Kom dan en volg Mij
9–15 maart. Jakob 1–4: ‘Wees met God verzoend door de verzoening van Christus.’


‘9–15 maart. Jakob 1–4: “Wees met God verzoend door de verzoening van Christus”’ Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: Boek van Mormon 2020 (2020)

‘9–15 maart. Jakob 1–4’, Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk: 2020

Afbeelding
een vrouw knielt aan de voeten van Jezus

Vergeving, Greg K. Olsen

9–15 maart

Jakob 1–4

Wees met God verzoend door de verzoening van Christus

Overdenk terwijl u Jakob 1–4 leest welke beginselen in deze hoofdstukken voor de kinderen in uw klas het belangrijkst zijn. Zoek geestelijke leiding zodat u te weten komt hoe u in deze beginselen kunt onderwijzen, en schrijf uw ingevingen op.

Schrijf uw ingevingen op

Afbeelding
Meedoen (pictogram)

Meedoen stimuleren

Vraag de kinderen wat zij of hun familie deze week hebben gedaan om meer uit Jakob 1–4 te weten te komen. Vraag ze ook wat ze zich nog van de vorige les herinneren. Welke vragen kunt u daartoe stellen?

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Kleine kinderen in de leer onderwijzen

Jakob 1:6–8, 18; 2:1–11

God roept kerkleiders die mij helpen om Jezus Christus te volgen.

Laat de kinderen inzien dat ze gezegend worden als ze de raad van de kerkleiders opvolgen.

Mogelijke activiteiten

  • Maak eenvoudige poppetjes die Jakob en Jozef, de jongere broers van Nephi, voorstellen. Zij waren kerkleiders. Lees enkele verzen uit Jakob 1 en 2 om te verduidelijken waartoe kerkleiders worden geroepen. Enkele voorbeelden: onze leiders bewegen ons om ‘in Christus [te] geloven’ (Jakob 1:8), ze sporen ons aan om ons te bekeren (zie Jakob 2:5–6, 9–10) en ze verkondigen ‘het woord van God’ (Jakob 2:2, 11). Laat de kinderen deze dingen met behulp van de poppetjes naspelen.

  • Laat de kinderen enkele kerkleiders noemen die ze kennen, zoals bijvoorbeeld hun jeugdwerkleidsters, leden van de bisschap, en profeten en apostelen. Bedenk samen hoe deze leiders ons tot zegen zijn.

Afbeelding
twee mannen schudden elkaar de hand aan een bureau

Onze kerkleiders helpen ons Jezus Christus te volgen.

Jakob 2:12–14, 17–21

Ik kan mensen in nood helpen door met hen te delen.

Beseffen de kinderen in uw klas dat ze worden gezegend als ze met mensen in nood delen? Hoe kunt u ze duidelijk maken dat onze hemelse Vader en Jezus willen dat ze andere mensen helpen?

Mogelijke activiteiten

  • Vertel dat sommige mensen in de tijd van Jakob erg rijk waren, maar dat ze hun bezittingen niet met arme mensen wilden delen. Lees Jakob 2:17–19 om de kinderen duidelijk te maken wat Jakob deze mensen leerde. Laat de kinderen afbeeldingen of voorwerpen vasthouden die woorden of zinnen in die verzen illustreren.

  • Laat de kinderen uitbeelden hoe ze kunnen delen met iemand in nood. Getuig dat we worden gezegend als we met anderen delen.

  • Neem iets mee wat u met de kinderen in uw klas kunt delen. Geef elk kind iets, en leg uit dat u met hen deelt. Vraag ze hoe ze zich voelden toen u met hen deelde. Hoe voelen ze zich als zij met anderen delen? Bedenk samen wat ze kunnen delen om iemand gelukkig te maken.

Jakob 4:6

Ik kan mijn geloof in Jezus Christus versterken.

Omdat Jakob een rechtschapen leven leidde ondanks de goddeloosheid om hem heen, werd zijn geloof onwankelbaar sterk. Hoe kunt u de kinderen duidelijk maken wat onwankelbaar geloof inhoudt?

Mogelijke activiteiten

  • Vraag de kinderen wat ze doen om hun lichaam sterker te maken. Hoe kunnen wij ons geloof sterker maken? Laat de kinderen in Jacob 4:6 zoeken wat Jakob en zijn volk deden om hun geloof ‘onwankelbaar’ te maken.

  • Zing met de klas ‘De wijze en de dwaze man’ (Kinderliedjes, 132). Teken op de ene kant van het bord een huis dat op zand is gebouwd. Teken op de andere kant van het bord een huis dat op een rots is gebouwd. Neem zo mogelijk wat zand en een steen mee naar de klas. Welk van de twee is het stevigst? Willen we dat ons geloof lijkt op het zand of op de steen?

