Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 12: ‘Zoek de Geest bij alles wat u doet’


Hoofdstuk 12

Zoek de Geest bij alles wat u doet

‘We moeten in alle aspecten van ons leven voor de ingevingen van de Heilige Geest openstaan.’

Uit het leven van Ezra Taft Benson

Wanneer president Ezra Taft Benson andere algemene autoriteiten over dienen in de kerk raad gaf, zei hij vaak: ‘Bedenk, broeders, dat het in dit werk om de Geest gaat.’1 En wanneer hij met die broeders samenwerkte, bracht hij ze dit beginsel door zijn voorbeeld bij. Hij liet zien dat de Heer ‘zijn dienstknechten nabij is, ja, op fluisterafstand’.2 Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen vertelde eens over een keer dat hij president Benson naar een ringconferentie vergezelde, waarin een nieuwe ringpresident geroepen zou worden:

‘Na bidden, gesprekken voeren, uitvorsen, en weer bidden, vroeg ouderling Benson mij of ik wist wie de nieuwe president moest worden. Ik zei dat ik die openbaring nog niet had gekregen. Hij keek mij heel lang aan en antwoordde toen dat dat voor hem ook gold. We kregen echter wel de inspiratie om drie toegewijde priesterschapsdragers te vragen om in de zaterdagavondbijeenkomst van de conferentie te spreken. Toen de derde spreker aan zijn toespraak was begonnen, gaf de Geest mij in dat hij de nieuwe ringpresident moest zijn. Ik keek naar president Benson en zag dat er tranen over zijn wangen stroomden. Wij hadden beiden openbaring ontvangen — maar alleen omdat we de wil van de Vader waren blijven zoeken terwijl wij in geloof verder waren gegaan.’3

Aan het begin van een conferentie voor nieuwe zendingspresidenten gaf president Benson de volgende raad:

‘Ik heb mijn broeders vele keren verteld dat de Geest het belangrijkste aspect van het zendingswerk is. Als de Geest bij u is en u uw roeping grootmaakt, kunt u voor de Heer wonderen in het zendingsveld verrichten. Zonder de Geest zult u nooit succes hebben, ongeacht uw talenten en capaciteiten.

‘U zult de komende drie dagen uitstekende instructies ontvangen. Er zullen handboeken worden uitgedeeld, taken en procedures worden besproken, beleidsregels onder de loep worden genomen, en dat zult u allemaal goed kunnen gebruiken. Maar de beste hulp die u ooit zult krijgen als zendingspresident komt niet uit handboeken of handleidingen. De beste hulp komt van de Heer zelf als u zich in nederig gebed tot Hem wendt en zijn hulp afsmeekt. Als u keer op keer op uw knieën wordt gedrongen en Hem om goddelijke hulp vraagt bij het besturen van uw zending, zult u de Geest voelen, zult u uw antwoord van omhoog krijgen en zal uw zending geestelijk voorspoedig zijn wegens uw afhankelijkheid van en vertrouwen in Hem.’4

President Benson gaf die raad aan alle leden van de kerk, ook aan jonge kinderen.5 Hij zei: ‘In dit werk gaat het om de Geest. Waar we ook mogen dienen, ik weet dat ik op de Geest moet vertrouwen. Laten wij ons die Geest eigen maken en getrouwe leden van de kerk, toegewijde kinderen en ouders, doeltreffende huisonderwijzers, opbouwende leerkrachten, en geïnspireerde wijk- en ringleiders zijn.’6

Hoewel president Benson die waarheid openlijk en stoutmoedig over de hele wereld verkondigde, bracht hij die op de eerste plaats op persoonlijke en stille wijze in praktijk. Dat begon thuis, samen met zijn vrouw, Flora. Flora’s halfzus Julia Dalley was eens bij de Bensons op bezoek en schreef later een brief aan Flora, waarin ze onder meer het volgende over de familie Benson opmerkte. ‘Kan er iets op aarde idealer zijn?’ zei ze. ‘Ik bewonder de eenvoud van jullie manier van leven, maar ik was vooral onder de indruk van het feit dat bij jullie thuis de Geest van de Heer aanwezig was.’7

Afbeelding
A Fijian woman sitting in a chair. She has her arms folded and head bowed in prayer.

‘Hoe verkrijgen we de Geest? “Door het gelovige gebed”, zegt de Heer.’

Leringen van Ezra Taft Benson

1

We moeten elke dag van ons leven naar het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest streven.

Een betrouwbare manier om te bepalen of we op het rechte en smalle pad zijn, is dat we dan de Geest van de Heer bij ons hebben.

