Oude Testament 2022
16–22 mei. Deuteronomium 6–8; 15; 18; 29–30; 34: ‘Wees dan op uw hoede dat u de Heere […] niet vergeet’


‘16–22 mei. Deuteronomium 6–8; 15; 18; 29–30; 34: “Wees dan op uw hoede dat u de Heere […] niet vergeet”’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: Oude Testament 2022 (2021)

‘16–22 mei. Deuteronomium 6–8; 15; 18; 29–30; 34’, Kom dan en volg Mij – voor personen en gezinnen: 2022

Afbeelding
Mozes op een berg

Illustratie, Mozes op de berg Nebo, © Providence Collection/licentie van goodsalt.com

16–22 mei

Deuteronomium 6–8; 15; 18; 29–30; 34

‘Wees dan op uw hoede dat u de Heere […] niet vergeet’

Mozes gebood de kinderen van Israël om hun kinderen de woorden van de Heer te leren (zie Deuteronomium 6:7). Bedenk bij het bestuderen van Deuteronomium deze week manieren om het geleerde met uw gezinsleden te delen.

Schrijf uw ingevingen op

De aardse bediening van Mozes begon toen God op een berg vanuit een brandende struik tot hem sprak (zie Exodus 3:1–10). En zij kwam veertig jaar later ook weer ten einde op een berg toen God Mozes vanaf de top van de berg Nebo een blik op het beloofde land bood (zie Deuteronomium 34:1–4). Mozes had zijn leven gewijd aan het voorbereiden van de kinderen van Israël om dat beloofde land binnen te gaan, en in het boek Deuteronomium vinden we zijn laatste instructies, herinneringen, aansporingen en smeekbeden aan de Israëlieten. Als u zijn woorden leest, wordt duidelijk dat het werkelijke doel van Mozes – de voorbereiding die het volk nodig had – niet draaide om overleven in de woestijn, het overwinnen van andere volken of het opbouwen van een gemeenschap. Het ging hem erom dat ze God leerden liefhebben, gehoorzamen en trouw blijven. Dat is de voorbereiding die we allemaal nodig hebben om het beloofde land van het eeuwige leven in te gaan. Dus hoewel Mozes nooit het ‘land dat overvloeit van melk en honing’ (Exodus 3:8) betrad, ging hij wegens zijn geloof en getrouwheid wél naar het beloofde land dat God heeft bereid voor allen die Hem volgen.

Zie ‘Deuteronomium’ in de Gids bij de Schriften voor een overzicht van Deuteronomium.

Afbeelding
individuele studie (pictogram)

Ideeën voor individuele Schriftstudie

Deuteronomium 6:4–7; 8:2–5, 11–17; 29:18–20; 30:6–10, 15–20

De Heer wil dat ik Hem met heel mijn hart liefheb.

In zijn laatste leringen herinnerde Mozes de kinderen van Israël hieraan: ‘Deze veertig jaar is de Heere, uw God, met u geweest. Het heeft u aan niets ontbroken’, zelfs al waren ze in de woestijn (Deuteronomium 2:7). Nu de Israëlieten het beloofde land binnengingen, met ‘steden, die [ze] niet gebouwd [hadden], huizen, vol van allerlei kostbare dingen, waarmee [zij] ze niet gevuld [hadden]’ (Deuteronomium 6:10–11), was Mozes bang dat ze hun hart zouden verharden en de Heer zouden vergeten.

Evalueer bij het lezen van Mozes’ raad de toestand van uw eigen hart. Concentreer u eventueel op de volgende verzen en schrijf uw ingevingen op:

Hoe kunt u voorkomen dat u uw hart verhardt en zorgen dat u de Heer met heel uw hart liefhebt? Welk verband ziet u tussen Deuteronomium 6:5–6 en Mattheüs 22:35–40? (Zie ook Leviticus 19:18.)

Zie ook Dieter F. Uchtdorf, ‘Een verlangen naar huis’, Liahona, november 2017, 21–24.

Deuteronomium 6:4–12, 20–25

‘Wees dan op uw hoede dat u de Heere […] niet vergeet.’

Veel Israëlieten uit de generatie die het beloofde land bereikte, hadden de plagen in Egypte niet gezien en waren de Rode Zee niet overgestoken. Mozes wist dat zij, en toekomstige generaties, Gods wonderen en wetten zouden moeten gedenken om Gods volk te blijven.

Welke raad geeft Mozes in Deuteronomium 6:4–12, 20–25 om u te herinneren aan de geweldige dingen die God voor u heeft gedaan? Waartoe wordt u geïnspireerd om te zorgen dat het woord van de Heer dagelijks ‘in uw hart’ is? (Vers 6.)

