een engel verschijnt aan Alma en de zonen van Mosiah

De bekering van Alma de jonge, Gary L. Kapp

18–24 mei

Mosiah 25–28

‘Zij werden het volk van God genoemd’

De beste lesvoorbereiding voor Mosiah 25–28 is deze hoofdstukken te lezen en de beginselen erin na te leven. Als u dat doet, kan de Geest u inspireren om te onderwijzen wat het belangrijkste voor uw klas is.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Sommige klasleden kunnen het moeilijk vinden om consequent individuele en gezamenlijke Schriftstudie te houden. Zouden de ervaringen van andere leden daarbij van nut kunnen zijn? Misschien kunt u aan de les beginnen door de klasleden te vragen wat in hun individuele of gezamenlijke Schriftstudie goed werkte.

Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Mosiah 26:15–31; 27:23–37

God vergeeft iedereen die zich bekeert vrijelijk.

• Bekering en vergiffenis zijn terugkerende thema’s in deze hoofdstukken. U kunt deze thema’s verkennen door Bekering en Vergiffenis op het bord te schrijven en de klas te vragen om onder deze kopjes te schrijven wat deze woorden in hun gedachten oproepen. Dan kunnen ze in Mosiah 26:22–24, 29–31; en 27:23–37 naar woorden en zinsneden zoeken die hun iets over bekering en vergiffenis leren. De klas kan deze woorden en zinsneden aan de lijsten op het bord toevoegen. Wat denkt God van hen die zich bekeren en naar vergiffenis streven?

• Sommige mensen vragen zich misschien af of hun bekering voldoende is om vergeving van God te krijgen. Om de klasleden die dit denken te helpen, kunt u ze vragen zich voor te stellen dat zij Alma de oude zijn en dat een kerklid uit Zarahemla hun heeft gevraagd hoe die vergeving van zijn of haar zonden kan ontvangen (misschien kunt u dit scenario in een rollenspel naspelen). Wat leerde Alma in Mosiah 26:15–31 van de Heer dat dit kerklid zou kunnen helpen? (Zie ook Moroni 6:8; LV 58:42–43.) Deze uitspraak van president Henry B. Eyring kan ook nuttig zijn: ‘Als u vandaag de invloed van de Heilige Geest hebt gevoeld, mag u dit als een bewijs beschouwen dat de verzoening werkzaam is in uw leven.’ (‘Gifts of the Spirit for Hard Times’, Ensign, juni 2007, 23.)

Mosiah 27:8–24

God luistert naar onze gebeden en verhoort ze volgens zijn wil.

• Velen onder ons begrijpen de gevoelens van Alma de oude van wie de zoon ‘in verzet tegen God rondging’ (Mosiah 27:11). Misschien kan uw klas bespreken hoe ze aan de hand van het verslag in Mosiah 27:8–24 iemand met een afgedwaald familielid hoop kunnen geven. Wetende dat we geen wonder kunnen eisen of de wilsvrijheid van een ander teniet kunnen doen, hoe kunnen we dan gepast bidden voor een dierbare die het spoor bijster is? (Zie ook Alma 6:6.)

Mosiah 27:8–28:4

Alle mensen moeten wedergeboren worden.

• Hier volgen enkele vragen om de klas iets over wedergeboorte te leren: Wat houdt het in om geestelijk wedergeboren te worden? (Zie ‘Bekeren (zich), bekering’ in De gids bij de Schriften.) Hoe streven we met anderen om te gaan als we geestelijk wedergeboren zijn? Help uw klas om deze vragen te beantwoorden door ze te vragen in Mosiah 27:22–28:4 naar tekens te zoeken dat Alma en de zonen van Mosiah geestelijk wedergeboren waren.

• Iedereen heeft een bekeringsverhaal, want zoals Alma heeft gezegd: ‘de gehele mensheid moet worden wedergeboren’ (Mosiah 27:25; cursivering toegevoegd). Misschien kunnen enkele klasleden vertellen hoe ze tot het evangelie van Jezus Christus zijn bekeerd; ongeacht of dat nu is gebeurd door krachtige geestelijke gebeurtenissen of door een gelijkmatig, soms onmerkbaar proces dat alleen achteraf te herkennen is. U kunt uw klas tijdens de les ook tijd gunnen om hun ervaringen op te schrijven. (Als de tijd ontbreekt om deze oefening in de klas te voltooien, kunt u voorstellen dat ze die thuis afmaken.) Om te benadrukken dat onze bekering voortdurend hoort te zijn, kunt u voorstellen dat de klasleden regelmatig herlezen wat ze hebben geschreven en er nieuwe ervaringen aan toevoegen.

