon. Eenvoudige daden kunnen echter een diepgaand effect op anderen – en op onszelf – hebben. Wat deed de Heiland? Dankzij zijn goddelijke gaven van de verzoening en de opstanding, die wij op deze prachtige paaszondag vieren, ‘[heeft] geen ander zo’n diepgaande invloed gehad op allen die op aarde geleefd hebben en nog zullen leven’.4 Hij glimlachte bovendien, Hij praatte, wandelde, luisterde, maakte tijd vrij, moedigde aan, onderwees, voedde en vergaf. Hij diende familie en vrienden, buren en vreemdelingen, en Hij nodigde kennissen en dierbaren uit om de rijke zegeningen van zijn evangelie te genieten. Die ‘eenvoudige’ daden van dienstbetoon en liefde staan model voor onze huidige bediening.

Als u het voorrecht geniet om de Heiland in uw bediening te vertegenwoordigen, kunt u zich afvragen: ‘Hoe kan ik het licht van het evangelie met deze persoon of dit gezin delen? Waartoe inspireert de Geest mij?’

We kunnen op veel verschillende manieren inhoud aan onze bediening geven. Wat betekent dat dan in de praktijk?

Onze bediening houdt in dat de presidiums van het ouderlingenquorum en de ZHV in gebed over taken overleggen. Leiders delen niet zomaar strookjes papier uit als ze de dienende broeders en zusters een opdracht geven, nee, ze overleggen over de personen en gezinnen in kwestie. Het kan een wandeling inhouden, een spelletjesavond, praktische hulp verlenen of zelfs samen een ander dienen. Het kan een persoonlijk bezoek zijn, een telefoongesprek, een videochat of een sms’je. Het kan een verjaardagskaartje zijn of een aanmoediging tijdens een voetbalwedstrijd. U kunt een Schrifttekst of een uitspraak uit een conferentietoespraak aanhalen die voor de betrokkene zinvol kan zijn. U kunt over een evangelievraag praten en uw getuigenis geven om duidelijkheid en gemoedsrust te brengen. U kunt deel gaan uitmaken van iemands leven en om hem of haar gaan geven. Het houdt ook een bedieningsgesprek in waarin behoeften en sterke kanten discreet en gepast worden besproken. Het houdt in dat de wijkraad in meer behoeften zal kunnen voorzien.

Deze vorm van dienen sterkte een zuster die naar een verre stad verhuisde toen haar echtgenoot verder ging studeren. De telefoon werkte niet, ze had een baby om voor te zorgen, en ze voelde zich niet thuis op de nieuwe plek, maar helemaal verloren en alleen. Zonder aankondiging kwam er een ZHV-zuster op bezoek met een paar schoentjes voor de baby. Ze zette de twee in de auto en reed met ze naar de supermarkt. De zuster zei later dankbaar: ‘Zij was mijn reddingslijn!’

Ware bediening was het ook toen een oudere zuster in Afrika de opdracht kreeg om een zuster te bezoeken die al lang niet meer naar de kerk was gekomen. Toen ze de zuster ging bezoeken, bleek dat de vrouw was mishandeld en beroofd. Ze had haast niets te eten en had geen geschikte kleren voor de zondagse kerkbijeenkomsten. De vrouw die de opdracht had gekregen voor haar te zorgen, luisterde naar haar verhaal, nam groenten uit de tuin en Schriftteksten mee, en bood vriendschap. De ‘ontbrekende’ zuster kwam al gauw weer naar de kerk en heeft nu een roeping omdat ze weet dat ze in de wijk liefde en waardering ontvangt.

Als de zustershulpvereniging en het geherstructureerde ouderlingenquorum de handen in elkaar slaan, zal die eensgezindheid tot verbazingwekkende resultaten leiden. Dienen wordt een gezamenlijke inspanning om de priesterschapsplicht te vervullen ‘elk lid thuis te bezoeken’ en ‘altijd over de kerk te waken, en bij hen te zijn en hen te versterken’.5 Bovendien beantwoordt het aan het doel van de ZHV om elkaar op de zegeningen van het eeuwig leven voor te bereiden.6 Als de presidiums van het ouderlingenquorum en van de ZHV onder leiding van de bisschop samenwerken, zullen ze door inspiratie te weten komen hoe ze het beste over elke persoon en elk gezin kunnen waken en voor hen kunnen zorgen.

