2017
Ouderling John C. Pingree jr.
May 2017


Ouderling John C. Pingree jr.

Algemeen zeventiger

Afbeelding
Elder John C. Pingree Jr.

‘Ik heb mijn getuigenis geleidelijk aan, beetje bij beetje opgebouwd, doordat ik antwoord op mijn gebeden kreeg, de Geest tijdens mijn Schriftstudie voelde, me bekeerde en de Heer diende’, zegt ouderling John C. Pingree jr. die op 1 april 2017 als algemeen zeventiger gesteund is.

John C. Pingree jr. is in 1966 in Salt Lake City (Utah, VS) in het gezin van Carmen en John C. Pingree sr. geboren. Hij zegt dat de toewijding van zijn ouders hem gevormd heeft.

‘De dag na mijn geboorte schreef mijn vader me een brief’, zegt ouderling Pingree. ‘Hij bewaarde die brief en verstuurde hem toen ik op zending ging. De brief bestond uit een aantal pagina’s waarop hij zijn getuigenis geschreven had en enkele lessen die hij me wilde leren. Toen ik hem las, getuigde de Geest tot me dat wat mijn ouders me over het herstelde evangelie van Jezus Christus geleerd hadden, waar was.’

Ouderling Pingree vervulde een Spaanstalige zending in het zendingsgebied Boston (Massachusetts, VS).

Hij behaalde zijn diploma’s Engels en politieke wetenschappen aan de University of Utah en zijn masterdiploma bedrijfskunde aan de Harvard Business School. Hij trouwde in maart 1990 met Anne Pugsley. Ze hebben vijf kinderen.

Hij wijdde een groot deel van zijn loopbaan aan het helpen van anderen. Hij is president van een medische humanitaire organisatie geweest en vice-president van twee zorginstellingen.

Hij was van 2011 tot 2014 als president van het zendingsgebied Houston (Texas, VS) werkzaam, en is gebiedszeventiger, ringpresident, bisschop, quorumpresident ouderlingen en instituuts- en seminarieleerkracht geweest.

‘De Heer heeft gezegd: “Indien u het verlangt, zult u het middel zijn om in dit geslacht veel goeds te doen” (LV 11:8)’, zegt ouderling Pingree. ‘Ik denk dat de Heer bedoelt dat Hij ons kan gebruiken om anderen te helpen, als we Hem dat toestaan. Als we gelegenheden daartoe zoeken, zal onze hemelse Vader ons gebruiken om iemand anders tot zegen te zijn.’