2012
De gouden toegangskaart
Maart 2012


Verhalen uit de conferentie

De gouden toegangskaart

‘Een vrouw wilde dolgraag met een rechtschapen priesterschapsdrager in de tempel trouwen en moeder en echtgenote worden. Daar had ze haar hele leven van gedroomd, en o, wat zou ze een fantastische moeder en liefdevolle echtgenote zijn. In haar gezin zou sprake zijn van liefde en vriendelijkheid alom. Er zou geen bitter woord vallen. Het eten zou nooit aanbranden. En haar kinderen zouden ’s avonds en in het weekend niet met hun vrienden rondhangen maar liever gezellig thuis blijven bij paps en mams.

‘Dat was haar gouden toegangskaart. Ze voelde dat haar hele bestaan daar van afhing. Ze smachtte er meer dan wat ook in de wereld naar.

‘Maar het is er nooit van gekomen. En in de loop der jaren is ze steeds meer teruggetrokken, verbitterd en zelfs boos geworden. Ze kon niet begrijpen waarom God haar rechtvaardige verlangen niet inwilligde.

‘Ze werkte als leerkracht op een basisschool en dacht er de hele dag tussen al die kinderen des te meer aan dat haar gouden toegangskaart nooit was gekomen. Naarmate de jaren verstreken, raakte ze steeds meer teleurgesteld en geïsoleerd. Ze stootte mensen af en men liep waar mogelijk met een boog om haar heen. Ze vierde zelfs haar frustratie bot op de kinderen in de klas. (…)

‘Het tragische van dit verhaal is dat deze goede vrouw, door alle teleurstelling over haar gemiste gouden toegangskaart, voorbijging aan de zegeningen die ze wel had. Ze had geen kinderen thuis, maar ze was er door omringd in haar klas. Ze was niet gezegend met een eigen gezin, maar de Heer had haar een kans gegeven die velen niet hebben — om als leerkracht het leven van honderden kinderen en gezinnen ten goede te beïnvloeden.

‘De les die we hieruit leren is dat we niet moeten wachten op fantastische rozen en daardoor de pracht en schoonheid van de kleine vergeet-mij-nietjes overal om ons heen niet opmerken.’

President Dieter F. Uchtdorf, tweede raadgever in het Eerste Presidium, ‘Vergeet mij niet’, Liahona, november 2011, pp. 121–122.

Vragen om over na te denken:

  • Wat is uw ‘gouden toegangskaart’ en hoe wordt u erdoor belemmerd om de zegeningen te tellen die u al hebt?

  • Welke kleine ‘vergeet-mij-nietjes’ ziet u wellicht over het hoofd?

Schrijf uw gedachten eventueel op in uw dagboek of bespreek die met anderen.

uw droom die uitkomt