De Heilige Geest bij ons hebben, brengt bepaalde vruchten voort.

De apostel Paulus heeft gezegd: ‘De vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid [en] zelfbeheersing.’ (Galaten 5:22–23.)

Het belangrijkste in ons leven is de Geest. Dat heb ik altijd zo gevoeld. We moeten in alle aspecten van ons leven voor de ingevingen van de Heilige Geest openstaan. […] Die ingevingen komen doorgaans wanneer we het niet druk met allerlei afspraken hebben en we niet in de zorgen van alledag meegezogen worden.8

Spiritualiteit — afgestemd zijn op de Geest van de Heer — is wat we allemaal het meeste nodig hebben. We moeten elke dag van ons leven naar het voortdurende gezelschap van de Heilige Geest streven. Wanneer we de Geest bij ons hebben, willen we graag dienen, houden we van de Heer, en houden we van degenen met wie we dienen en van wie we dienen.

Enkele jaren nadat de Joseph Smith de martelaarsdood had ondergaan, verscheen hij aan president Brigham Young. Luister naar zijn boodschap:

‘Zeg de mensen dat zij nederig en getrouw moeten zijn en dat ze ervoor moeten zorgen de Geest van de Heer bij zich te houden, dan zal Hij hen ten goede leiden. Pas op dat u zich niet afwendt van de stille, zachte stem; die zal u zeggen wat u moet doen en waarheen u moet gaan; en dan zult u de vruchten van het koninkrijk plukken. Zeg tegen de broeders dat ze hun hart open moeten stellen, zodat ze in staat zijn om de overtuiging van de Heilige Geest te ontvangen.’ […]

Dit werk in de laatste dagen is geestelijk van aard. Alleen met een geestelijke instelling kunt u het begrijpen, liefhebben en onderscheiden. Zoek daarom de Geest bij alles wat u doet. Houd Hem voortdurend bij u. Dat is onze uitdaging.9

We leven in een zeer goddeloze wereld. We staan voortdurend bloot aan propaganda dat het kwade goed en het goede kwaad is. Overal worden we met valse leringen bestookt. Vrijwel alles wat opbouwend, goed, zuiver, opbeurend en versterkend is, ligt als nooit tevoren onder vuur.

Eén reden waarom we op aarde zijn is waarheid van dwaling leren onderscheiden. Dat onderscheidingsvermogen komt door de Heilige Geest, niet alleen door onze intellectuele vermogens.

Wanneer we ernstig en oprecht naar de waarheid zoeken, zal deze heerlijke belofte in vervulling gaan: ‘God zal u kennis geven door zijn Heilige Geest, ja, door de onuitsprekelijke gave van de Heilige Geest.’ (Leer en Verbonden 121:26.)10

2

Als we nederig zijn en ervoor openstaan, geeft de Heer ons ingevingen in de vorm van gevoelens.

Bid je hemelse Vader of Hij je altijd met zijn Geest wil zegenen. We noemen de Geest vaak de Heilige Geest. […] De Heilige Geest zal je helpen het goede te kiezen. De Heilige Geest zal je beschermen tegen het kwaad. Hij fluistert je met een stille, zachte stem in het goede te doen. Als je goed doet, zul je je goed voelen, en dat is de Heilige Geest die tot je spreekt. De Heilige Geest is een geweldige vriend. Hij is er altijd om je te helpen.11

Overweeg zaken die u niet begrijpt. De Heer gebood Oliver Cowdery: ‘Ik zeg u dat u het in uw gedachten moet uitvorsen; daarna moet u Mij vragen of het juist is, en indien het juist is, zal Ik uw boezem in u doen branden; bijgevolg zult u voelen dat het juist is.’ (LV 9:8; cursivering toegevoegd.)

Hebt u die laatste zinsnede opgemerkt? ‘Bijgevolg zult u voelen dat het juist is.’

We horen de woorden van de Heer het meest door een gevoel. Als we nederig zijn en ervoor openstaan, geeft de Heer ons ingevingen in de vorm van gevoelens. Daarom bewegen geestelijke ingevingen ons bij tijd en wijle tot grote vreugde, soms tot tranen. Als de Geest mij aanraakt, verzacht dat mijn gevoelens en word ik mild gestemd.

