Oude Testament – boek voor de seminarieleerkracht

Inhoud
Titelpagina
Inleiding tot het boek voor de leerkracht
Lessen Oude Testament
- Welkom bij het Oude Testament
- Mozes 1; Abraham 3
- Genesis 1–2; Mozes 2–3; Abraham 4–5
- Genesis 3–4; Mozes 4–5
- Genesis 5; Mozes 6
- Mozes 7
- Genesis 6–11; Mozes 8
- Genesis 12–17; Abraham 1–2
- Genesis 18–23
- Genesis 24–33
- Genesis 37–41
- Genesis 42–50
- Exodus 1–6
- Pasen
- Exodus 7–13
- Exodus 14–18
- Exodus 19–20; 24; 31–34
- Exodus 35–40; Leviticus 1; 4; 16; 19
- Numeri 11–14; 20–24; 27
- Deuteronomium 6–8; 15; 18; 29–30; 34
- Jozua 1–8; 23–24
- Richteren 2–4; 6–8; 13–16
- Ruth; 1 Samuel 1–7
- 1 Samuel 8–10; 13; 15–16
- 1 Samuel 17–18; 24–26; 2 Samuel 5–7
- 2 Samuel 11–12; 1 Koningen 3; 6–9; 11
- 1 Koningen 12–13; 17–22
- 2 Koningen 2–7
- 2 Koningen 16–25
- 2 Kronieken 14–20, 26, 30
- Ezra 1, 3–7; Nehemia 2, 4–6, 8
- Esther
- Job 1–3; 12–14; 19; 21–24; 38–40; 42
- Psalmen 1–2; 8; 19–33; 40; 46
- Psalmen 49–51; 61–66; 69–72; 77–78; 85–86
- Psalmen 102–103; 110; 116–119; 127–128; 135–139; 146–150
- Spreuken 1–4; 15–16; 22; 31; Prediker 1–3; 11–12
- Jesaja 1–12
- Jesaja 13–14; 22; 24–30; 35
- Jesaja 40–49
- Jesaja 50–57
- Jesaja 58–66
- Jeremia 1–3, 7, 16–18, 20
- Jeremia 31–33; 36–38; Klaagliederen 1, 3
- Ezechiël 1–3; 33–34; 36–37; 47
- Daniël 1–7
- Hosea; Joël
- Amos; Obadja; Jona
- Micha; Nahum; Habakuk; Zefanja
- Haggaï 1–2; Zacharia 1–4; 7–14
- Maleachi
Lessen levensvoorbereiding
- Kerkleerbeheersing: Antwoord op mijn vragen krijgen
- Schriftstudievaardigheden
- Leidraad Voor de kracht van de jeugd
- Zelfredzaam worden
- Lichamelijke en emotionele gezondheid
- Voorbereiding op vervolgopleiding en carrière
- Slagen op school
- Zendingsvoorbereiding
- Tempelvoorbereiding
- Leringen van kerkleiders
Aanhangsel

Test je kennis, deel 1: Mozes 1–5; Abraham 1–3; Genesis 37; 39; 41

‘Test je kennis, deel 1: Mozes 1–5; Abraham 1–3; Genesis 37; 39; 41’, Oude Testament – boek voor de seminarieleerkracht (2026)

‘Test je kennis, deel 1: Mozes 1–5; Abraham 1–3; Genesis 37; 39; 41’, Oude Testament – boek voor de seminarieleerkracht

Aanhangsel

Test je kennis, deel 1

Mozes 1–5; Abraham 1–3; Genesis 37; 39; 41

Als we ons geestelijk leerproces overdenken en toetsen, kunnen we dichter tot de Heiland naderen. Door middel van deze toets kun je evalueren hoe je door je studie van Mozes 1–5; Abraham 1–3 en Genesis 37; 39; 41 geestelijk bent gegroeid en dichter tot Jezus Christus bent gekomen. Zoek naar gelegenheden om sommige antwoorden met vrienden of familieleden te delen.

