2012
Volg de profeet
Maart 2012


Ze hebben tot ons gesproken

Volg de profeet

Afbeelding
Ouderling Randall K. Bennett

Een verlovingsring symboliseert doorgaans een verbintenis en wederzijdse toewijding. Maar voor mijn vrouw en mij symboliseerde het ontbreken van een verlovingsring onze verbintenis met en toewijding aan de Heer en zijn profeten.

Ik ontmoette de engel die later mijn vrouw werd tijdens een instituutfeestje op de tweede avond nadat ik van mijn zending was teruggekeerd. Hoewel Shelley en ik honderden kilometers van elkaar in Canada opgegroeid waren en elkaar nooit eerder gezien hadden, leerden we elkaar de daaropvolgende maanden goed kennen. Nadat ik haar drie keer ten huwelijk had gevraagd en steevast werd afgewezen omdat ze per se op zending wilde, zei ze uiteindelijk toch ja op mijn aanzoek toen ik haar beloofde dat we samen een zending zouden vervullen nadat we onze kinderen hadden grootgebracht. Op 22 december 1976 nam ze een verlovingsring in ontvangst.

In de dagen daarna hadden we echter allebei een onrustig gevoel — niet over ons aanstaande huwelijk, maar over de ring. Ik zal uitleggen waarom.

Een besluit om de profeet te volgen

In de weken vóór onze verloving hadden Shelley en ik heel wat af gepraat over de opvoeding van onze toekomstige kinderen en hoe ons huwelijk eruit moest zien. Uit die gesprekken kwam onder andere als rode draad naar voren dat we altijd de profeet wilden volgen.

Twee maanden voordat we ons verloofden, luisterden we naar veel toespraken op de algemene oktoberconferentie van 1976 die het beginsel van zelfredzaamheid onderstreepten. President Spencer W. Kimball (1895–1985) en anderen hadden dat onderwerp de jaren daarvoor al voortdurend onder de aandacht gebracht. Shelley en ik hadden in onze jeugd allebei het belang van een eigen moestuin, een voedselvoorraad en voorbereid zijn op noodsituaties in het algemeen geleerd. Maar in die algemene conferentie leek het thema voorbereiding wel erg nadrukkelijk naar voren te komen. Sommige sprekers maakten melding van de doorbraak van de Tetondam en de resulterende overstroming in juni dat jaar. Barbara B. Smith (1922–2010), algemeen ZHV-presidente in die periode, sprak daar ook over en beklemtoonde het belang van zelfredzaamheid — in het bijzonder het aanleggen van een jaarvoorraad voedsel, wat in die tijd werd aangeraden.1 President Kimball herinnerde de leden van de kerk in de slotbijeenkomst aan de passage in Lucas 6:46, waarin de Heiland zegt: ‘Wat noemt gij Mij Here, Here, en doet niet wat Ik zeg?’ President Kimball spoorde de heiligen vervolgens aan om de boodschappen van de conferentie mee te nemen naar ‘huis en (…) in hun toekomstige leven’.2

Na onze verloving klonken die boodschappen bij het overdenken van ons komende huwelijk en gezin nog na in onze oren. Zonder dat we het van elkaar wisten, dachten we allebei aan manieren om een voorraad te beginnen voor ons gezin. Om gehoor te geven aan de raad in die tijd, moesten we een jaarvoorraad voedsel aanleggen. Maar hoe pakten we dat in vredesnaam aan? We studeerden allebei — met nog jaren in het verschiet — en hadden niet veel geld. De Heilige Geest gaf ons, onafhankelijk van elkaar, hetzelfde antwoord: we moesten de verlovingsring verkopen.

Maar hoe kon ik Shelley ooit vragen om dat te doen? Ik had haar die ring net gegeven. Wat zou ze wel niet denken als ik haar vroeg de ring te verkopen zodat we wat havermout, meel en rijst konden kopen? Intussen maakte zij zich ook zorgen. Hoe zou ik reageren, vroeg ze zich af, als ze mij zou voorstellen om de ring te verkopen die ik voor haar had uitgezocht? Zou ik me gekwetst voelen?

Maar de ingeving die we allebei gekregen hadden, was te sterk om naast ons neer te leggen. Hoe meer we er ieder voor zich over nadachten, hoe meer de diamanten ring ons leek aan te staren. Toen Shelley het onderwerp een paar dagen na kerst aansneed, was ik opgelucht dat ze tot dezelfde conclusie was gekomen als ik. In velerlei opzichten was dit voorval een geweldige bevestiging voor ons allebei dat we met de juiste persoon in het huwelijk zouden treden. We voelden ons enorm gesterkt dat onze prioriteiten en waarden met die van elkaar en die van de profeet van God overeenstemden. Ik was erg dankbaar dat ze zo gewillig was een dergelijk offer te brengen om de profeet te volgen.