Ik zal u een voorbeeld geven. Bij een moeder werd kanker vastgesteld. De behandeling startte meteen, en onmiddellijk gingen de ZHV-zusters aan de slag. Ze planden maaltijden, brachten haar naar medische afspraken en hielpen waar ze konden. Ze kwamen geregeld op bezoek, en hun gezelschap beurde haar op. Intussen kwam ook het Melchizedeks-priesterschapsquorum in actie. Ze verbouwden een slaapkamer en badkamer zodat de zorg voor de zieke zuster makkelijker werd. De jongemannen droegen hieraan een belangrijk steentje bij. De jongevrouwen deden ook mee: ze gingen elke dag om de beurt met de hond wandelen. De tijd verstreek en de wijkleden gingen verder met hun dienstverlening. Hier en daar maakten ze een aanpassing. Het werk was duidelijk door liefde ingegeven, ieder lid gaf van zichzelf, en samen zorgden ze ervoor dat niet alleen de zieke zuster maar haar voltallige familie werd gezegend.

Uiteindelijk verloor de zuster haar moedige strijd tegen kanker en werd ze ten grave gedragen. Slaakten de wijkleden een zucht van verlichting en gaven ze zichzelf trotse schouderklopjes? Nee, de jongevrouwen bleven met de hond wandelen, het priesterschapsquorum bleef de vader en zijn gezin dienen, en de ZHV-zusters bleven liefde en steun bieden. Broeders en zusters, dat is dienen, dat is liefhebben zoals de Heiland!

Nog een zegen die uit deze geïnspireerde bekendmakingen voortvloeit, is dat de jongevrouwen van 14 tot en met 17 jaar de kans zullen krijgen om samen met de ZHV-zusters aan de bediening deel te nemen, net zoals de jongemannen van die leeftijd dienende koppels vormen met de Melchizedekse priesterschap. Jongeren kunnen hun unieke talenten inzetten en geestelijk groeien door samen met volwassenen aan het heilswerk deel te nemen. Door jongeren bedieningstaken te geven, groeit de reikwijdte van de ZHV en het ouderlingenquorum, omdat er zo voor meer mensen kan worden gezorgd.

Als ik denk aan de uitmuntende jongevrouwen die ik ken, ben ik blij voor de ZHV-zusters die het voorrecht zullen hebben om zij aan zij te dienen met een enthousiaste, getalenteerde en geestelijk gevoelige jongevrouw, of die zo’n jongevrouw als dienende zuster krijgen. En ik vind het even geweldig dat jongevrouwen de kans zullen krijgen om begeleid, onderwezen en gesterkt te worden door de ZHV-zusters. Jongevrouwen zullen veel baat hebben bij deze kans om het koninkrijk van God te helpen opbouwen, doordat ze zich beter kunnen voorbereiden op hun rol als leidinggevende in de kerk en in hun omgeving, en als huwelijkspartner. Zuster Bonnie L. Oscarson zei het gisteren al: jongevrouwen ‘willen dienen. Ze moeten beseffen dat ze waardevol en onmisbaar zijn in het heilswerk.’7

Eigenlijk staan jongevrouwen al in dienst van anderen, zonder opdracht, toeters of bellen. Een gezin dat ik ken verhuisde honderden kilometers naar een plek waar ze niemand kenden. De eerste week stond er al een 14-jarig meisje van hun nieuwe wijk aan de deur met een schaal koekjes om hen in de buurt welkom te heten. Haar moeder had haar met plezier gebracht, omdat ze haar dochter steunde in haar verlangen om te dienen.

Een andere moeder was eens bezorgd omdat haar 16-jarige dochter niet op de gebruikelijke tijd thuis was gekomen. Toen ze uiteindelijk thuiskwam, vuurde haar moeder een reeks gefrustreerde vragen op haar af. De 16-jarige antwoordde bedeesd dat ze een bloem naar een weduwe in de buurt had gebracht. Ze had gezien dat de oudere zuster eenzaam leek, en had het gevoel dat ze haar moest bezoeken. Met goedkeuring van haar moeder bleef de jongevrouw op bezoek gaan bij de oudere vrouw. Ze werden goede vriendinnen, en hun fijne band bleef jarenlang bestaan.

