Kom dan en volg Mij
25 november–1 december. 1 en 2 Petrus: “Verheugt u […] met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde”


‘25 november–1 december. 1 en 2 Petrus: “Verheugt u […] met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde”’ Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘25 november–1 december. 1 en 2 Petrus’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2019

Afbeelding
Jezus Christus verkondigt het evangelie in de geestenwereld

Christus predikt in de geestenwereld, Robert T. Barrett

25 november–1 december

1 en 2 Petrus

‘Verheugt u […] met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde’

Begin uw studie van 1 en 2 Petrus met een gebed. Denk eraan dat persoonlijke en gezinsstudie de beste manieren zijn om u op een les voor te bereiden.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Toon de afbeelding in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen. Vraag de kinderen wat ze over Petrus weten. Vertel dat Petrus na de opstanding van Jezus de leider van de kerk was, en dat 1 Petrus en 2 Petrus brieven van hem aan de kerkleden van die tijd zijn.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Kleine kinderen

1 Petrus 1:6–7; 3:14

Ik kan ook in moeilijke tijden gelukkig zijn.

Hoe kunt u de kinderen door deze verzen aanleren om zich in tegenspoed tot de Heiland te wenden?

Mogelijke activiteiten

  • Vraag de kinderen welke moeilijke dingen Jezus heeft meegemaakt, zoals zijn kruisiging. Leg uit dat iedereen moeilijke tijden meemaakt. Lees samen 1 Petrus 1:6–7; 3:14 en vertel over een situatie die een ‘beproeving van uw geloof’ was. U kunt eventueel ook vertellen over het gebed dat de profeet Joseph Smith in de gevangenis in Liberty uitsprak, en hoe God hem troostte (zie LV 121:1–8; 123:17). Hoe kunnen wij dankzij ons geloof in Jezus vreugde ervaren in moeilijke tijden?

    Afbeelding
    Joseph Smith in de gevangenis te Liberty

    Joseph Smith in de gevangenis te Liberty, Greg K. Olsen

  • Zing met de klas een liedje over geluk, zoals ‘Ik werk mee aan Gods plan voor mij’ (Kinderliedjes, 86–87).

1 Petrus 2:9–12

Mijn hemelse Vader wil dat ik een voorbeeld voor anderen ben.

Petrus heeft gezegd dat wij ‘Gods volk’ zijn en dat onze goede werken ‘God verheerlijken’.

Mogelijke activiteiten

  • Noem of toon afbeeldingen van dingen die boven hun omgeving uitsteken. Zo steekt een tempel boven de omliggende gebouwen uit, en torent een berg boven een dal uit. Leg uit dat wij opvallen en dat andere mensen ons goede voorbeeld zien als wij de geboden onderhouden. Vertel over de keren dat u de kinderen ‘goede werken’ hebt zien doen. Leg uit dat dergelijke goede werken ‘God verheerlijken’. Ze dragen ertoe bij dat anderen God meer liefhebben en Hem willen dienen.

  • Voer samen de activiteit op de doe-pagina uit. Op welke manier verheerlijken de aangeduide kinderen God?

1 Petrus 3:18–20; 4:6

De geesten in de geestenwereld komen meer over het evangelie te weten.

Na zijn dood ging Jezus naar de geestenwereld waar Hij de rechtschapen geesten uitstuurde om andere geesten die het evangelie nog niet hadden aanvaard, te onderwijzen.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel de kinderen over het overlijden van iemand die u kende. Leg uit dat de geest van overleden mensen hun lichaam verlaat en naar de geestenwereld gaat. Lees 1 Petrus 3:19 en leg uit dat Jezus na zijn dood de geestenwereld bezocht. Daar gaf Hij de rechtschapen geesten de opdracht om het evangelie te onderwijzen aan andere geesten die het evangelie nog niet hadden aanvaard (zie LV 138:30).

  • Zet een rij stoelen in het midden van het lokaal om de klas in tweeën te verdelen. Laat enkele kinderen aan de ene kant van de rij stoelen gaan staan. Zij stellen de geesten in de geestenwereld voor die zich tijdens hun aardse leven niet lieten dopen. Geef een van de andere kinderen een grote papieren sleutel waarop u ‘doop voor de doden’ hebt geschreven. Laat dat kind de rij stoelen weghalen. Leg vervolgens uit dat kerkleden vanaf de leeftijd van 12 jaar naar de tempel kunnen gaan en zich laten dopen voor hun voorouders die tijdens hun aardse leven niet zijn gedoopt. Zo kunnen die voorouders het evangelie in de geestenwereld aannemen.