Begrijp me alsjeblieft niet verkeerd en doe jullie ring alsjeblieft niet van de hand! Een verlovingsring kopen of dragen is niet verkeerd. Onze getrouwde kinderen hebben bijvoorbeeld allemaal een charmante en gepaste ring. Er zijn vele manieren waarop we de profeten en apostelen kunnen volgen en hun raad op onszelf toepassen. Maar omdat de Geest ons had ingegeven om de profeet te volgen door onze verlovingsring te verkopen, stonden wij in ons geval voor de keuze om de ring te houden of de profeet te volgen. Dat heeft ons geholpen om vanaf het allereerste begin twee patronen bij ons thuis te vestigen: de profeet volgen en gehoor geven aan de persoonlijke, geestelijke influisteringen die we ontvangen.

Reacties op onze beslissing

De juwelier waar ik de ring had gekocht, was nagenoeg de hele week na kerst gesloten. Maar bij de eerste gelegenheid nadat de winkel weer open was, sprak ik de eigenaar aan. Ik ging erheen met de gedachte dat ik het aankoopbedrag echt niet zou terugkrijgen. De ring was immers al gedragen en inmiddels dus tweedehands. Ik was op die reactie voorbereid, met de verwachting dat ik de gebruikte ring met groot verlies zou moeten verkopen. Maar tot mijn verbazing streek de juwelier zijn hand over het hart. Ik liep de winkel uit met contant geld in handen — en met een open mond van verbazing over de manier waarop de Heer de weg voor ons had bereid om gehoorzaam te zijn.

Niet iedereen was ingenomen met onze beslissing. Toen onze vrienden — waarvan sommigen ook lid van de kerk waren — hoorden wat we hadden gedaan en het leren bandje om Shelleys vinger zagen dat ik voor haar had gemaakt, verklaarden ze ons voor gek. Andere vrouwen van Shelleys leeftijd konden niet geloven dat ze blijmoedig had gedaan wat ze had gedaan. Maar weinig mensen gaven hun steun of goedkeuring.

Shelley was echter sterk en wist dat alles goed met haar zou komen, wat anderen ook mochten denken. Haar vertrouwen kwam omdat ze wist dat ze de profeet volgde. En dat was belangrijker dan wat dan ook. Toch gaf de Heer ons een blijk van zijn tedere barmhartigheid in de vorm van twee vrienden die ons het gevoel gaven dat we niet alleen stonden.

Mijn vriend Bob en ik hadden Fran op de middelbare school met de kerk in aanraking gebracht. We gingen later alle drie op zending. Nadat Fran van haar zending was teruggekeerd, verloofde ze zich met Bob. Toen ze hun goede nieuws aan Shelley en mij mededeelden, bleek dat ze besloten hadden om geen verlovingsring te kopen maar voor dat geld ook een voedselvoorraad te willen inslaan. Met ons vieren vonden we het wel bijzonder dat de Geest ons op hetzelfde idee had gebracht. Ons besluit om gehoor te geven aan de Heilige Geest en de hedendaagse profeet gaf een extra dimensie aan onze vriendschap, die nu al meer dan veertig jaar duurt.

Zegeningen door gehoorzaamheid

Shelley en ik begonnen in januari 1977 basisvoedsel voor onze voorraad aan te schaffen en gingen daar stukje bij beetje mee verder tot we in april dat jaar in het huwelijk traden. Vóór onze trouwdag bewaarden we het voedsel bij mijn ouders thuis.

Shelley droeg het leren bandje jarenlang als trouwring terwijl ik mijn bachelorstudie aan de universiteit afmaakte en daarna tandheelkunde ging studeren. Tijdens mijn opleiding zijn we als gezin vaak verhuisd. We raakten eraan gewend om onze blikken graan van flatje naar flatje, huis naar huis en woonplaats naar woonplaats mee te zeulen. Onze vrienden boden zich steeds minder enthousiast aan bij elke verhuizing, maar jaren later voelden we ons erg dankbaar dat we de raad van onze kerkleiders hadden opgevolgd.

