4
Beheer uw geld
-
Nadenken:Waarom is geldbeheer zo moeilijk — en zo belangrijk?
-
1:23
‘First Things First!’ [‘Het belangrijkste eerst’] (Geen video? Lees de volgende pagina.)
-
Bespreken:Wat hebt u van deze kinderen geleerd? Waarom moeten we bijhouden wat er met ons geld gebeurt? Waarom moeten we geld sparen?
-
Lezen:Verklaring uit All Is Safely Gathered In; Leer en Verbonden 104:78 (rechts)
-
Oefenen:Hieronder staan vier stappen die u kunt doen om uw geld te beheren, zodat u anderen beter kunt dienen. Lees deze stappen. Bespreek met de groep hoe u hiervan een gewoonte kunt maken.
❶
Werk hard en verstandig
Laat uw werkgever zien dat u elke dag hard werkt. Bewijs dat u een waardevolle werknemer bent. Wees eerlijk.
❷
Betaal tiende en andere bijdragen
Als u iets verdient, betaal dan eerst uw tiende. Dan kan God u zegenen.
❸
Geef minder uit dan u verdient
Stel een begroting op. Noteer wat u verdient en wat u uitgeeft. Ga geen schulden aan. Verdien meer. Geef minder uit dan u verdient.
❹
Spaar dagelijks
Spaar dagelijks geld zodat u gemoedsrust en vrijheid kunt verkrijgen.
-
Toezeggen:Zeg toe om gedurende de week de volgende dingen te doen. Vink de vakjes aan van taken die u hebt uitgevoerd:
-
Oefen dagelijks het beheren van uw geld.
-
Breng uw gezinsleden dit beginsel bij.
-
Blijf de hiervoor besproken fundamentele beginselen in praktijk brengen.
-
Tip voor de begeleider
Vraag iemand hoe deze beginselen zijn of haar gezin tot zegen zijn.
HET BELANGRIJKSTE EERST!
Als u de video niet kunt bekijken, wijs dan rollen toe en lees dit script voor.
TAFEREEL: Een jonge jongen en meisje dragen volwassen kleding en gedragen zich als hun ouders.
JONGEN: Ik ben thuis, schat.
MEISJE: Welkom thuis. Tjonge, je ziet er moe uit.
JONGEN: Jij ook. Je werkt erg hard, nietwaar?
MEISJE: Ja, maar we moeten ook hard werken, toch?
JONGEN: Ik heb vandaag tien euro verdiend.
MEISJE: O, wat een zegen. Maar het belangrijkste eerst. Laten we onze tiende betalen. Vind je niet?
JONGEN: Maar als we nou niet genoeg hebben?
MEISJE: Dat is een kwestie van geloof!
JONGEN: Oké. Dus wat doen we daarna?
MEISJE: Nou, we hebben eten nodig, een buskaart, en we moeten de huur betalen. En het zou fijn zijn als we daarna een stoel konden kopen. […]
JONGEN: Maar dat kan niet. Zie je wel? We hebben niet genoeg geld.
MEISJE: Kunnen we wat lenen?
JONGEN: Ze zeggen dat schulden gevaarlijk zijn. We willen niet in moeilijkheden komen.
MEISJE: Oké. Je hebt gelijk. Dus wat doen we hier dan mee?
JONGEN: Laten we het sparen! Je weet nooit wat er gaat gebeuren.
MEISJE: Dat voelt goed. Maar dan is er geen geld over om wat leuks te doen.
JONGEN: We hebben elkaar! En ik zal proberen meer te verdienen.
MEISJE: Ik zal proberen minder uit te geven!
JONGEN: Op die manier kunnen we gelukkig zijn — en zelfredzaam!
MEISJE: Precies! Dat was niet zo moeilijk. Waarom maken volwassenen het zo moeilijk?
JONGEN: Ach. Je weet hoe volwassenen zijn!