De Heilige Geest maakt onze gevoelens zuiverder. We voelen ons liefdevoller en welwillender ten opzichte van elkaar. We zijn kalmer in onze omgang met elkaar. We zijn beter in staat elkaar lief te hebben. Mensen zijn graag in onze nabijheid, omdat ons hele gezicht de invloed van de Geest uitstraalt. We zijn goddelijker wat ons karakter betreft. Als gevolg daarvan worden we steeds ontvankelijker voor de ingevingen van de Heilige Geest en begrijpen we geestelijke zaken beter.12

3

We verkrijgen de Geest door oprecht bidden en vasten.

Hoe verkrijgen we de Geest? ‘Door het gelovige gebed’, zegt de Heer [LV 42:14]. Daarom moeten we oprecht en met een eerlijke bedoeling bidden. We moeten voor meer geloof bidden en bidden dat de Geest ons onderwijs vergezelt. We dienen de Heer om vergeving te vragen.

We moeten onze gebeden in dezelfde geest en met dezelfde geestdrift uitspreken als de gebeden van Enos in het Boek van Mormon. De meesten van u zijn bekend met dat inspirerende verhaal, dus ga ik niet op de achtergrond in. Ik wil uw aandacht alleen vestigen op deze woorden. Enos getuigde: ‘Ik zal u vertellen van de worsteling die ik heb gehad voor het aangezicht van God voordat ik vergeving van mijn zonden ontving.’ Hij lichtte die worsteling voor God toe. Let op de intensiteit in zijn smeekbede:

‘Mijn ziel hongerde.’

‘Ik knielde voor mijn Maker neer.’

‘Ik riep Hem aan in machtig gebed en smeking voor mijn eigen ziel.

‘De gehele dag riep ik Hem aan.’

Toen getuigde Enos: ‘Er kwam een stem tot mij, zeggende: Enos, uw zonden zijn u vergeven, en gij zult worden gezegend. […] Daarom was mijn schuld weggevaagd.’ Toen hij aan de Heer vroeg hoe dit was geschied, antwoordde de Heer hem: ‘Door uw geloof in Christus, […] uw geloof heeft u gezond gemaakt.’ (Enos 1:2, 4–8; cursivering toegevoegd.)

Enos werd geestelijk genezen. Door zijn machtige smeekbeden tot God ondervond hij wat de getrouwen in elke bedeling kunnen ondervinden, daadwerkelijk ondervinden en moeten ondervinden als zij God willen zien en met zijn Geest vervuld willen worden.13

Als u de geest van uw functie en roeping […] wilt ontvangen — probeer dan een tijdje te vasten. En ik bedoel niet dat u een maaltijd overslaat en vervolgens twee keer zoveel eet. Dan bedoel ik een periode echt vasten en bidden. Daardoor zult u meer de geest van uw functie en roeping ontvangen, en zult u meer door de Geest geïnspireerd worden dan door enig ander iets.14

4

Dagelijkse Schriftstudie, waaronder het overdenken van Schriftteksten, nodigt de Geest uit.

Onderzoek de Schriften in uw persoonlijke studie elke dag zorgvuldig. Dagelijkse Schriftstudie nodigt de Geest uit.15

Neem de tijd om na te denken. Doordat een jongen over een Schrifttekst nadacht —Jakobus 1:5 — ging hij naar een bos om met zijn hemelse Vader te spreken. Daardoor werden de hemelen in deze bedeling geopend.

Overdenking van een passage uit het boek Johannes in het Nieuwe Testament resulteerde in de grandioze openbaring over de drie graden van heerlijkheid [zie Johannes 5:29; LV 76].

Overdenking van een andere Schrifttekst uit de Brief van Petrus opende de hemelen aan president Joseph F. Smith, en hij zag de geestenwereld. Die openbaring, het visioen van de verlossing van de doden genoemd, is nu onderdeel van de Leer en Verbonden [zie 1 Petrus 3:18–20; 4:6; LV 138].

Overweeg het belang van de taak die de Heer ons gegeven heeft. De Heer heeft ons de raad gegeven: ‘Laat de plechtige ernst der eeuwigheid immer in uw gedachten zijn.’ (LV 43:34.) Dat kunt u niet doen als uw gedachten door wereldse zorgen in beslag genomen worden.

Lees en bestudeer de Schriften. De Schriften dienen thuis bestudeerd te worden waarbij de vader en moeder de leiding nemen en het goede voorbeeld geven. De Schriften zijn door de macht van de Heilige Geest te begrijpen, want de Heer heeft de getrouwen en gehoorzamen beloofd dat zij ‘de verborgenheden en de vredige dingen zul[len] kennen’. (LV 42:61.)