Hoe geeft u uw geloof aan toekomstige generaties door?

Zie ook Deuteronomium 11:18–21; Gerrit W. Gong, ‘Hem altijd indachtig zijn’, Liahona, mei 2016, 108–111; Bible Dictionary, ‘Frontlets or phylacteries’.

Deuteronomium 15:1–15

Om de behoeftigen te helpen, moeten we gulle handen en een bereidwillig hart hebben.

In Deuteronomium 15:1–15 staan raadgevingen voor hulp aan de armen en behoeftigen, inclusief enkele praktijken die tegenwoordig niet gebruikelijk zijn. Maar let op de redenen in deze verzen om de armen te helpen, en hoe belangrijk de Heer onze houding tegenover hulp aan die mensen vindt. Wat wil de Heer volgens u dat u uit deze verzen leert over dienstbetoon?

Zie ook Russell M. Nelson, ‘Het tweede grote gebod’, Liahona, november 2019, 96–100.

Deuteronomium 18:15–19

Jezus Christus is de Profeet die net als Mozes opgewekt zou worden.

Petrus, Nephi, Moroni en de Heiland zelf hebben allemaal de profetie genoemd die in Deuteronomium 18:15–19 staat (zie Handelingen 3:20–23; 1 Nephi 22:20–21; Geschiedenis van Joseph Smith 1:40; 3 Nephi 20:23). Wat komt u uit deze verzen over de Heiland te weten? In welk opzicht is de Heiland ‘zoals’ Mozes? (Deuteronomium 18:15.)

Afbeelding
Jezus knielt en houdt een man vast

Jezus Christus is de profeet die zoals Mozes was.

Deuteronomium 34:5–8

Wat gebeurde er met Mozes?

Hoewel er in Deuteronomium 34:5–8 staat dat Mozes stierf, is het in onze tijd duidelijk geworden dat hij opgenomen of veranderd werd, zodat hij tot de opstanding geen pijn zou hebben of zou sterven (zie Alma 45:18–19; Gids bij de Schriften, ‘Mozes’; Gids bij de Schriften, ‘Opgenomen mensen’, schriften.ChurchofJesusChrist.org). Mozes moest opgenomen worden omdat hij een stoffelijk lichaam nodig had zodat hij Petrus, Jakobus en Johannes op de berg van verheerlijking priesterschapssleutels kon geven (zie Mattheüs 17:1–13).

Afbeelding
studie in gezinsverband (pictogram)

Ideeën voor gezinsschriftstudie en de thuisavond

Deuteronomium 6:10–15.Deze verzen kunnen uw gezinsleden aan het denken zetten over zegeningen die uw gezin heeft gekregen. Hoe kunnen we de raad ‘wees dan op uw hoede dat u de Heere [… ] niet vergeet’opvolgen? (Deuteronomium 6:12.) Schrijf eventueel in een dagboek of op FamilySearch wat u van uw zegeningen vindt.

Deuteronomium 6:13, 16; 8:3.Die verzen hielpen de Heiland op een belangrijk moment in zijn leven; lees er samen over in Mattheüs 4:1–10. Aan welke Schriftuurpassages hebben wij in tijden van nood iets gehad?

Deuteronomium 7:6–9.Doe iets om uw gezinsleden het gevoel te geven dat ze veel voor u betekenen. Maak bijvoorbeeld hun lievelingskostje. Daarna kunt u Deuteronomium 7:6–9 lezen, en bespreken wat het volgens u betekent om het ‘persoonlijk eigendom’ (vers 6) van de Heer te zijn.

Deuteronomium 29:12–13.Als u Deuteronomium 29:12–13 bespreekt, biedt dit uw gezinsleden de gelegenheid om verbonden te bespreken die ze met hun hemelse Vader zullen sluiten of hebben gesloten. Wat houdt het in om Gods ‘eigendom’ te zijn? Hoe ‘bevestig[en]’ onze verbonden ons ‘voor [God] tot een volk’? (Vers 13.)

U vindt meer ideeën voor onderwijs aan kinderen in het lesschema van deze week in Kom dan en volg Mij – voor het jeugdwerk.

Aanbevolen liedje: ‘Ik leef naar het evangelie’ (Kinderliedjes, p. 72).

Uw individuele studie verbeteren

Doe zelf geestelijke inzichten op. Dit schema draagt suggesties voor passages en beginselen aan, maar laat die suggesties u niet in uw studie beperken. U kunt bij uw studie een beginsel ontdekken dat hier niet genoemd wordt. Laat u door de Geest leiden naar hetgeen u moet leren.

Afbeelding
Mozes op een berg

De Here liet hem het hele land zien, Walter Rane