Abraham en Sara

Illustratie van Abraham en Sara, Dilleen Marsh

7–13 februari

Genesis 12–17; Abraham 1–2

‘Een nog grotere navolger van gerechtigheid […] zijn’

Bedenk dat het niet nodig is – of zelfs mogelijk – om alles in dit lesschema te behandelen. Laat de Geest u leiden naar de beginselen en activiteiten waar de kinderen het meest baat bij hebben.

Schrijf uw ingevingen op

Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

De gezinnen van de kerk hebben de afgelopen week over Abraham en Sara geleerd. Laat de kinderen iets vertellen wat zij van Abraham en Sara weten.

Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Abraham 1:18; 2:8

Jezus Christus kan mij aan zijn hand leiden.

Abraham wilde rechtschapen leven, al leefden zijn familieleden slecht. De Heer zei tegen hem: ‘Ik zal u aan mijn hand leiden’ (Abraham 1:18). Zoals God Abraham beloofde dat Hij hem zou helpen, zo kan Hij ook de kinderen in uw klas leiden als zij het goede willen kiezen.

Mogelijke activiteiten

• Lees Abraham 1:18 en 2:8 voor en laat de kinderen dan vertellen welk lichaamsdeel in beide verzen genoemd wordt. Hoe zou het zijn als de Heer ons bij de hand nam of als zijn hand ons beschermde? Getuig dat Jezus ons door middel van zijn Geest leidt.

• Gebruik ‘Abraham’ (in Verhalen uit het Oude Testament) om de kinderen duidelijk te maken dat de mensen in Abrahams omgeving slechte dingen deden, maar dat Abraham het goede wilde doen en dat de Heer hem hielp. Hoe helpen onze hemelse Vader en Jezus Christus ons als wij het goede willen kiezen? Zing een liedje dat bij dit beginsel past, zoals ‘Leer mij te wand’len in ’t licht van de Heer’ (Kinderliedjes, p. 70).

• Laat een paar afbeeldingen van de Heiland zien. (Zie Evangelieplatenboek, nr. 38, 39, 40 en 41.) Wijs de kinderen op dingen die Hij met zijn handen deed. Hoe kunnen wij anderen met onze handen helpen?

Genesis 13:5–12

Ik kan een vredestichter zijn.

Toen de herders van Abraham en die van Lot onenigheid kregen doordat hun kudden niet genoeg weidegrond hadden, stelde Abraham een oplossing voor die vrede bracht. U kunt de kinderen met dit voorbeeld aanmoedigen om een vredestichter te zijn.

Mogelijke activiteiten

• Vertel het verhaal in Genesis 13:5–12 en laat de kinderen het naspelen. Laat de kinderen om de beurt Abraham, Lot en de herders spelen. Geef ze wat ideeën om Abrahams voorbeeld als vredestichter te volgen door bijvoorbeeld om de beurt met een stuk speelgoed te spelen. Laat ze uw voorbeelden ook spelen.

• Lees Mattheüs 5:9 voor en leg uit dat Jezus ons vraagt om vredestichters te zijn. Laat de kinderen bedenken wat ze thuis of bij vriendjes kunnen doen om een vredestichter te zijn. Laat ze tekenen hoe ze een vredestichter zijn. Vraag de kinderen hoe ze zich voelen als ze vredestichters zoals Jezus Christus zijn.

Genesis 15:1–6; 17:1–8; Abraham 2:9–11

Het is belangrijk om onze beloften na te komen.

Als de kinderen leren over het verbond dat God met Abraham en Sara sloot, kunnen ze beter begrijpen wat het inhoudt om je beloften na te komen. Het kan ook bijdragen tot hun voorbereiding op het sluiten en naleven van verbonden.

Mogelijke activiteiten

• Vraag de kinderen of ze weten wat een belofte of verbond is. Moedig ze aan om te vertellen over situaties waarin zij iets hebben beloofd of waarin iemand hun iets heeft beloofd. Geef desgewenst zelf enkele voorbeelden. Maak de kinderen duidelijk dat Abraham en Sara beloofden om God te gehoorzamen. Kies enkele zinsneden uit Genesis 15:1–6; 17:1–8; Abraham 2:9–11 waarin beloften van God aan hen staan. Bijvoorbeeld: ‘Wees niet bevreesd, Abram, Ik ben voor u een schild’, ‘Ik zal u vader van een menigte van volken maken’ of ‘alle geslachten van de aarde [zullen] worden gezegend’.