Het volgende citaat van president Spencer W. Kimball illustreert hoe we onze spiritualiteit kunnen ontwikkelen:

‘Ik heb gemerkt dat als mijn relatie met de Godheid oppervlakkig wordt en het erop lijkt dat God niet naar me luistert of tot mij spreekt, ík heel ver weg ben. Als ik mijzelf in de Schriften verdiep, wordt de afstand kleiner en keert de spiritualiteit terug. Ik merk dan dat ik intenser houd van hen die ik met heel mijn hart, verstand en sterkte moet liefhebben, en omdat ik meer van hen houd, vind ik het gemakkelijker om naar hun raad te luisteren.’ […]

Dat is goede raad en ik weet uit eigen ervaring dat die waar is.

Hoe meer u met de Schriften vertrouwd bent, hoe dichter u de zin en de wil des Heren nadert en hoe hechter u als man en vrouw en kinderen wordt. U zult merken dat door in de Schriften te lezen de waarheden van de eeuwigheid steeds in uw gedachten zijn.16

Afbeelding
A Brazilian woman reading the scriptures. She is sitting on a bus.

‘Dagelijkse Schriftstudie nodigt de Geest uit.’

De tegenstander wil niet dat er thuis in de Schriften gelezen wordt en zal waar mogelijk voor problemen zorgen. Maar we moeten erin volharden.17

We kunnen God en Jezus niet leren kennen als we ons niet in Hen verdiepen en dan hun wil doen. Doen we dat wel, dan doen we meer geopenbaarde kennis op die ons, bij gehoorzaamheid, tot verdere waarheden voeren. Als we dat patroon aanhouden, ontvangen we meer licht en vreugde, en komen we uiteindelijk in Gods tegenwoordigheid, waar we, met Hem, een volheid zullen hebben.18

5

De Heilige Geest zal bij ons blijven als we Gods wetten in ere houden, respecteren en gehoorzamen.

Wij hebben geleerd dat de Geest niet in onreine tabernakels zal vertoeven [zie Helaman 4:24]. Daarom moeten we er allereerst voor zorgen dat ons leven op orde is.19

Ik spreek over gehoorzaamheid. Je leert nu je aan alle geboden van de Heer te houden. Als je dat doet, zal zijn Geest bij je zijn. Je zult je goed over jezelf voelen. Je kunt je niet goed voelen als je verkeerde dingen doet. Dat is onmogelijk!20

De stoffelijke belofte voor gehoorzaamheid [aan het woord van wijsheid] is: Zij ‘zullen gezondheid in hun navel ontvangen en merg voor hun beenderen; […] en [zij] zullen snellen en niet moede worden, lopen en niet mat worden.’ (LV 89:18, 20.)

Ik heb echter altijd het idee gehad dat de grotere zegeningen van gehoorzaamheid aan het woord van wijsheid en alle andere geboden geestelijk zijn.

Luister naar de geestelijke belofte: ‘Alle heiligen die eraan denken deze woorden te bewaren en na te komen, wandelend in gehoorzaamheid aan de geboden, […] zullen wijsheid vinden en grote schatten aan kennis, ja, verborgen schatten.’ (LV 89:18, 19; cursivering toegevoegd.)

Sommigen gaan ervan uit dat deze belofte alleen verbonden is aan gehoorzaamheid aan de voorschriften in het woord van wijsheid. Maar u ziet dat we moeten wandelen in gehoorzaamheid aan alle geboden. Dan zullen we specifieke geestelijke beloften verkrijgen. Dit houdt in dat we de wet van tiende moeten gehoorzamen, de sabbat moeten heiligen, zedelijk rein en kuis moeten blijven, en alle andere geboden moeten gehoorzamen.

Wanneer wij dat alles doen, is de belofte: zij ‘zullen wijsheid vinden en grote schatten aan kennis, ja, verborgen schatten’. (LV 89:19.)

Welke vader en moeder zouden niet de inspiratie van de Heer willen bij het grootbrengen van hun kinderen? Ik getuig dat u aanspraak kunt maken op die zegeningen. Ouders willen toch niet, door ongehoorzaamheid, dat hun kinderen de zegeningen van de Heer mislopen? Alle vaders en moeders in Israël behoren zo te leven dat ze voor die belofte in aanmerking komen.

