2015
LDS Charities: 30 jaar humanitaire hulp
Juli 2015


LDS Charities: 30 jaar humanitaire hulp

Afbeelding
photos of humanitarian aid effort

Onze naasten dienen is geen nieuw beginsel. In alle bedelingen heeft de kerk zich het lot van de armen en behoeftigen aangetrokken.

Dertig jaar geleden, op 27 januari 1985, leidde dat ertoe dat de leden van de kerk een vastendag hielden die zes miljoen euro opbracht om de slachtoffers van de hongersnood in Ethiopië te helpen. Dat was eigenlijk het begin van LDS Charities. Datzelfde jaar vastten de leden opnieuw voor slachtoffers van de hongersnood en dat leverde vijf miljoen euro op. Door die vastendagen kwam het humanitaire werk in een stroomversnelling.

In de dertig jaar na die vastendagen heeft de kerk 1,2 miljard euro aan hulp voor mensen in nood geschonken. Dergelijke hulp omvat voedsel, onderdak, medische hulpgoederen, kleding en andere hulpgoederen. Daarnaast heeft LDS Charities hulp op de lange termijn geboden, in de vorm van rolstoelen, inentingen, schoon water, voedingsleer, oogzorg en zorg voor pasgeboren baby’s en moeders. De kerk werkt samen met andere gerenommeerde humanitaire instanties om zoveel mogelijk met de donaties tot stand te brengen.

President Thomas S. Monson heeft vaak gezegd dat de leden van de kerk, de verantwoordelijkheid hebben om de hongerigen, daklozen en onderdrukten te helpen. De leden van de kerk hebben de handschoen opgenomen. Zonder veel tamtam of formele dankbetuiging hebben ze miljoenen uren vrijwilligerswerk en honderden miljoenen aan donaties bijgedragen. Naast de bijdragen aan het fonds voor humanitaire hulp op het specificatieblaadje, hebben de leden ook aan LDS Philanthropies bijgedragen, zendingen vervuld, vrienden en buren geholpen, vrijwilligerswerk verricht in welzijnsfaciliteiten en de gemeenschap, en hebben ze een bijdrage geleverd aan honderdduizenden betrouwbare organisaties.

Door dat doen, vervullen ze wat de Heiland heeft gezegd over de zorg voor de armen en behoeftigen:

‘Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en u hebt Mij gastvrij onthaald. […]

‘Voor zover u dit voor een van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan’ (Matthëus 25:40).