• Alma en andere personen in de Schriften hebben de metafoor van wedergeboorte gebruikt om de verandering te beschrijven die het evangelie van Jezus Christus in ons leven teweegbrengt. Ouderling David A. Bednar vergelijkt deze verandering met een komkommer die een augurk wordt (zie ‘Bijkomende leermiddelen’). Om uw klas te laten nadenken over wat deze vergelijkingen ons over bekering leren, kunt u een komkommer en een augurk mee naar de klas nemen. Of u kunt iemand vragen een baby mee te nemen en dan bespreken waarom de geboorte een goede analogie is voor wat er met Alma en de zonen van Mosiah gebeurde. (Zie Mosiah 27:23–28:7.)

Alma de jonge wordt naar het huis van zijn vader gedragen

Zijn vader was verheugd, Walter Rane

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Om uw klas te inspireren om Mosiah 29–Alma 4 in de loop van de week te lezen, kunt u zeggen dat het volk van Nephi in deze hoofdstukken een stem in hun regering werd gegeven. Wat kunnen we uit hun ervaringen leren om te proberen onze gemeenschap ten goede te beïnvloeden?

Leermiddelen (pictogram)

Bijkomende leermiddelen

Een levenslang proces.

Ouderling D. Todd Christofferson heeft gezegd: ‘In tegenstelling tot onze lichamelijke geboorte is de wedergeboorte meer een proces dan een gebeurtenis. En deelname aan dat proces is het belangrijkste doel van het sterfelijk leven.’ (‘Wederom geboren’, Liahona, mei 2008, 78.)

Bekering en augurken.

Ouderling David A. Bednar heeft in de volgende analogie geestelijke wedergeboorte vergeleken met komkommers pekelen:

‘Een augurk is een lid van de komkommerfamilie dat volgens een bepaald recept en procedé wordt ingemaakt. De eerste stappen in dat procedé bestaan uit het voorbereiden en reinigen. […]

‘De volgende stappen in het omvormingsproces waren het voor langere tijd dompelen en doorweken van de augurken in pekelnat. […] Je kunt augurken alleen maar hun kenmerkende smaak geven door ze gedurende de voorgeschreven periode volledig in het pekelnat ondergedompeld te laten. Daardoor wijzigt de samenstelling van de augurk zich geleidelijk en krijgt hij zijn transparante uiterlijk en kenmerkende smaak. Terloops besprenkelen of onderdompelen in het pekelnat brengt niet de benodigde transformatie teweeg. Een langdurige, ononderbroken en volledige onderdompeling is nodig om de gewenste verandering tot stand te brengen.

‘De laatste stap in het proces is het luchtdicht afsluiten van de geconserveerde augurken in gesteriliseerde, gezuiverde potten. De augurken worden in weckpotten verpakt, overgoten met heet pekelnat en vervolgens in een weckpan gekookt. Alle onzuiverheden moeten uit de augurken en de potten verwijderd worden zodat het eindproduct beschermd en geconserveerd kan worden. […]

‘Net zo goed als we een augurk moeten voorbereiden en reinigen alvorens hem in te maken, kunnen u en ik ons voorbereiden met ‘woorden van het geloof en door de goede leer’ (1 Timotheüs 4:6) en kunnen wij een eerste reiniging ondergaan door de verordeningen en verbonden die met het gezag van het Aäronisch priesterschap bediend worden. […]

‘Net zoals een augurk de benodigde verandering ondergaat als hij wordt ondergedompeld en doorweekt in pekelnat, worden u en ik wedergeboren als we het evangelie van Jezus Christus in ons opnemen. […] Die fase van het transformatieproces vereist tijd, doorzettingsvermogen en geduld. […]

‘Door deze procedure, waarbij de potten zich in kokend water bevinden, kan men de augurken voor langere tijd beschermen en conserveren. Wij worden op soortgelijke wijze gezuiverd en geheiligd als u en ik gewassen worden in het bloed van het Lam, wedergeboren worden, de verordeningen ontvangen en de verbonden nakomen die door het gezag van het Melchizedeks priesterschap worden bediend.’ (‘U moet wedergeboren worden’, Liahona, mei 2007, 19–21.)

Ons onderwijs verbeteren

Bereid u voor met mensen in gedachten. ‘Laat u leiden in uw planning en voorbereiding door uw kennis van diegenen die u onderwijst. […] Christelijke leerkrachten beperken zich niet tot een specifieke stijl of methode; zij willen in de eerste plaats mensen helpen hun geloof in Jezus Christus te versterken en meer zoals Hij te worden.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 7.)