De geboden van God naleven is een voorwaarde waaraan voldoen moet worden om het huis des Heren te mogen betreden. Daar ontvangen we wijsheid en ‘grote schatten aan kennis’ met betrekking tot ons geluk in dit leven en eeuwige vreugde. […]

Ik geloof niet dat een lid van de kerk een actief, groot getuigenis van het evangelie kan hebben zonder zich aan de geboden te houden. Een getuigenis betekent actuele inspiratie hebben om te weten dat het werk waar is, niet iets wat we eenmalig ontvangen. De Heilige Geest blijft bij degenen die Gods wetten in ere houden, respecteren en gehoorzamen. En het is die Geest die ons persoonlijk inspiratie geeft. Ik getuig nederig van de waarheid van die belofte.21

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • President Benson zegt dat ingevingen van de Heilige Geest doorgaans komen ‘wanneer we het niet druk met allerlei afspraken hebben en we niet in de zorgen van alledag meegezogen worden’ (paragraaf 1). Hoe kunnen we onder dergelijke druk toch ontvankelijk blijven voor de Geest?

  • President Benson leert ons: ‘Als we nederig zijn en ervoor openstaan, geeft de Heer ons ingevingen in de vorm van gevoelens’ (paragraaf 2). Wat hebt u over het herkennen van dergelijke ingevingen geleerd?

  • In paragraaf 3 moedigt president Benson ons aan het voorbeeld van Enos in het Boek van Mormon te volgen. Wat kunnen we zoal van Enos over het zoeken naar de Geest leren?

  • Wat is voor u het verschil tussen de Schriften lezen en een Schrifttekst overdenken? (Zie paragraaf 4.) Waarom denkt u dat we door ijverige, dagelijkse Schriftstudie ontvankelijker worden voor de ingevingen van de Heilige Geest?

  • President Benson zegt: ‘De Heilige Geest blijft bij degenen die Gods wetten in ere houden, respecteren en gehoorzamen’ (paragraaf 5). Waarom zou ons vermogen om inspiratie te ontvangen beïnvloed worden door de mate waarin we de geboden onderhouden?

Relevante Schriftteksten

1 Nephi 10:17–19; 2 Nephi 4:15–16; Mosiah 2:36–37; LV 8:2–3; 45:56–57; 76:5–10; 121:45–46

Studietip

‘Besteed in uw studie zorgvuldig aandacht aan ideeën en gevoelens die u krijgt.’ (Predik mijn evangelie [2004], p. 18.) Overweeg de indrukken die u krijgt op te schrijven, ook al lijken ze niets met de woorden die u leest te maken te hebben. Die dingen wil de Heer u wellicht juist openbaren.

Noten

  1. Geciteerd door Thomas S. Monson, ‘A Provident Plan—A Precious Promise’, Ensign, mei 1986, p. 63.

  2. ‘Seek the Spirit of the Lord’, Ensign, april 1988, p. 5.

  3. Robert D. Hales, ‘Persoonlijke openbaring: de leringen en voorbeelden van de profeten’, Liahona, november 2007, pp. 87–88.

  4. ‘My Challenges to Mission Presidents’, seminar voor nieuwe zendingspresidenten, 25 juni 1986.

  5. Zie ‘To the Children of the Church’, Ensign, mei 1989, p. 82.

  6. ‘A Sacred Responsibility’, Ensign, mei 1986, p. 77.

  7. Julia Dalley. In: Sheri L. Dew, Ezra Taft Benson: A Biography (1988), p. 128.

  8. ‘Seek the Spirit of the Lord’, p. 2.

  9. ‘Seek the Spirit of the Lord’, p. 5; het citaat van Brigham Young staat in: Manuscript History of Brigham Young, 23 februari 1947, 2 delen, red. Elden Jay Watson (1968, 1971), deel 2, p. 529.

  10. Come unto Christ (1983), p. 22.

  11. ‘To the Children of the Church’, p. 82.

  12. ‘Seek the Spirit of the Lord’, p. 4.

  13. Come unto Christ, pp. 92–93.

  14. The Teachings of Ezra Taft Benson (1988), pp. 331–332.

  15. ‘My Challenges to Mission Presidents’, seminar voor nieuwe zendingspresidenten, 25 juni 1986; cursivering niet overgenomen uit het origineel.

  16. ‘Seek the Spirit of the Lord’, pp. 2, 4; het citaat van Spencer W. Kimball staat in: Leringen van kerkpresidenten: Spencer W. Kimball (2006), p. 75.

  17. ‘A Sacred Responsibility’, p. 78.

  18. ‘In His Steps’, Ensign, september 1988, p. 5.

  19. Come unto Christ, p. 92.

  20. ‘Preparing Yourselves for Missionary Service’, Ensign, mei 1985, p. 36.

  21. ‘A Principle with a Promise’, Ensign, mei 1983, p. 54.