• Welke eenvoudige beloften voor de lesperiodes zouden de kinderen kunnen doen? U kunt ze vragen om te beloven dat ze een paar minuten op hun stoel zullen blijven zitten of aan het eind van de les hun stoel zullen wegzetten. Vertel ze over een situatie waarin u een belofte hebt gedaan en die bent nagekomen, en laat de kinderen over soortgelijke ervaringen vertellen. Maak ze duidelijk dat ze hun hemelse Vader beloften doen wanneer ze gedoopt worden en wanneer ze naar de tempel gaan.

Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Abraham 1:12–17

Mijn hemelse Vader hoort en beantwoordt mijn gebeden.

Toen Abraham in gevaar verkeerde, riep hij God aan en werd hij gered. De kinderen in uw klas hebben misschien zelf al iets met gebed beleefd waarover ze kunnen vertellen.

Mogelijke activiteiten

• Laat de afbeelding An Angel Saves Abraham (ChurchofJesusChrist.org) zien en vraag de kinderen wat zij van dat verhaal in Abraham 1:12, 15–17 afweten. Laat de kinderen deze verzen lezen en vertellen wat ze eruit leren over gebed.

• Laat de kinderen vertellen over een situatie waarin onze hemelse Vader hun gebeden heeft verhoord en vertel over een ervaring van uzelf.

Genesis 13:5–12

Ik kan een vredestichter zijn.

We hebben allemaal weleens de neiging om gefrustreerd te worden en ruzie te maken. Overweeg hoe het verhaal van Abraham en Lot de kinderen kan leren om in dergelijke situaties vredestichters te zijn.

Mogelijke activiteiten

• Schrijf Hoofdpersonen, Situatie, Probleem en Oplossing op het bord. Laat de kinderen Genesis 13:5–12 lezen en de verhaalelementen die op het bord staan opzoeken. Bedenk samen met de kinderen situaties waarin ze vredestichters kunnen zijn, bijvoorbeeld wanneer iemand ruzie zoekt of wil vechten. Laat ze dan spelen hoe ze in zulke gevallen een vredestichter kunnen zijn.

• Zoek samen de onderwerpen Vrede en Vredestichter op in de Gids bij de Schriften (schriften.ChurchofJesusChrist.org). Laat ieder kind een tekst over vrede uitkiezen en de klas deelgenoot maken van wat het heeft ontdekt. Laat ze voorbeelden geven van de Heiland als vredestichter, zoals in Lukas 22:50–51. Hoe kunnen we zijn voorbeeld volgen?

  Lot en Abraham met kudden

  Lots keuze, © Providence Collection/licensed from goodsalt.com

Genesis 17:1–8; Abraham 2:8–11

Ik kan me houden aan de verbonden die ik met mijn hemelse Vader sluit.

Vertellen over het verbond dat God met Abraham en Sara sloot, kan de kinderen over hun eigen verbonden doen nadenken.

Mogelijke activiteiten

• Laat de kinderen Genesis 17:1–8 en Abraham 2:8–11 lezen en twee lijstjes maken: eentje met wat er van Abraham werd gevraagd, en eentje met wat de Heer hem daarvoor beloofde. Wat komen we uit deze verzen over de Heer te weten?

• Toon een afbeelding van iemand die gedoopt wordt. (Zie Evangelieplatenboek, nr. 103, 104.) Vraag de kinderen om een lijstje te maken van de beloften die we bij de doop doen en de beloften die God daar tegenover stelt. Laat de kinderen die beloften eventueel in Mosiah 18:10; Leer en Verbonden 20:37, 77, 79 opzoeken. Wat kunnen we doen om onze doopverbonden na te leven?

Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Geef de kinderen een briefje mee waarin u hun huisgenoten vraagt om er aandacht aan te besteden wanneer de kinderen een vredestichter zijn, een belofte nakomen of iets anders doen wat in de les besproken is.

Ons onderwijs verbeteren

Kinderen zitten boordevol energie. Soms lijkt het misschien of die energie van het leerproces afleidt, maar u kunt van hun energie gebruikmaken voor het leren. Laat ze een verhaal uitbeelden of gebaren maken die bij een verhaal of liedje passen. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland, 25–26.)

doe-pagina: Het is belangrijk dat ik mijn beloften nakom