  • Laat de kinderen een eenvoudige stamboom invullen.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Grote kinderen

1 Petrus 3:12–17; 4:13–14, 16

Ik kan ook in moeilijke tijden vreugde en gemoedsrust vinden.

Wellicht zijn de kinderen in uw klas weleens uitgelachen of bespot om hun geloof. Deze verzen kunnen hen in dergelijke situaties helpen.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel enkele verhalen waarin Jezus werd vervolgd, of laat de kinderen ze lezen, zoals Mattheüs 12:9–14 of Lukas 22:47–54. Vraag de kinderen of ze weleens uitgelachen of bespot zijn omdat ze het evangelie naleefden. Lees samen 1 Petrus 3:12–14; 4:13–14, 16. Wat heeft Petrus over lijden ‘vanwege de gerechtigheid’ gezegd? Hoe kunnen we ons toch gelukkig voelen als anderen ons uitlachen omdat we het goede doen?

  • Laat een lid van de wijk vertellen over een situatie waarin hij of zij vreugde of gemoedsrust tijdens een beproeving voelde. Of u kunt vertellen hoe de profeet Joseph Smith gemoedsrust vond toen hij in Liberty in de gevangenis zat (zie LV 121:1–8; 123:17). Hoe kunnen we vreugde en gemoedsrust vinden tijdens onze beproevingen?

1 Petrus 3:15

Ik ben altijd bereid om over het evangelie te vertellen.

De kinderen in uw klas zullen in hun leven vaak de kans krijgen om vragen over hun geloof te beantwoorden. Overweeg hoe u hen kunt helpen om ‘altijd bereid [te zijn] tot verantwoording’.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel over een situatie waarin iemand u een vraag over de kerk stelde, en vertel of u daarop voorbereid was. Vraag de kinderen wanneer mensen hun weleens vragen over de kerk hebben gesteld. Lees samen 1 Petrus 3:15. Hoe kunnen wij de raad van Petrus in die verzen opvolgen?

  • Bedenk samen enkele vragen die mensen over de leringen van de kerk kunnen stellen. Laat de kinderen om de beurt bedenken hoe ze die vragen zouden beantwoorden, zodat ze zich beter voorbereid voelen.

1 Petrus 3:18–20; 4:6

De geesten in de geestenwereld komen meer over het evangelie te weten.

Maak de kinderen duidelijk dat de rechtschapenen na hun dood naar de geestenwereld gaan om het evangelie te onderwijzen aan hen die het tijdens hun aardse leven niet hebben ontvangen.

Mogelijke activiteiten

  • Teken op het bord een cirkel en verdeel die in twee helften. Schrijf Paradijs in de geestenwereld in de ene helft en Gevangenis in de geestenwereld in de andere. Laat een van de kinderen 1 Petrus 3:18–20; 4:6 voorlezen. (Zie 1 Petrus 4:6, in de Gids bij de Schriften, voor de Bijbelvertaling van Joseph Smith.) Leg uit dat Jezus na zijn dood naar het paradijs in de geestenwereld ging. Hij gaf de rechtschapen geesten de opdracht om het evangelie te onderwijzen aan de geesten in de gevangenis.

  • Vraag een van de ouders of een oudere broer of zus om te vertellen over de tempel en het werk dat ze voor een van hun voorouders hebben gedaan.

  • Laat de kinderen een eenvoudige stamboom invullen.

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Moedig de kinderen aan om hun stamboom thuis te laten zien en hulp te vragen om hem te vervolledigen.

Ons onderwijs verbeteren

Probeer de kinderen in uw klas beter te leren kennen. Als u de kinderen in uw klas goed kent, kunt u de ideeën in dit schema aanpassen zodat ze beter bij de behoeften van de kinderen aansluiten. U mag alle activiteiten in dit schema gebruiken. U hoeft zich niet te beperken tot wat bij uw leeftijdsgroep staat vermeld. (Zie Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland7.)