Toen ik als tandarts was afgestudeerd en een eigen tandartspraktijk begon, hadden Shelley en ik twee kinderen en letterlijk geen financiële middelen. Met dankbaar hart konden we leven van een deel van wat we de maanden vóór ons huwelijk aan voedselvoorraad hadden opgebouwd. Onze gehoorzaamheid aan profetische raad was ons na ruim tien jaar huwelijk opnieuw tot zegen toen ik een vervolgstudie had afgerond en me als orthodontist verder aan het bekwamen was. We zaten weer zonder geld maar hoefden onze boodschappen niet op de pof of met een creditcard te kopen. We smaakten de zegen dat we ons gezin (dat intussen vier kinderen telde) uit onze voorraad konden voeden.

Ook in latere jaren zijn we op velerlei manieren gezegend door aan het profetische woord gehoor te geven. We hebben geleerd dat we de leringen van de profeten en apostelen of de zin ervan niet in twijfel moeten trekken. We hebben geleerd dat we door hun raad op te volgen — en wel direct — gezegend worden.

Leren luisteren naar het profetische woord

Sommigen noemen onze daden misschien blinde gehoorzaamheid. Maar we hebben de persoonlijke belofte van de Heer dat de profeten ons nooit zullen misleiden.3 Met die kennis luisteren we naar hun woorden alsof die uit de mond van de Heer zelf komen (zie LV 1:38).

We hebben ook geleerd dat hedendaagse profeten ons doorgaans uitnodigen om iets te doen. Ze gebruiken niet vaak woorden als gebieden of vermanen. Zij spreken ons vriendelijk en minzaam toe, maar dat biedt ons geen excuus om hen niet te volgen. De keren dat Shelley en ik uitnodigingen als geboden hebben opgevat, zijn ons altijd tot zegen gebleken.

We hebben ook geleerd hun aanwijzingen te onderscheiden door te letten op uitdrukkingen als ‘Ik heb erover nagedacht (…)’ of ‘Iets wat me bezighoudt, is (…)’ of ‘Ik voel me gedrongen om te zeggen (…)’ of ‘Mijn advies hierover zou zijn (…)’ of ‘Ik hoop dat (…)’. Deze en andere woorden van die strekking attenderen ons op wat er in het hoofd en het hart van de gezalfde dienstknechten van de Heer omgaat.

Nog iets wat ons in het bijzonder opmerkzaam maakt op de stem van de Heer, is wanneer onze profeten en apostelen andere profeten of apostelen citeren. De Heer heeft gezegd dat zijn woord op de verklaring van twee of drie getuigen zal vaststaan (zie 2 Korintiërs 13:1; LV 6:28).

Aangezien de boodschap van zelfredzaamheid in die algemene conferentie vóór onze verloving zo vaak werd herhaald, voelden mijn vrouw en ik dat de boodschap in het bijzonder voor ons op dat moment van belang was. We werden geïnspireerd om die raad op een zichtbare manier op te volgen. De profeet volgen gaat echter niet altijd over uiterlijk vertoon van toewijding. Onze gehoorzaamheid blijkt vaak op kleinere, meer persoonlijke manieren. Of anderen nu wel of niet van onze gehoorzaamheid afweten, de Heer weet dat wel. En Hij zal ons zegenen voor onze gehoorzaamheid en wegen openen om dat mogelijk te maken.

Shelley draagt tegenwoordig een traditionele trouwring; maar ze heeft haar leren bandje al die jaren zorgvuldig bewaard. Het is voor ons een symbool van ons vroege besluit om de raad van de profeet, president Thomas S. Monson, altijd in ons gezinsleven tot uiting te laten komen. Nu we onze kinderen hun kinderen zien grootbrengen, zijn we dankbaar dat ook zij het trouw volgen van de profeten in hun gezinsleven verweven. Die gehoorzaamheid beschouwen wij als een heerlijk erfgoed. Ze is een even tastbaar symbool van onze toewijding aan onze verbonden als een verlovingsring dat geweest zou zijn.

Noten

  1. Zie Barbara B. Smith, ‘She Is Not Afraid of the Snow for Her Household’, Ensign, november 1976, pp. 121–122.

  2. Spencer W. Kimball, ‘A Program for Man’, Ensign, november 1976, p. 110.

  3. Zie Harold B. Lee, ‘The Place of the Living Prophet, Seer, and Revelator’ (toespraak tot CES-personeel, 8 juli 1964), p. 13; Marion G. Romney, Conference Report, oktober 1960, p. 78; The Discourses of Wilford Woodruff, samengesteld door G. Homer Durham (1946), pp. 212–213.

Shelley draagt tegenwoordig een traditionele trouwring; maar ze heeft het leren bandje (zie onder) al die jaren bewaard. Het is voor ons een symbool van ons vroege besluit om de profeet te volgen.

Foto’s John Luke