NB Voordat je aan deze toets begint, moet je de vereiste leesopdrachten afronden, als je dat nog niet hebt gedaan: Mozes 1–5; Abraham 1–3; Genesis 37; 39; 41.

Wat leer je? In welk opzicht groei je?

Bedenk eens hoe een zaadje tot een bloem uitgroeit.

Wat heeft een zaadje zoal nodig om zijn potentieel te verwezenlijken?
In welke opzichten lijkt het proces om meer als onze hemelse Vader en Jezus Christus te worden op de groei van een zaadje tot bloem?

Neem een paar minuten de tijd om in je studiedagboek op te schrijven hoe je door je studie van het Oude Testament meer als onze hemelse Vader en Jezus Christus bent geworden. De Heilige Geest kan je helpen de waarheden die je hebt geleerd te herinneren. De Geest kan je ook helpen herkennen hoe je geestelijk bent gegroeid.

De gevolgen van de val en de rol van Jezus Christus als onze Verlosser uitleggen

Het is belangrijk te begrijpen dat de val deel uitmaakt van het plan van onze hemelse Vader, en hoe de Heiland ons als onze Verlosser van de gevolgen van de val bevrijdt. Kies een van de onderstaande onderwerpen. Neem Mozes 4:6–13; 22–25; 5:5–12 door en bedenk hoe je het gekozen onderwerp zou uitleggen.

De keuze van Adam en Eva die tot de val leidde
De gevolgen van de val voor Adam en Eva en alle kinderen van onze hemelse Vader
Hoe de Heiland ons van de gevolgen van de val verlost

Noteer in je studiedagboek hoe je het gekozen onderwerp zou uitleggen en oefen dit door deze onderwerpen uit te leggen aan een familielid, vriend(in) of je seminarieleerkracht.

Ons verlangen versterken om onze goddelijke identiteit en doel te vervullen

Teken een figuurtje dat jou voorstelt. Noteer in of bij dit figuurtje wat je onlangs in het Oude Testament over je goddelijke identiteit hebt geleerd. Maak deze leringen zo mogelijk persoonlijk door ‘ik’ of ‘mij’ te gebruiken. Overweeg daarbij enkele of alle van de volgende Schriftteksten te gebruiken die je onlangs hebt bestudeerd:

Abraham 3:22–23

Mozes 1:1–11

Mozes 1:12–24

Genesis 1:26–27

Doe een van de volgende activiteiten:

Optie A: Beschrijf enkele situaties waarin kennis van deze waarheden iemand van nut kan zijn. Leg uit hoe deze waarheden in elke situatie van pas kunnen komen.

Optie B: Vul de volgende zinsneden aan:

Kennis van deze waarheden kan mij helpen als

ik aan mezelf denk, omdat …
ik met verleiding te maken heb, omdat …
ik met anderen omga, omdat …
ik beslissingen neem, omdat …

Deelname aan de vergadering van Israël

In het Oude Testament lezen we over de belofte van de Heer aan het huis van Israël, het zogeheten verbond van Abraham. Lees in Abraham 2:8–11 wat dit verbond inhoudt. President Russell M. Nelson heeft de jongeren van de kerk aangespoord om anderen te helpen dit verbond met de Heer aan te gaan. Dat noemen we de vergadering van Israël. President Nelson heeft gezegd hoe we daaraan kunnen deelnemen:

Telkens als we iets doen dat iemand – aan deze of de andere zijde van de sluier – helpt om verbonden met God te sluiten en na te komen, helpen we met de vergadering van Israël. (‘Laat God zegevieren’, Liahona, november 2020, 93.)

Bedenk hoe je actief aan de vergadering van Israël kunt deelnemen door een schema als het volgende in je studiedagboek te maken. Schrijf je gedachten en gevoelens in elke cirkel.

Blijf de hulp van de Heilige Geest zoeken om te weten hoe je aan de vergadering van Israël kunt deelnemen. Hoewel je misschien nog niet veel hebt gedaan om Israël te helpen vergaderen, kun je er nu mee beginnen. De Heer zal jou en anderen zegenen als je je plan uitvoert.