Kom dan en volg Mij
21–27 oktober. 1 en 2 Thessalonicenzen: “Dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt”


‘21–27 oktober. 1 en 2 Thessalonicenzen: “Dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt”’ Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Nieuwe Testament 2019 (2019)

‘21–27 oktober. 1 en 2 Thessalonicenzen’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2019

Afbeelding
zendelingzusters spreken met een jongeman

21–27 oktober

1 en 2 Thessalonicenzen

‘Dat u niet snel aan het wankelen wordt gebracht of verschrikt’

Als u 1 en 2 Thessalonicenzen met een gebed in uw hart en met de kinderen voor ogen leest, ontdekt u welke beginselen ze moeten begrijpen.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Hebt u de kinderen vorige week aangemoedigd om toe te passen wat ze hadden geleerd? Neem een paar minuten de tijd om de kinderen te laten vertellen hoe dat is gegaan.

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Kleine kinderen

1 Thessalonicenzen 5:1–6

Als ik Gods geboden volg, ben ik klaar voor de wederkomst van Jezus Christus.

De raad van Paulus helpt ons klaar te zijn voor, en uit te kijken naar die grote dag waarop de Heiland weer naar de aarde komt.

Mogelijke activiteiten

  • Nodig een moeder uit om te vertellen hoe ze zich voelde toen ze op de geboorte van haar baby wachtte, zonder precies te weten wanneer dat zou gebeuren. Lees 1 Thessalonicenzen 5:2–3. Vertel de kinderen dat Jezus Christus weer naar de aarde zal komen, maar niemand weet precies wanneer, evenmin als een moeder precies weet wanneer haar baby geboren zal worden.

  • Vraag de kinderen wanneer ze zich weleens op een reisje of een gebeurtenis hebben voorbereid. Hoe hebben ze zich toen voorbereid? Neem een reiskoffer of een tas mee en laat de kinderen doen alsof ze moeten inpakken voor een reisje of een gebeurtenis. Leg uit dat wij ons op de wederkomst van Jezus Christus voorbereiden door te bidden, de Schriften te lezen, de profeet te volgen en elke dag een rechtschapen leven te leiden. Laat de kinderen tekenen hoe ze dat kunnen doen, en stop de tekeningen in de reiskoffer.

  • Lees 1 Thessalonicenzen 5:6 voor. Leg uit dat, als wij ons niet op de wederkomst van Jezus voorbereiden, het is alsof wij slapen en niet klaar voor Hem zijn. Laat de kinderen doen alsof ze slapen. Leg uit dat het lijkt alsof we wakker zijn en op Hem wachten, als we ons voorbereiden. Laat de kinderen doen alsof ze wakker worden. Zing samen ‘Bij zijn wederkomst’ (Kinderliedjes, 46–47).

2 Thessalonicenzen 2:1–3

Paulus heeft gezegd dat er vóór de wederkomst van Jezus Christus een afval zou zijn.

De kerk die Jezus Christus had gesticht, verviel uiteindelijk tot afvalligheid. Dat houdt in dat het priesterschapsgezag en evangeliewaarheden van de aarde werden weggenomen. Paulus heeft geprofeteerd dat deze afval zou gebeuren vóór de wederkomst van de Heiland.

Mogelijke activiteiten

  • Nadat u samen 2 Thessalonicenzen 2:3 hebt gelezen, bouwt u een toren van plastic bekers of blokken. Leg uit dat de bekers of blokken belangrijke delen van de ware kerk voorstellen, zoals evangeliewaarheden, het priesterschap, tempelverzegelingen en profeten. Na de dood van Paulus en de andere apostelen zijn deze dingen verloren gegaan, en gedurende lange tijd was de kerk niet meer op aarde. Laat een kind de toren omduwen, en leg uit dat dat ‘de afval’ wordt genoemd. Toen Jezus Christus zijn kerk weer vestigde, werd dat ‘de herstelling’ genoemd. (Zie ‘Afval’, Trouw aan het geloof, 7–8.)

  • Laat een Boek van Mormon en een foto van de profeet en van een tempel zien. Laat de kinderen ‘afval’ zeggen als u die voorwerpen in een tas verstopt, en ‘herstelling’ als u ze weer tevoorschijn haalt.

  • Zing liedjes over waarheden die tijdens de afval verloren zijn gegaan, maar in onze tijd weer zijn hersteld, zoals ‘Ik ben een kind van God’, ‘De Kerk van Jezus Christus’ en ‘Ik kijk graag naar de tempel’ (Kinderliedjes, 2–3, 48, 99).