Ieder van deze jongevrouwen, en velen zoals zij, zien een behoefte en doen er iets aan. Jongevrouwen hebben een natuurlijk verlangen om te dienen en te helpen, en dat verlangen kan richting krijgen doordat ze als collega van een volwassen zuster dienen.

Hoe oud we ook zijn, als we willen weten hoe we het beste kunnen dienen, stellen we de vraag: ‘Wat heeft zij [of hij] nodig?’ Als we die vraag aanvullen met een oprecht verlangen om te dienen, worden we door de Geest geleid naar manieren om die persoon op te bouwen en te sterken. Ik hoor talloze verhalen van broeders en zusters die gezegend werden door een klein gebaar van aanvaarding en verwelkoming in de kerk, een lieve e-mail of sms, persoonlijk contact in moeilijke tijden, een uitnodiging voor een groepsactiviteit of een aanbod om bij een probleem te helpen. Alleenstaande ouders, bekeerlingen, minderactieve leden, weduwen en weduwnaren, of jongeren die het moeilijk hebben, hebben wellicht extra aandacht en dringende hulp nodig van dienende broeders en zusters. Door coördinatie tussen de presidiums van het ouderlingenquorum en de ZHV kunnen de taken het beste worden verdeeld.

Het komt er uiteindelijk op neer dat ware bediening individueel gebeurt en dat liefde de drijfveer is. De waarde, de verdienste en het wonder van oprechte bediening is dat het werkelijk levens kan veranderen! Als wij ons hart openstellen en bereid zijn om lief te hebben en te aanvaarden, aan te moedigen en te troosten, dan zal de kracht van onze bediening onstuitbaar zijn. Met liefde als drijfveer gebeuren er wonderen. We zullen manieren vinden om onze ‘ontbrekende’ zusters en broeders naar de allesomvattende omarming van het evangelie van Jezus Christus te brengen.

De Heiland geeft het voorbeeld, niet alleen in wat we moeten doen maar ook waarom we dat moeten doen.8 ‘Zijn aardse leven was voor ons een uitnodiging om onze blik te verruimen, onze problemen te vergeten en anderen de helpende hand te reiken.’9 Als wij de kans om onze zusters en broeders te dienen met beide handen aangrijpen, worden we geestelijk verfijnd, leven we meer in overeenstemming met de wil van God, en begrijpen we zijn plan om iedereen bij Hem terug te brengen beter. We zullen zijn zegeningen beter herkennen en ernaar verlangen om die zegeningen met anderen te delen. Dan zal ons hart in harmonie met onze stem zingen:

Heiland, leer mij liefde geven,

net zoals U mij die geeft.

Laat mij uw discipel wezen

in wie steeds uw voorbeeld leeft.

Heiland, leer mij liefde geven;

U wil ik volgen, Heer.10

Mogen wij God onze dankbaarheid en liefde tonen door onze eeuwige zusters en broeders met liefde te dienen.11 Dan zullen wij eensgezind zijn zoals het volk in het oude Amerika, honderd jaar na de verschijning van de Heiland.

‘En het geschiedde dat er geen twist […] was wegens de liefde voor God die de mensen in hun hart koesterden. […]

‘Er was geen afgunst, noch strijd, […] en er kon stellig geen gelukkiger volk zijn onder alle volken die door de hand van God waren geschapen.’12

Ik getuig graag dat deze geopenbaarde wijzigingen door God zijn ingegeven. En als wij ze gewillig aanvaarden, zullen wij beter voorbereid zijn om zijn Zoon, Jezus Christus, bij zijn wederkomst te ontmoeten. Wij zullen meer op een Zionsvolk lijken, en onmetelijke vreugde voelen samen met hen die we op onze weg naar discipelschap hebben geholpen. Dat wij dat zullen doen, is mijn oprecht en nederig gebed in de naam van Jezus Christus. Amen.