2014
Nu dienen om later te dienen
Oktober 2014


Nu dienen om later te dienen

De auteur woont in Utah (VS).

‘Dien de Heere met uw hele hart’ (1 Samuel 12:20).

‘Wie het eerste bij de kerk is!’ zei Mórmon, en hij wees naar de kerkspits die boven de palmbomen uit te zien was. Toen rende hij zo snel als hij kon weg om zijn jongere broer, Morian, voor te blijven.

De jongens en hun ouders hadden al anderhalve kilometer gelopen, maar Mórmon en Morian liepen nog heel hard toen ze het metalen hek van de kerk bereikten. Ze bleven staan om weer op adem te komen.

Voordat ze konden beslissen wie er had gewonnen, riep een jongen ze toe: ‘Willen jullie futebol spelen?’

Mórmon was gek op futebol, maar hij ging met zijn familie de kerk schoonmaken om die klaar te maken voor de kerkdiensten de volgende dag.

Mórmon schudde zijn hoofd. ‘Nu niet, misschien later!’, riep hij.

Al gauw waren Mórmon en Morian hard aan het werk. Mórmon verplaatste met zijn vader stoelen en veegde de vloer terwijl Morian met zijn moeder de vloer dweilde.

Later waren de jongens samen in de toiletten spiegels aan het schoonmaken. ‘Ik had niet gedacht dat ik het leuk zou vinden om de kerk schoon te maken, maar het is best leuk’, zei Morian. ‘Wat vind jij, Mórmon? Ben je daarom meegekomen in plaats van futebol te spelen?’

Mórmon dacht aan zijn vader. Hij was bisschop van hun wijk, maar toch trok hij tijd uit om te helpen met schoonmaken van de kerk.

‘Ik ben hier omdat ik net zo wil worden als papa’, zei Mórmon.

Toen dacht hij aan de zendelingen in zijn wijk. Zij waren gingen de deuren om andere mensen over het Boek van Mormon te vertellen. Zij nodigden mensen uit om naar de kerk te gaan die de jongens schoonmaakten.

Ik ben hier omdat ik op een dag ook op zending wil, dacht Mórmon. Ik kan de zendelingen helpen door de kerk klaar te maken.

Mórmon dacht aan morgen. Zijn broer en hij zouden dan om zes uur ’s ochtends opstaan om in hun witte overhemd en stropdas naar de kerk te gaan, de stoelen klaar te zetten en in de jeugdwerkkamer zangboeken klaar te leggen.

Ik ben hier omdat ik in een kerkroeping wil dienen, dacht hij.

Mórmon bedacht dat hij al gauw diaken zou worden. Dan zou hij het avondmaal ronddienen en op nog heel veel andere manieren dienen.

‘Ik ben hier omdat ik volgend jaar het priesterschap krijg en ik alles wil doen wat ik kan om me erop voor te bereiden.’

Mórmon had al iets gedaan om zich op het priesterschap voor te bereiden: hij had zijn onderscheiding Geloof in God behaald. Hij leerde al hoe het evangelie moest naleven en anderen moest dienen.

Eindelijk keek hij naar zijn broers spiegelbeeld en glimlachte.

‘Ik ben hier omdat ik van de Heer hou’, zei hij. ‘En als ik nu dien, bereid ik me voor om later te dienen.’

Illustraties Adam Koford