Lehi ziet een visioen van de boom des levens – Hij neemt van de vrucht ervan en wil dat zijn gezin dat ook doet – Hij ziet een roede van ijzer, een nauw en smal pad en de misten van duisternis die de mensen omhullen – Sariah, Nephi en Sam nemen van de vrucht, maar Laman en Lemuel weigeren. Ongeveer 600–592 v.C.