Seminarie
Mosiah 7–8: De profeten van de Heer als zieners


‘Mosiah 7–8: De profeten van de Heer als zieners’, Het Boek van Mormon — cursistenboek (2024)

‘Mosiah 7–8’, Het Boek van Mormon — cursistenboek

Mosiah 7–8

De profeten van de Heer als zieners

Afbeelding
President Russell M. Nelson

Zoals de Heiland titels heeft die ons iets over Hem vertellen, hebben de dienstknechten van de Heer titels die ons meer inzicht geven in hun rol in het plan van onze hemelse Vader. Als koning Limhi om hulp vraagt bij iets wat hij niet kan uitvoeren, verwijst Ammon hem naar de profeet. Ammon legt ook belangrijke leringen aan de koning uit over de rol van profeten, zieners en openbaarders. Deze les geeft inzicht in het belang van de rol van profeten als zieners in het plan van onze hemelse Vader.

Vragen over profeten

Stel je voor dat iemand die je kent heeft gehoord dat je in hedendaagse profeten gelooft. Je krijgt dan de volgende vraag:

  • Ik heb gehoord dat je kerk een profeet heeft. Wat doet hij dan?

  • Waarom zouden we in deze tijd een profeet nodig hebben?

  • Ik las online dat Joseph Smith een oud boek heeft vertaald. Hebben andere profeten van vroeger of nu dat ook gedaan?

  • Wat geloof je over profeten?

Het Boek van Mormon bevat veel leringen over profeten, onder meer hoe onze hemelse Vader ze gebruikt om ons te helpen. Denk bij je studie over de bovenstaande vragen na en streef ernaar om je getuigenis van profeten te versterken. Zoek ook antwoorden op eventuele andere vragen die je over profeten hebt.

Drie reizen

Drie Nephitische reizen zijn belangrijk om deze les en toekomstige lessen te begrijpen. Kijk naar de volgende illustratie en lees de uitleg van de afgebeelde reizen.

Afbeelding
illustratie van Nephitische reizen om het land Nephi weer in bezit te nemen

Toen koning Benjamins vader (Mosiah) koning was, verliet ene Zeniff Zarahemla met een groep mensen om het land Nephi weer in bezit te nemen (zie Mosiah 9:3–4). Men hoorde vele jaren lang niets van Zeniffs groep. De volgende koning, Mosiah (de zoon van koning Benjamin), besloot toen een groep onder leiding van Ammon uit te sturen om ze te gaan zoeken (zie Mosiah 7:1–3). Ze vonden het volk van Zeniff, dat inmiddels door Zeniffs kleinzoon, koning Limhi, geregeerd werd. Limhi’s volk was door de Lamanieten in slavernij gebracht ‘wegens [hun] ongerechtigheden’ (Mosiah 7:20).

Koning Limhi vertelde Ammon dat hij tevergeefs een groep had uitgestuurd om Zarahemla terug te vinden. Ze hadden wel relieken uit het noordelijke land mee teruggebracht, waaronder een kroniek op 24 gouden platen (zie Mosiah 8:7–9). Koning Limhi hoopte dat Ammon de kroniek kon vertalen of iemand kende die dat kon (zie Mosiah 8:6, 11–12).

Lees Mosiah 8:13–14 en ga na wie de kroniek volgens Ammon kon vertalen en waarom.

Het is misschien nuttig om te weten dat zowel Mosiah als Joseph Smith speciale voorwerpen hadden, de Urim en Tummim genoemd. God had die bereid om ze met het vertalen van oude kronieken te helpen. (Zie Mosiah 28:13–14; Geschiedenis van Joseph Smith 1:35. Wil je meer weten, kijk dan bij ‘Urim en Tummim’ in de Gids bij de Schriften.)

De rol van een ziener

Lees in Mosiah 8:15–18 wat zieners zijn en waarom een liefdevolle hemelse Vader ons zieners geeft.

  • Wat heb je geleerd?

Uit dit verhaal blijkt onder meer dat de Heer ten behoeve van het mensdom voor profeten, zieners en openbaarders zorgt. Je kunt in je Schriften woorden of zinsneden van die strekking markeren of deze waarheid bij de desbetreffende verzen noteren.

In de Gids bij de Schriften wordt de rol van een ziener als volgt uitgelegd:

Iemand die van God het recht heeft ontvangen om met zijn geestelijke ogen dingen te zien die God voor de wereld verborgen houdt (Mozes 6:35–38). Een ziener is een openbaarder en een profeet (Mosiah 8:13–16). Ammon, uit het Boek van Mormon, leerde dat alleen een ziener in staat was om speciale uitleggers, ofwel een Urim en Tummim, te gebruiken (Mosiah 8:13; 28:16). Een ziener kent het verleden, het heden en de toekomst. Vroeger werd een profeet dikwijls ziener genoemd (1 Samuel 9:9; 2 Samuel 24:11).

Joseph Smith is de grote ziener van de laatste dagen (Leer en Verbonden 21:1; 135:3). Ook het Eerste Presidium en de Raad der Twaalf worden gesteund als profeet, ziener en openbaarder. (Gids bij de Schriften, ‘Ziener’, scriptures.ChurchofJesusChrist.org.)

Afbeelding
opschrijven (pictogram)
  1. Beantwoord de volgende vragen:

    • Wat ben je over de rol van de profeet als ziener te weten gekomen?

    • Waarom zou onze hemelse Vader het Eerste Presidium en Quorum der Twaalf Apostelen die vermogens geven?

    • In welke opzichten vormen profeten, zieners en openbaarders een bewijs van Gods liefde voor jou?

De waarde van zieners in deze tijd

  1. Kies minstens één van de volgende activiteiten om de waarde van een ziener beter te begrijpen.

    • Denk aan minstens drie situaties waarin je de Heer trouw kunt blijven als je weet dat de profeten van onze hemelse Vader zieners zijn. Noteer die situaties.

    • Bestudeer een recente conferentietoespraak van een lid van het Eerste Presidium of Quorum der Twaalf Apostelen. Noteer voorbeelden die aantonen dat ze zieners zijn.

    • Laat de cursisten ‘Boodschap van het Eerste Presidium’ lezen voorin het boekje Voor de kracht van de jeugd (2022, 2). Noteer hoe deze boodschap en de normen in dit boekje volgens jou aantonen dat leden van het Eerste Presidium zieners zijn.

    • Noteer de voordelen die jij of je familieleden hebben ondervonden door zieners te volgen.

Het is wellicht nuttig om te weten dat koning Mosiah de kronieken inderdaad heeft vertaald (zie Mosiah 28:11–19). Je gaat een deel van die kroniek lezen als je het boek Ether bestudeert.

Nog voordat de kroniek is vertaald, wordt koning Limhi geraakt door de kennis dat koning Mosiah kon vertalen. Lees in Mosiah 8:19–20 hoe koning Limhi reageert als hij verneemt dat God profeten, zieners en openbaarders roept.

  • Wat voor invloed had die kennis op Limhi?

Wat vind je ervan dat onze hemelse Vader ons tegenwoordig profeten, zieners en openbaarders geeft om ons te leiden? Noteer je gedachten desgewenst in je studiedagboek.