‘3 Nephi 6–7: Hoogmoed leidt tot verdeeldheid en vernietiging’, Het Boek van Mormon — cursistenboek (2024)
‘3 Nephi 6–7’, Het Boek van Mormon — cursistenboek
3 Nephi 6–7
Hoogmoed leidt tot verdeeldheid en vernietiging
Heb je weleens meegemaakt dat sommige mensen die geweldige ervaringen met God hebben gehad zich na verloop van tijd toch van Hem afkeren? God beschermt de Nephieten tegen de rovers van Gadianton. Ze keren terug naar hun huis en beginnen hun leven weer op te bouwen. Satan gebruikt hoogmoed en verdeeldheid om het volk in opstand tegen God te brengen. Als gevolg daarvan valt de regering en wordt het volk in stammen verdeeld. In deze les krijg je meer inzicht in de gevolgen van hoogmoed en hoe je hoogmoed kunt overwinnen door de Heiland te volgen.
-
Kan iemand het volgende zijn:
-
Rijk en nederig?
-
Arm en hoogmoedig?
-
Geleerd en nederig?
-
Ongeleerd en hoogmoedig?
Bedenk waarom sommige mensen in deze tijd hoogmoedig zijn. Welke invloed heeft hoogmoed op jou, op anderen en op de samenleving? Overweeg tijdens je studie hoe deze les op jouw leven en omstandigheden van toepassing is.
De voortdurende verleidingen van Satan
Nadat de Nephieten Giddianhi en de rovers van Gadianton met de hulp van de Heer hebben verslagen, maken ze ‘een eind aan al die goddeloze en geheime en gruwelijke verenigingen’ (3 Nephi 5:6). Ze keren terug naar huis en beginnen hun leven weer op te bouwen. Maar Satan probeert de mensen voortdurend te misleiden om hem te volgen. In korte tijd veranderen de Nephieten. In 3 Nephi 6–7 laat Mormon ons zien wat het volk deed waardoor velen om het leven kwamen bij de verwoestingen die voorafgingen aan de komst van de Heiland in Amerika (zie 3 Nephi 8). Deze leringen verklaren ook waarom anderen voorbereid waren op de verschijning van Christus bij de tempel in het land Overvloed (zie 3 Nephi 11).
Maak een tabel zoals de volgende. Lees de teksten en vul in wat je over de toestand van het volk te weten komt.
|
Het 26e jaar (3 Nephi 6:4–9) |
Het 29e jaar (3 Nephi 6:10–18) |
|---|---|
Het 26e jaar (3 Nephi 6:4–9) | Het 29e jaar (3 Nephi 6:10–18) |
-
Wat was de oorzaak van deze verandering in zo’n korte tijd?
-
Welke waarheden komen we door deze voorbeelden te weten?
Je hebt misschien ontdekt dat we Satan meer macht geven om ons te verleiden en tot ongerechtigheid te leiden als we hoogmoedig zijn.
Denk na over wat hoogmoed betekent. Zoek in de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson (1899–1994) naar meer inzichten.
Bij hoogmoed staat vijandschap centraal: vijandschap tegen God en vijandschap tegen onze medemens. Vijandschap betekent haat, afkeer, verzet. Het is de macht waarmee Satan over ons wil heersen. (Ezra Taft Benson, ‘Beware of Pride’, Ensign, mei 1989, 4.)
-
Waarom kan Satan door hoogmoed meer invloed op ons uitoefenen?
-
Hoe verschilt dit met waartoe onze hemelse Vader en Jezus Christus ons aanmoedigen?
Gevolgen van hoogmoed toen en nu
De hoogmoed van het volk was van invloed op de hele samenleving. Lees 3 Nephi 6:20–30 of 7:1–14, en zoek naar voorbeelden van de invloed die hoogmoed op personen en de samenleving had.
-
Beantwoord de volgende vragen:
-
Welke voorbeelden van de invloed van hoogmoed heb je in deze verzen gevonden?
-
Hoe gebruikt Satan hoogmoed vandaag de dag om mensen tot ongerechtigheid te leiden?
Hoogmoed overwinnen
Bedenk welke impact je eigen hoogmoed of de hoogmoed van anderen op jou heeft, en hoe je hoogmoed en de gevolgen daarvan kunt overwinnen.
Hoewel hoogmoed tot veel vernietiging leidt, luisteren sommigen naar de woorden van de profeet en blijven ze de Heiland volgen.
Lees 3 Nephi 7:15–26. Ga na wat Nephi het volk leerde en welke uitwerking dat op hen had. Het kan nuttig zijn om elke keer dat de Heiland wordt genoemd te markeren.
-
Beantwoord de volgende vraag:
-
Welke voorbeelden heb je in deze verzen gevonden van hoe de Heiland en zijn evangelie sommige mensen heeft geholpen hoogmoed en ongerechtigheid te overwinnen?
Met het volgende scenario kun je laten zien wat je over de gevolgen van hoogmoed weet en hoe je hoogmoed kunt overwinnen door Jezus Christus te volgen.
Dit is Jim. Hij heeft het nog niet door, maar hij worstelt met hoogmoed.
-
Beantwoord de volgende vragen:
-
Waaraan zou je kunnen merken dat Jim met hoogmoed worstelt?
Hij wordt zich bewust van zijn probleem en ziet in dat veel dingen waar hij tegenaan loopt het gevolg zijn van zijn hoogmoed. Hij wil graag weten wat hij tegen zijn hoogmoed kan doen.
-
Welke oplossingen zou je aandragen waarmee Jim zijn hoogmoed kan overwinnen?