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

In de leer onderwijzen

Grote kinderen

1 Thessalonicenzen 5:1–6

Als ik Gods geboden volg, ben ik klaar voor de wederkomst van Jezus Christus.

De raad van Paulus helpt ons klaar te zijn voor, en uit te kijken naar die grote dag waarop de Heiland weer naar de aarde komt.

Mogelijke activiteiten

  • Laat een kind 1 Thessalonicenzen 5:1–6 voorlezen terwijl de andere kinderen meelezen. Laat elk vers door een kind in zijn of haar eigen woorden samenvatten. Leg uit dat ‘de dag van de Heere’ naar de wederkomst van Jezus Christus verwijst. Waarom zou de wederkomst worden vergeleken met een dief in de nacht of een vrouw die een baby gaat krijgen?

  • Laat de kinderen zich voorstellen dat Jezus vandaag in de klas op bezoek komt. Hoe kunnen we het lokaal klaarmaken voor zijn bezoek? Bedenk samen manieren waarop wij ons op de dag van de wederkomst van Jezus Christus kunnen voorbereiden. Mogelijke antwoorden: we kunnen ons bekeren, anderen vergeven, onze gezinsbanden versterken, de profeet volgen en onze verbonden naleven. Moedig de kinderen aan om iets te kiezen wat ze gaan doen om de Heiland bij zijn wederkomst te kunnen verwelkomen.

2 Thessalonicenzen 2:1–3

Paulus heeft gezegd dat er vóór de wederkomst van Jezus Christus een afval zou zijn.

Als de kinderen begrijpen dat de kerk van Jezus Christus en zijn evangelie tijdens de grote afval van de aarde waren weggenomen, zal het hun duidelijker worden dat er een herstelling nodig was.

Mogelijke activiteiten

  • Laat een kind 2 Thessalonicenzen 2:1–3 voorlezen. Wat moest er volgens deze verzen vóór ‘de dag van Christus’, oftewel de wederkomst, gebeuren? Weten de kinderen wat met ‘de afval’ wordt bedoeld? Leg uit dat ‘de afval’ verwijst naar ‘de grote afval’, die na de dood van de apostelen van de Heiland plaatsvond. U kunt voorlezen wat er bij ‘Afval’, staat in het boekje Trouw aan het geloof, 7–8.

  • Maak samen met de kinderen op het bord een lijst van waarheden en zegeningen waar we dankzij het evangelie van kunnen genieten. (Mogelijke antwoorden: tempels, profeten, het priesterschap, de gave van de Heilige Geest) Wis deze antwoorden één voor één, en vraag de kinderen hoe hun leven eruit zou zien zonder die dingen. Leg uit dat die waarheden in de grote afval verloren zijn gegaan. Waarom was het belangrijk dat de kerk van Jezus Christus in deze laatste dagen op aarde werd hersteld? Laat de kinderen de waarheden en zegeningen ‘herstellen’, oftewel weer op het bord schrijven.

2 Thessalonicenzen 3:7–13

Mijn hemelse Vader wil dat ik werk.

Hoe kunt u de kinderen duidelijk maken dat werken een zegen is, en niet iets om te ontwijken?

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen beurtelings een vers uit 2 Thessalonicenzen 3:7–13 voorlezen en opzoeken met welk probleem de heiligen te maken hadden. Waarom wil onze hemelse Vader dat wij werken? Wat zou er gebeuren als we nooit hard leerden werken? Laat de kinderen om de beurt een eenvoudig klusje uitbeelden, en laat de anderen het raden.

  • Vraag de kinderen wanneer ze weleens hard hebben gewerkt aan een opdracht, een project of een doel. Hoe voelden ze zich toen ze klaar waren? Wat betekent ‘word niet moe goed te doen’? (2 Thessalonicenzen 3:13)

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Moedig de kinderen aan om thuis of aan een vriend te vertellen waarom ze dankbaar zijn dat het evangelie nu op aarde is. De doe-pagina van deze week kan daarbij een hulpmiddel zijn.

Ons onderwijs verbeteren

Ondersteun de ouders van de kinderen. ‘Ouders zijn de belangrijkste evangelieleerkrachten van hun kinderen – zij hebben zowel de hoofdverantwoordelijkheid als de grootste macht om hun kinderen te beïnvloeden (zie Deuteronomium 6:6–7). Zoek onder gebed naar manieren om tijdens uw onderwijs van kinderen in de kerk hun ouders in hun fundamentele rol te ondersteunen.’ (Onderwijzen naar het voorbeeld van de Heiland25.)