Afbeelding
Onderwijs (pictogram)

Grote kinderen in de leer onderwijzen

Jakob 1:6–8, 18; 2:1–6, 11

God roept kerkleiders die mij helpen om Jezus Christus te volgen.

De kinderen in uw klas worden gezegend als ze de raad van de kerkleiders vertrouwen en opvolgen.

Mogelijke activiteiten

  • Lees samen Jakob 1:6–8 en 2:1–6, 11. Laat de kinderen zinsneden opzoeken die weergeven hoe Gods dienstknechten de kerk leiden. Laat ze die zinsneden op een blaadje papier schrijven dat u vervolgens aan het bord hangt. Waarom roept God kerkleiders om ons te leiden? Laat de kinderen vertellen over ervaringen waarbij een kerkleider of leerkracht hun iets heeft geleerd of hen heeft geleid, en welke zegeningen ze toen ontvingen.

  • Laat de kinderen een kerkleider tekenen en laat de klas raden wie ze hebben getekend. Hoe helpen deze leiders ons om Jezus Christus te volgen? Moedig de kinderen aan om hun kerkleiders in een briefje te bedanken voor hun hulp.

  • Nodig een plaatselijke kerkleider uit om de kinderen te vertellen wat zijn of haar roeping inhoudt. Vraag de kinderen wat ze kunnen doen om hun leiders te steunen.

Jakob 2:12–14, 17–21

Ik kan anderen gelukkig maken door met hen te delen.

Ware volgelingen van Jezus Christus zijn bereid om wat ze hebben met anderen te delen. Moedig de kinderen aan om mensen in nood vreugde te brengen door met hen te delen.

Mogelijke activiteiten

  • Vertel de kinderen dat veel mensen in de tijd van Jakob hoogmoedig en onvriendelijk werden, omdat ze hun hart op hun rijkdommen hadden gezet (zie Jakob 2:12–14, 17–21). Laat enkele kinderen Jakob 2:17–19 voorlezen en zorg ervoor dat ze alle woorden begrijpen. Wat moeten we zoeken voordat we naar rijkdom streven? Wat moeten we doen met de rijkdom die we ontvangen?

  • Lees Jakob 2:17 voor. Welke zegeningen heeft onze hemelse Vader met ons gedeeld? Waarom wil Hij dat we met anderen delen? Laat de kinderen vertellen wanneer ze iets met iemand hebben gedeeld. Vraag hoe zij zich voelden en hoe de andere persoon zich voelde.

Jakob 4:4–13, 17

Ik kan mijn geloof in Jezus Christus versterken.

Jakobs geloof werd onwankelbaar toen hij de woorden van profeten onderzocht en zelf een getuigenis ontving (zie Jakob 4:6). Hoe kunt u de kinderen naar een onwankelbaar geloof laten verlangen?

Mogelijke activiteiten

  • Laat de kinderen denken aan dingen die in de loop der tijd sterk en stevig worden, zoals een dikke boom. In welk opzicht lijkt geloof op de dingen waaraan ze dachten? Welke zinsneden in Jakob 4:6, 10–11 beschrijven wat we kunnen doen om ons geloof onwankelbaar te maken? Laat de kinderen op het bord een lijstje maken van dingen die ze kunnen doen om hun geloof in Jezus Christus te versterken.

  • Vertel het verhaal van de boom die in een omgeving met veel wind groeit. Het staat in de toespraak ‘Geestelijke wervelwinden’ van ouderling Neil L. Andersen (Liahona, mei 2014, 18–21). Waarom is het belangrijk dat ons geloof zo onwankelbaar en sterk als de stam van een boom is? Wat stellen de wervelwinden voor? Hoe kunnen wij een onwankelbaar geloof ontwikkelen? Bedenk samen andere voorbeelden die we met een onwankelbaar geloof kunnen vergelijken.

Afbeelding
Studie (pictogram)

Thuisstudie stimuleren

Moedig de kinderen aan om iets te bedenken wat ze thuis kunnen delen, zoals iets wat ze vandaag in de klas hebben geleerd. Geef ze volgende week de kans om te vertellen hoe dat is gegaan.

Ons onderwijs verbeteren

Spoor de kinderen tot eerbied aan. Maak ze duidelijk dat aan onze hemelse Vader en Jezus Christus denken een belangrijk aspect van eerbied is. U kunt de kinderen tot eerbied aansporen door zachtjes een liedje te zingen of te neuriën, of door een afbeelding van Jezus te tonen.